In het debat Talking to the dead – what an archive can, may and should do tijdens de afgelopen Nederlandse Dansdagen werden twee nieuwe publicaties van De Nieuwe Dansblibiotheek uitgelicht: Moderne Dans in Ontwikkeling van Moniek Merkx, Jeroen Fabius, Fransien van der Putt en High Shine van Tamara Antonijević en Catalina Insignares. (meer…)
Onlangs zat ik op een vrijdagavond met mijn handen in een lauwwarme bak rozemarijnwater. Ik had op instructie van theatermaker Sien Vanmaele ingrediënten verzamelend, een kom, een handdoek en wat keukenspullen klaargelegd en op het juiste tijdstip op de Zoom link geklikt. Ze sprak mij en de negen andere kijkers zacht toe en begeleidde ons bij het maken van een weldadig bad voor onze kapot gewassen handen. Het werkte.
Hoewel we geen theatrale ruimte deelden en de camera’s uitgingen tijdens de performance, voelde ik me toch nauw verbonden met Sien en de rest van het publiek. In mijn verbeelding kon ik zien hoe we op hetzelfde moment een sinaasappel aan het pellen waren. Ook het nagesprek zorgde voor een vorm van verbondenheid. Deze performance had op tournee langs theaters in Nederland en Vlaanderen nooit hetzelfde bereik gehad. Misschien zouden de publieksaantallen wel hoger liggen, maar was de reikwijdte minder.
De laatste jaren van haar leven zat mijn moeder in een rolstoel en had ze te veel last van fysieke en mentale pijn om het huis uit te komen. Haar wereld bestond enkel nog uit wat ze binnenkreeg via radio en televisie. Ze hunkerde naar zoveel meer. Wat had ik graag met haar naar de performance van Sien gekeken, online door het Rijksmuseum gewandeld of naar een Facebook concert van Eva van Manen geluisterd.
In maart, net voor de theaters in Vlaanderen en Nederland hun deuren moesten sluiten, experimenteerde de Vooruit in Gent voor het eerst met ‘relaxed performances’. In Nederland lijkt het denken over toegankelijkheid niet verder te reiken dan een enkele rolstoelplaats of een avond per seizoen een gebarentolk of ondertiteling erbij. Deze tijd nodigt uit tot een nieuwe manier van denken over toegankelijkheid. Voor mensen die fysiek en/of mentaal niet in een zaal op elkaar gepropt kunnen/willen zitten, kan dit nieuwe denken de oplossing zijn. Ook na deze gezondheidscrisis.
Afgelopen jaar speelde ik mijn voorstelling Anne meets Jeffrey in Battersea Arts Centre. Dit theater in Zuid-West Londen is een voorbeeld in toegankelijkheid: het wil zoveel mogelijk verschillende mensen van theater laten genieten. De programmeur van BAC vroeg me meteen tijdens ons eerste gesprek om een van de voorstellingen ‘relaxed’ te maken, zodat het ook toegankelijk zou zijn voor een neurodivers publiek. Bij een ‘relaxed performance’ worden de lichten gedempt, staat de muziek zachter, is er voldoende ruimte voor het publiek om te bewegen en wordt er een ‘break-out room’ ingericht waar je even pauze kunt nemen.
Een zaal vol mensen die op een zeer specifiek moment samenkomen om iets te zien en ervaren. Dat is iets unieks en beseffen we nu meer dan ooit, maar deze nieuwe situatie blijkt verrassend inclusief. Een inclusiviteit die een verder denken over dat woord vereist, een denken dat gaat over hoe we zoveel mogelijk verschillende mensen, met verschillende achtergronden, behoeften en mogelijkheden tegemoet kunnen komen. Laten we nadenken over hoe het theater een plek kan zijn waar alle soorten en maten mensen terecht kunnen en als dat niet in het fysieke theater zelf is, dan via andere kanalen thuis op de bank. Het aanbod dat nu ontstaat door de sluiting van theaters en concertzalen opent een wereld voor mensen wier wereld anders gesloten blijft. Laten we deze periode niet zien als een gesloten deur, maar juist als een deur die op een kiertje open staat naar een andere wereld.