Het liefst kreeg de in 2015 overleden Drs. P/Heinz Polzer opdrachten voor het schrijven van een lied met onderwerpen waar de meeste tekstdichters direct zenuwachtig van zouden worden. In de onlangs verschenen verzamelbundel Zing en speel mee met Drs. P vinden we dan ook titels als Dubbele punt, Augurk, Mandarijn, Mond en Orgaan:

Het is wat malser en rechter
Dan een banaan
Voor vruchtensla heeft men er echter
Maar weinig aan.

Drs. P wist overal raad mee, ook kwam het onderwerp soms pas in de laatste zin eventjes voor. Zoals in het lied Ui, waarin aan het eind luchtigjes wordt vermeld dat vijftig procent van het lied op ui rijmt. Op het eerste gehoor is het lieflijk wiegelied, maar het is vooral een opsomming van de kwalijke handelingen van het kind dat moet gaan slapen:

Soep op de muur of de grond naar believen
Aardbeienjam op je zuster haar trui
Geestige poppetjes op Mammie’s brieven
Pappie zoekt naar zijn sigarenetui
(…)
Daar je de oppas zo wreed placht te knijpen
Staat ze nu ’s avonds te huur op het Spui
En de kanarie die jij wist te grijpen
Is in een hoogst onnatuurlijke rui

Het verhaal gaat dat Drs. P het niet zo op kinderen had. Toen iemand hem een keer voorzichtig vermanend toesprak met de woorden: ‘Maar, meneer Polzer, u bent toch zelf ook jong geweest?’, antwoordde de Drs. enigszins verontwaardigd en met stemverheffing: ‘Hoe kómt u daarbij?’

Veel opzien baarde Drs. P toen hij in 1974 de interviewer in het VPRO-televisieprogramma Het Gat van Nederland toevertrouwde dat hij kinderen haat. In een kranteninterview dat kort daarop verscheen, deed hij er nog een schepje bovenop door aan te geven dat hij het betreurde dat de Nederlandse taal geen woord kent om uit te drukken wat nog erger is dan haten. Want anders zou hij dat zeker van toepassing achten op wat hij van kinderen vindt. Drs. P was vervolgens behoorlijk scheutig met het opsommen van voorbeelden die zijn uitgesproken negatieve mening over kinderen ondersteunden. Zo was hij eens op bezoek bij iemand waar twee uiterst onopgevoede kinderen ronddoolden. Het ene ventje liep met een stuiterende bal rond, terwijl in het vertrek geconverseerd werd. Voor iemand die het zorgvuldig gesproken woord een warm hart toedraagt is zoiets natuurlijk onverdraaglijk.

Later heeft hij wel uit de doeken gedaan hoe het kinderverhaal enigszins verminkt naar buiten is gekomen. Het programmaonderdeel van Het Gat van Nederland met Drs. P was deels opgenomen in de trein naar Brussel. Toen Polzer werd gevraagd of hij altijd eerste klas reist, werd dit volmondig beaamd. Hij had daarvoor meerdere redenen: ‘In de eerste plaats omdat het vrij gerieflijk is met trijp of pluche of andere weefsels. En in de tweede plaats is de bevolking niet zo dicht als in de tweede klas. En vooral mist men hier schreeuwerige en snel rondlopende en aan alles plukkende kinderen. Dat vind ik een niet te onderschatten aantrekkelijkheid van de eerste klas.’

Het voordeel van de eerste klas had Drs. P ook al eens verwoord in het lied Treinen, waarin God als beschermheer optreedt voor eerste klas reizigers.

Je ziet ze komen en je ziet ze weer verdwijnen
Zo onvermoeibaar en onmisbaar als de zon
De Aarde wentelt en de Heer behoedt de Zijnen
Hij waakt ook over de geringste Zijner treinen
Althans toch zeker wel de eerste-klaswagon

Na de toelichting waarom Drs. P altijd eerste klas reist, vroeg de VPRO-interviewer of hij kinderen haatte. De dichter-zanger antwoordde met een fraaie volzin, die begon met het woordje ‘ja.’ De toelichting over luidruchtige en slecht opgevoede kinderen werd echter door de regisseur/eindredacteur minder interessant gevonden, en het ja-woord bleef dus hangen.

Als je daar het lied Dodenrit bij optelt, waarin de Russische vader zonder al te veel wroeging zijn vier kinderen voor de wolven gooit in de hoop dat hij daardoor zelf veilig de rit per trojka door de sneeuw naar Omsk kan voltooien, dan lijkt het anti-kind beeld van Drs. P compleet.

Ivo de Wijs weet dat het met de kinderhaat van Drs. P wel meeviel. In zijn inleidende stukje bij het nummer Ui schrijft De Wijs dat zijn kinderen mooie cadeaus van ‘oom Heinz en tante Mieke’ kregen. ‘Een Hindelooper kinderstoeltje siert nog steeds ons interieur. Bij binnentreden groette oom Heinz mijn zoontje steevast hoffelijk met een lichte buiging en de tekst: Dag kereltje.’

Ivo de Wijs heeft als lid van de Stichting Auteursrechten H.H. Polzer/Drs. P – in de wandeling Het Heen- en Weerschap geheten – bij vijftig liedteksten van Drs. P een wetenswaardige en vaak grappige toelichting geschreven. Hij gaat daarbij in op de erotische tintjes, de ironische levensliederen (Drs. P: ‘Een levenslied mikt op uw hart, een smartlap op uw portemonnee.’) en het geweld dat in de teksten van Drs. P veelvuldig voorkomt. Er vallen doden bij de Zusters Karamazov, de kamerhuurder in het Het Trapportaal blijkt nogal moordlustig te zijn, en ook in Kattekwaad kijkt Drs. P niet op een dodelijk slachtoffer meer of minder:

Een passerpunt belandde accuraat
En krachtig in eens leraars ruggegraat
Hij zei alleen nog even: a kwadraat’
Kattekwaad

Nu zijn er natuurlijk wel meer liedtekstbundels van Drs. P verschenen, maar voor deze uitgave heeft pianist Paul Prenen de teksten en bladmuziek op papier gezet. En wil je naar de pianobegeleiding luisteren, ga dan naar de website van Het Heen- en Weerschap: www.drsp.nl/downloads, met als wachtwoord Polzer1919. Vrolijke avond is gegarandeerd.

Zing en speel mee met Drs. P, met inleidende teksten van Ivo de Wijs en bladmuziek van Paul Prenen, Nijgh & Van Ditmar, 256 pagina’s.