Inclusief theater is de laatste jaren een steeds belangrijker thema in de theaterwereld. Acteurs en actrices met roots over de hele wereld worden aangemoedigd om samen theater te maken, want het theater is van iedereen. Een groep die minder vaak genoemd wordt als het gaat om inclusiviteit, is die van mensen met een beperking. Stichting Special Arts richt in samenwerking met bekende theatermakers zoals Gijs de Lange en Alex van Bergen een spotlight op deze relatief onbekende theaterwereld. (meer…)
In de wereld van het poppen-, objecten- en beeldend theater wordt met verbijstering gereageerd op het recente advies van het Fonds Podiumkunsten, waardoor een gat geslagen wordt in het aanbod van het poppen- en beeldend theater.
Om blij van te worden is het positieve advies voor Tg. Winterberg, nieuwkomer in de meerjarensusbidie. Ook Ulrike Quade kan doorgaan op de door haar ingeslagen weg. Alle andere gezelschappen die zich met poppen- en beeldend theater bezighouden, vallen buiten de boot: Duda Paiva, positief gewaardeerd met voldoende betekenis voor de podiumpraktijk, is helaas niet gehonoreerd. Hetzelfde geldt voor Feikes Huis. Het geadviseerde bedrag is niet gehonoreerd, met kritiek op de plannen en de uitbouw van het te bereiken publiek. Hotel Modern heeft wel een geadviseerd bedrag, maar is eveneens niet gehonoreerd. De commissie meldt dat ‘er niet sprake is van een bijzondere betekenis, en dat het geen aanbod betreft dat weinig te zien is in Nederland’. De wijze waarop deze groep kamp- en oorlogservaringen heeft verbeeld is echter volgens ons uniek in de wereld.
Theater Gnaffel, negatief advies. Met als slotmededeling dat er geen sprake is ‘van een bijzondere betekenis op inhoud en geen bijzondere betekenis op vorm. De totstandkoming van de voorstellingen wijkt niet af van die gebruikelijk is in de podiumpraktijk’. Verder Unieke Zaken, een beeldend theatergezelschap dat veel werkt met objecten en het decor vaak gebruikte als muziekinstrument. Een negatief advies, geen honorering. Ook van dit gezelschap wordt gemeld dat ‘het geen bijzondere betekenis op effect heeft en geen bijzondere bijdrage levert aan de ontwikkeling van de Nederlandse podiumkunsten’. Ook BOT (regio oost) kreeg positief advies, maar blijft zoals alle aanvragers uit die regio met lege handen.
Tot slot is er een negatief advies voor Studio Peer (Fred Delfgaauw). Zijn artistieke kwaliteit wordt als zwak beoordeeld. In het bijzonder is de commissie negatief over zijn laatste voorstelling King Lear. Zij vond ‘dat bij King Lear het spel en de vormgeving onvoldoende ruimte gaven aan het verhaal’. Maar er zijn veel mensen in het theaterveld en onder het publiek die daar anders over denken dan de commissie. Zo was theaterkrantcollega Kester Freriks enthousiast over deze voorstelling. De commissie concludeert dat de producties van Fred Delfgaauw geen zeggingskracht hebben. Daar hebben wij een ander oordeel over. Wat hij brengt, heeft vaak een artistieke meerwaarde. Hij brengt gelaagdheid in de inhoud én ook in de vorm, hij maakt associatief theater dat emoties visualiseert.
Wij zijn niet de enigen die wijzen op de eenzijdige keuzes van de commissie. In dagblad Trouw van maandag 10 augustus jl. wijst columnist Stevo Akkerman op de grote nadruk bij de toekenning van subsidiegelden aan Amsterdam ten koste van een regionale spreiding. Iets dat het Fonds zelf erkent op zijn website. Maar de redenering daarachter is een vreemde. Omdat de spreiding nu met name tot stand komt in de culturele basisinfrastructuur (BIS), vindt het Fonds dat ze dit minder hoeft te benadrukken. Maar in de BIS zitten alleen de grote gezelschappen. De kleinere gezelschappen die poppen- en beeldend theater maken, zitten voornamelijk bij het Fonds, dat echter met de spreiding geen rekening heeft gehouden. Daardoor komt niet alleen de regionale spreiding in gevaar, maar ook de verbreding van het totale theateraanbod. Poppen- en beeldend theater zal in de toekomst vrijwel nergens meer te zien zijn. In het rapport wordt de honorering afgewezen voor vier gezelschappen die buiten de Randstad werkzaam zijn en een belangrijke regionale functie vervullen.
