In het Amsterdamse café-restaurant Kapitein Zeppos heeft Brigitte Kaandorp gisteren de Drs. P Trofee ontvangen. Ze krijgt de onderscheiding vanwege de humoristische en taalvaardige manier waarop zij in haar cabaretwerk de absurdistische traditie van dichter en tekstschrijver Drs. P (1919-2015) voortzet. Aan de prijs is een geldbedrag van 2024 euro verbonden (elk jaar een euro meer!) en een fijn beeldhouwwerkje van het hoofd van Drs. P, ontworpen door de Vlaamse kunstenaar Griet De Bock.

Niemand misgunt Maarten ’t Hart natuurlijk de P.C. Hooftprijs, maar het steekt Vic van de Reijt, voorzitter van het Heen- en Weerschap, de stichting die de literaire nalatenschap van Drs. P beheert, dat juryleden van de grote literaire prijzen taalkunstenaars van het zogenaamde lichte genre meestal overslaan. Daarom heeft de stichting vijf jaar geleden (het honderdste geboortejaar van Heinz Polzer, zoals Drs. P eigenlijk heette) de Drs. P Trofee in het leven geroepen, een serieuze prijs voor kunstenaars die zichzelf niet al te serieus nemen. De afgelopen jaren is de prijs onder meer toegekend aan Midas Dekkers, Hugo Matthysen en Wim T. Schippers.

In zijn lofrede gebruikte Ivo de Wijs, secretaris van het Heen- en Weerschap, het oude woord ‘verkneukelen’, het met blijdschap wrijven in de handen. De Wijs verbond dat woord met het gevoel dat bovenkomt als je naar de voorstellingen van Brigitte Kaandorp gaat, zoals zijn moeder dat vroeger had bij Toon Hermans. Volgens De Wijs verstaat Kaandorp, die onder meer een lied over het soppen van een schuifpui schreef, de kunst om een goed lied te schrijven, waarin het onderwerp tot een aanleiding wordt gereduceerd.

Brigitte Kaandorp stelt haar verkneukelaars nooit teleur. Wij van het Heen- en Weerschap hebben door onze jarenlange omgang met Drs. P een goed oog gekregen voor wat goed is en wat leuk is. Brigitte Kaandorp is goed én leuk. Wij bewonderen haar om een aantal redenen. Haar teksten zijn geweldig. Waar zij begon met eenvoudige tokkelliedjes met de ukelele, zoals Annelies van der Pies, wist zij van lieverlede haar pen te scherpen aan allerlei andere onderwerpen. Heldere taal, duidelijke beelden. Er kwamen ook stemmige liederen over serieuze onderwerpen. Bij haar zien we een sterke combinatie van talent en ambacht, waardoor zij steeds beter, steeds geestiger en steeds veelzijdiger wordt. De wereld is dezer dagen een groter tranendal dan we in lange tijd hebben aanschouwd. Op deze momenten hebben we mensen nodig om ons te verkneukelen. De nacht is zwart, maar de sterren zullen flonkeren. Als de ellende ons wat te veel wordt is er een tegenwicht van ongelooflijke kwaliteit. Straks gaat het zaallicht uit, straks gaat het voordoek open, straks speelt het orkest, straks komt Brigitte Kaandorp. Dus doe wat u moet doen en verkneukel u.

De opgewekte middag werd besloten met een miniconcertje van Kaandorp, die drie van haar meest geroemde liedjes zong: ‘Koeien’, ‘Ik heb een heel zwaar leven’ en het onverwoestbare ‘Andries Knevel’, waarin zij al haar mogelijke tegenspoed bagatelliseert bij de gedachte om het met EO-coryfee Knevel te moeten doen. Ter inleiding van dat lied vertelde Kaandorp dat zij in de talkshow van Andries Knevel en Tijs van den Brink het lied weliswaar niet mocht zingen (‘Dat zou de EO veel leden hebben gekost’), maar wel vrolijk over de inhoud van het lied kon praten. Toen Van den Brink vroeg wat er nog erger zou zijn dan het te moeten doen met Knevel, kopte Kaandorp de bal in. ‘Met jou.’ Van den Brink wist niets beters te verzinnen dan ‘Nou, dat is wederzijds.’ Kaandorp:  ‘Hij had natuurlijk moeten zeggen: “Hè jammer, ik had speciaal voor jou vandaag een schone onderbroek aangedaan.” Maar die humor had hij niet.’

Momenteel staat Brigitte Kaandorp samen met Patrick Stoof en pianist Gert Wantenaar in De Grote Adventshow in het Haventheater IJmuiden.

Foto: Mark Engelen