De Virtual Residencies van de Nederlandse Dansdagen zijn een samenwerking met de platforms Moving Futures, PLAN Talentontwikkeling Brabant en Korzo. Sinds twee jaar selecteren zij elk jaar drie choreografen voor een traject in virtuele sferen. Het idee werd weliswaar geboren voor de pandemie, maar de urgentie bleef groeien. 

Was het traject aanvankelijk een onderzoek naar hoe makers op afstand met elkaar konden werken, inmiddels zijn de Virtual Residencies vooral een middel om de relatie tussen dans en digitalisering te onderzoeken. Dat onderzoek staat nog maar aan het begin, als het gaat om de driedimensionale ruimte en de rol tussen kijker en performer.

Dit jaar resulteren de residenties in twee films en een VR-project. Ze zijn nauwelijks met elkaar te vergelijken, achter elk resultaat gaat immers een uniek onderzoek schuil. Zo is de korte clip van Sarada Sarita (Korzo) vooral een trailer van haar nieuwste voorstelling Q5; onderdeel van een groter project waarin ze de dansstijl waacking deconstrueert. In 2019 won ze als veelbelovend talent de BNG Bank Dansprijs met haar voorstelling Q4.

Sarita heeft een grote liefde voor deze vrije bewegingsstijl, die voortkomt uit het clubleven van de jaren zeventig in Los Angeles net als ook voguing. Ze draagt graag bij aan de erkenning en spreiding van de tolerante stijl, waarin de eigen inbreng van dansers te allen tijde op de voorgrond staat.

Digitaal ‘choreograferen’, wat betekent dat? In haar virtuele residentie werkte ze samen met illustrator Lucas Flaton en animator Jawgen. De muziekcompositie komt uit de koker van Otion; Guilhermo Blinker – ook danser. Hoe maak je van een bevroren beweging – een pose – een illustratie en wat voegt het bewegende beeld van de animator er vervolgens aan toe? Wanneer Sarita haar project in een zoom toelicht krijgen we een indruk van het proces. Ze werkte bijna een jaar lang aan de film en ontdekte hoe dicht video-editing ligt bij haar eigen werk als choreograaf. Het grootste verschil? Elke minimale fractie van een seconde telt op film.

Van een hele andere orde is de film van Constantin Trommlitz, die een achtergrond heeft in breakdance maar in zijn film vooral teruggrijpt naar expressieve vormen uit de moderne dans. Voor zijn film A better son / daughter – „radiation“  werkt hij met materiaal uit eerdere voorstellingen. Uitgangspunt van het onderzoek is de ziekte OCPD; een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis waarin iemand voortdurend op zoek is naar orde en controle. Trommlitz is choreograaf, maar werkt ook al geruime tijd in het filmcircuit. Zijn techniek en beweging doorgaans gescheiden in zijn werk, in dit project brengt hij ze bij elkaar. Heel intuïtief, want een script is er niet.

Trommlitz werkt met twee danseressen en laat zich leiden door de sensatie van verschillende oppervlaktes zoals stof, water en zand. Binnenruimte, buitenruimte; in het water, aan het water; zijn film verspringt voortdurend van perspectief en maakt gebruik van teksten. Ze onderschrijven een complex proces van zelfacceptatie en zelfdestructie. Mag ik er zijn, word ik gezien? In een poëtisch verslag laat A better son / daughter – „radiation“  zien welke wereld er schuilgaat achter onze façades.

Het VR-project Febris VR van Simon Bus, die afgelopen weekend tijdens De Nederlandse Dansdagen de innovatieprijs ontving voor zijn concept IRL > URL, legt veel vragen bloot ten aanzien van de digitale beleving van beweging. Bus komt uit het hiphopdanscircuit en heeft gestudeerd aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Maastricht, waar hij zich verdiepte in visuele communicatie. In 2016 koos hij definitief voor de dans en verdween hij uit de videowereld. Tijdens de residentie keerde hij weer terug en ontdekte hoe rap de videotechnologie zich in die jaren heeft ontwikkeld.

Bus ging aan de slag met het materiaal van zijn voorstelling Febris, een samenwerking met Roy Overdijk van het Eindhovense hiphop-collectief The Ruggeds. Hij vroeg zich af hoe hij het publiek nog meer in zijn werk kon meenemen door het de positie van de performer te laten innemen. Door technische beperkingen kon hij maar een deel van zijn 3D-onderzoek doen. Het kost namelijk tijd om footage te verwerken, alleen al het uploaden van zwaar digitaal materiaal vraagt om specifieke middelen, zo meldt hij in het toelichtende zoom nagesprek.

Met VR-bril krijg je een indruk van het onderzoek, dat dicht op de huid van de danser kruipt. Bijna onmogelijk is het dan om stil op je stoel te blijven zitten, aldus de berichtgeving.

Foto: Onderzoek Simon Bus