Het valt ons op, dat niemand in de beoordelingscommissies een achtergrond heeft in het beeldend theater. Men lijkt het gewoon niet te kennen! Wat ons verder treft is het clichématige taalgebruik in hun afwijzing. Het rapport lijkt voor een belangrijk deel te rusten op een grote mate van plak- en knipwerk. Opvallend is dat in vrijwel alle adviezen gesteld wordt dat ‘het geen aanbod betreft dat weinig te zien is in Nederland’. Daarmee wordt eigenlijk de eigenheid en uniekheid van het poppen- en beeldend theater ontkend. Daarnaast is de commissie inconsequent. Zo is zij positief, waar Tg. Winterberg kiest ‘voor passende artistieke partners als Feikes Huis, en weet het gezelschap deze keuzes (volgens het rapport) helder te onderbouwen’ (pag. 92), maar wordt de subsidie van dát huis niet gehonoreerd, want de commissie ‘vindt de rol die Feikes Huis (bij samenwerkingen) inneemt niet duidelijk uitgelegd, bijvoorbeeld in de samenwerking met Tg. Winterberg’ (pag. 148). Natuurlijk is deze inconsequentie gemakkelijk te verklaren. In het ene geval is de commissie van categorie 1 aan het woord, in het laatste geval die van categorie 2. Molière zei het al: de kritiek is een meneer, en de argumentatie kunnen wij alleen maar beoordelen als zwak, want zichzelf tegensprekend!
De commissie prijst terecht (!!) toneelgroep Jan Vos, voor ‘de indringende wijze waarop het gezelschap via de theatrale verbeelding sociale onderwerpen agendeert’. Deze verhalen zegt ze ‘worden gegoten in de vorm van meeslepend, naturalistisch theater met een laagdrempelige, bijna alledaagse thematiek’ (pag. 161). Maar op pag. 220 beoordeelt de commissie het als negatief dat de voorstellingen van Theater Gnaffel ‘dicht bij de realiteit blijven’.
Fred Delfgaauw van Studio Peer zorgde in de jaren 1980 en 1990 voor vernieuwing in het kindertheater. Klassiekers uit de theaterliteratuur (als Shakespeare en Beckett) bewerkte hij voor jong publiek, zonder een knieval te maken. Hij wist in het kindertheater een extra artistieke gelaagdheid te brengen. Door niet een eendimensionaal verhaaltje te spelen met een kop en een staart, maar door eerder de fantasie van het kind zelf te prikkelen, door associatief en emotief te werken. Later kiest hij ervoor om alleen voor volwassenen te spelen om zo een eigen publiek te kunnen opbouwen, zoals elke theatergroep dat wil. Dat is hem gelukt.
Fred Delfgaauw blijft vernieuwen. Hij verdiept zijn vakkundigheid in het spelen met en het manipuleren van poppen en figuren. Hij weet met een enkel lapje stof een complex personage te creëren. Zijn theaterstukken zijn zeer gevarieerd. Dat gaat van bewerking van klassiekers (Shakespeare), via meer cabareteske voorstellingen tot eigen verhalen met een diepere inhoud, zoals het oorlogsverleden van zijn vader en – wat wij bijzonder vonden – een voorstelling over de vergeten schrijver Carmiggelt (jaren later terug uit de vergetelheid gehaald door een dundrukuitgave).
Fred Delfgaauw (en hij natuurlijk niet alleen) heeft het cliché dat heerste over poppenkast compleet doorbroken, overhoop gehaald en ervoor gezorgd dat figurentheater en objectentheater (ook wel gezien als ‘theater der dingen’) als artistiek volwaardig genre in het theaterlandschap erkend worden. Zo’n inspirerende theatermaker zou je alleen al daarom tot zijn pensioen moeten loven en eren, en ook financieel belonen!
Fred Delfgaauw bezat en bezit het vakmanschap en talent om met objecten, stukjes stof en rubber een werkelijkheid te suggereren. Hij bezat en bezit nu nog steeds de inventieve kracht om als speler in het hoofd van de toeschouwer fantasie reëel te maken. Steeds opnieuw en opnieuw, in producties die steeds weer anders zijn, dan wat we kennen. Het publiek weet, dat het steeds verrast zal worden, dat het weer opnieuw verwonderd zal worden. Zowel in Vlaanderen als in Nederland onderscheidt Fred Delfgaauw zich duidelijk van anderen. Niet voor niets is er in beide landen door aanstormend talent een beroep gedaan op hem om hen op te leiden, te coachen, te adviseren, en te inspireren.
Het verhaal dat wij hier over Delfgaauw weergeven, zouden wij ook kunnen vertellen over de andere afgewezen beeldend theatermakers. Wij geven het hier slechts bij wijze van exempel.
Elke toe- en beschouwer van theater laat zich leiden door smaak. Voor een commissie kan de eigen voorkeur echter geen gewichtig argument zijn om deze gezelschappen de doodsteek te geven en uit het theaterlandschap te laten verdwijnen. Wij vragen ons in gemoede af of de commissie een probleem heeft met dit theatergenre? De commissie is zich er toch van bewust dat er in het theaterlandschap diversiteit en verscheidenheid moet zijn? Volgens ons is het toch de taak van een commissie om te waken over die vruchtbare diversiteit. Door aan deze hier bovengenoemde gezelschappen geen subsidie meer te verlenen, verschraalt de commissie het theaterlandschap én laat zij deze gezelschappen sterven. En dat ook nog in de coronatijd waarin artiesten al moeten spartelen om te overleven.
Daarom denken wij dat het tijd wordt dat poppen- en beeldend theatermakers de handen ineen slaan, om duidelijk te maken wat het belang, de kracht en het speciale van deze discipline is. Anders blijft het blijkbaar mogelijk een deel van het aanbod met een pennenstreek weg te vagen. Schandalig!
Redactie ‘De wereld van het poppenspel’
hoofdredacteur Peter Vermaat
Tuur Devens
Marla Kleine
Foto: King Lear van Fred Delfgaauw & Ida van Dril, Jaap Reedijk
In de veertig jaar die ik werkzaam ben geweest in poppentheater/beeldend theater in Nederland is er nog nooit, nog nooit een inhoudelijk sterk advies gegeven. Niet positief en niet negatief. Er was gewoon geen interesse voor en geen kennis van.
Fantastische recensies voor King Lear maar de commissie vond het zwak?
En de commissie heeft geen enkele achtergrond in beeldend theater?
De commissie ziet zichzelf als belangrijker dan ze daadwerkelijk zijn. Niets zo leuk als het spelen van theaterdouane.
”Geen bijzondere betekenis op inhoud en vorm?” is een makkelijke dooddoener om niet te hoeven verantwoorden waarom beslissingen genomen worden.
Er mag wel eens een flinke bezem door die commissie want dit is natuurlijk belachelijk.
Ik vind het een beetje kinderachtig hoe er gereageerd wordt en denigrerend er wordt gesproken over het fonds. Dat je buiten de boot valt volledig wijten aan een ander zegt meer over jezelf dan over die ander..
Elke, u zegt
”Dat je buiten de boot valt volledig wijten aan een ander zegt meer over jezelf dan over die ander..”
Een beetje een aparte reactie gezien dit artikel en de reacties eronder niet geschreven zijn door de groepen die de subsidies mislopen.
Het feit dat mensen kritisch zijn op het fonds is, getuige de tekst in dit artikel en de slecht onderbouwde commentaren van het fonds, mijn inziens meer dan terecht.
Ik vind het diep beledigend zoals deze “deskundige”commissie met het poppenspel omgaat. In het bijzonder de manier waarop Fred Delfgaauw wordt weggezet als zwak en niet vernieuwend en de fantastische productie “King Lear”wordt gekraakt. Heeft een van de commissieleden wel in de zaal gezeten? Of de moeite genomen de goede tot uitbundig prijzende recensies te lezen? Of is Gorcum te ver weg voor deze geborneerde zelfingenomen bewoners van Amsterdam, dat meer dan de helft van de subsidies krijgt toegekend? Het is schandalig en ik ben in geen tijden zo kwaad geweest.
Elke heeft duidelijk geen kaas gegeten van figuren en objecttheater. Net als de commissie. Onbegrijpelijk en schandalig!
Met een diepe zucht,rest slechts een uitspraak die ik vaker heb gedaan,wanneer er weer eens met de botte bijl en oogkleppen gekeken wordt naar tal van gedreven theatermakers: “Zalig zij de armen van geest,maar ze moeten niet gaan overdrijven!”
Misschien moet de commissie een mix worden van makers,publiek,vsd en geldverstrekkers.
Het is werkelijk schandalig hoe of er met deze kunst wordt omgegaan. Ooit wel eens gekeken naar Fred Delfgaauw met zijn prachtige theater. Waar de recentie prachtige zijn. En het publiek heel enthousiast is. Ik zou zeggen, ga eens kijken.
De commissie zou moeten kijken naar het publiek, de reacties en het gevoel.
Dat hebben ze duidelijk niet gedaan.
Ik vind het schandalig hoe ze een geweldige voorstelling én een prachtige theatermaker als Fred Delfgauw kapot maken.
Sla de handen ineen en vecht.
Decennialang volg(de) ik het theater met poppen. Bewonderde de magie van Jozef van den Berg, Neville Tranter (Stuffed Puppet Theatre) en … Fred Delfgaauw (Studio Peer). Jozef besloot zijn carrière te beëindigen, Neville gaf zijn loopbaan een andere wending (opera) en Fred…. dreigt nu de laan te worden uitgestuurd. Niet te begrijpen, niet te verantwoorden, want dat zou een niet te beschrijven leegte achterlaten in het theaterlandschap in het algemeen én in de wereld van het acteren met poppen in het bijzonder. Fred was, is en blijft immers uniek in zijn manipulatie van poppen en zijn expressie van stemmen en stemmingen. Deze herkenbaarheid/eigenheid leidde echter nooit tot voorspelbaarheid. Daarvan getuigen zijn laatste voorstellingen: Wachtkamer van de Liefde, Paradijsvogels, King Lear… De diversiteit van de bespeelde thema’s en de gelaagdheid van elke voorstellingen (wat de commissie hierover ook mag beweren) zijn van-zelf-sprekend en hoeven geen verdere commentaar. Deze stevige portie theaterverleden geen toekomst meer gunnen, zou niet alleen een eenmalige vergissing zijn, maar een onherstelbare blunder. Daarom hoop ik van harte dat ook hier en nu de nodige moed en het noodzakelijke inzicht groeien om op de genomen beslissingen terug te komen. Niet enkel voor Fred zelf en voor zijn team, maar ook voor het poppenspel minnend publiek (jong én minder jong) in Vlaanderen en Nederland…
Het FPK ontbeert visie en historisch besef. Delfgaauw is een meester in wat hij doet. Het culturele veld in NL zal enorm verschralen als hem de nek wordt omgedraaid. Hij is uniek en met hem verdwijnt een belangrijke leerschool voor het magische ambacht, waarin hij excelleert. Het negatieve advies moet herzien worden.
In deze coronatijd wordt de wereld op zijn kop gezet en hebben vele mensen en instellingen het zwaar. Ook in de culturele sector. Maar dat je als unieke spelsoort tegelijkertijd met je spellokatie door een ‘deskundig’ advies het ravijn wordt ingestort is onverteerbaar. Delfgauw en Periscoop verdienen een helpende hand.
Wat een misselijkmakend besluit. Over het spel van Fred is hierboven al het een en ander gezegd waar ik me volmondig bij aansluit. Een meesterlijk talent die wat mij betreft voor zover ik weet zijn gelijke niet kent in Nederland.
Die dat talent vervolgens ook nog eens aanwendt om anderen hierin op te leiden. Die zijn theater beschikbaar stelt voor initiatieven.
Over dat theater: het is toch ondenkbaar dat door zo een besluit het prachtige theater, eigenhandig opgespaard en opgebouwd, zou moeten verdwijnen. Een theater met een regionale functie.
Cultuur is het kind van de rekening in deze tijd. Maar op deze manier wordt er door mensen die hun mening wellicht op persoonlijke voorkeuren baseren (want gezien de prachtige recensies kan ik geen andere conclusie trekken) een ambacht weggeknuppeld. Ik hoop op veel reacties waardoor de commissie misschien nog aan het denken wordt gezet.
Schandalig zoals Fred beoordeeld wordt op 1 voorstelling king lear wij hebben alle voorstellingen van Fred in ons theater gehad naar alle tevredenheid van onze bezoekers. Het aantal bezoekers nam na de begin jaren alleen maar toe dat zegt genoeg of niet soms
Schandalige onderwaardering van een nog steeds jonge en voortdurend vernieuwende theatervorm. Juist de spreiding zou moeten worden versterkt en niet afgebroken. De bijzondere, zeg maar unieke kwaliteiten van Studio Peer en met name de meester, Fred Delfgauw als mentor van vele jonge theatermakers in deze vernieuwde theatervorm zou moeten worden beloond. Dat zou kwaliteit en spreiding ten goede komen.
Mijn mond valt open bij het lezen wat er door de commissie wordt gezegd over de voorstellingen van Fred Delfgaauw. Als iemand de klassieke stukken nieuw leven weet in te blazen, voor jong en oud, en daarmee een kloof weet te overbruggen die weinigen in de theaterwereld weten te overbruggen, dan is hij het wel. Als dit soort onzinnige uitspraken van de commissie, zonder enige echte onderbouwing of kennis van zaken, kunnen worden gedaan en zij degenen zijn die het toekomstige theaterlandschap vorm moeten geven, dan kunnen we misschien beter helemaal ophouden met theater in Nederland. Voor Fred Delfgaauw moet er altijd een plek vrij gehouden worden in het Nederlands theaterbestel, omdat hij en zijn voorstellingen dat meer dan verdienen.
Heel bijsonder dat een commissie een totaal ander idee heeft dan de mijne als het gaat over het poppenspel van Fred Delfgauw. Als frequent theaterbezoek vind ik het namelijk heel erg onderscheidend omdat dhr. Delfgauw er in slaagt om mij gedurende 100 minuten volledig betrokken te houden bij de voorstelling als ware zijn poppen echte mensen.
Daarnaast wordt onderschat welke rol hij speelt in de talentenontwikkeling, landelijk, regionaal en plaatselijk. Vanuit een ongetemde liefde begeleidt hij talenten op weg naar een mogelijk professionele toekomst en daarbij aanvullend aan het Nederlandse cultuurlandschap. Blijkbaar vindt de commissie dat het landschap niet verder verrijkt hoeft te worden.
Als laatste punt wil ik nog opmerken dat het theater Peeriscoop een startpunt is middels vele try-outs van voorstellingen die nog niet “af” zijn. De kwaliteit van voorstellingen vereisen goede try-outs, al of niet professioneel beoordeeld door dhr. Delfgauw.
Helaas komen al deze punten totaal niet mee in de nogal “hak-plak” beoordeling van de commissie. Daarmee geeft deze zichzelf een motie van onvermogen en laat zien dat ook hier interne “blinde vlekken” helaas de cultuurwereld de nek omdraaien in een tijd waarin corona al veel onmogelijk maakt.
Wat een ondermaatse reactie op het werk van Fred Delfgaauw! Het getuigt van weinig kennis van zaken en inzicht in teksten. Als de beoordelaars geen gelaagdheid kunnen ontdekken in zijn voorstellingen, ligt dat aan hun gebrek aan inzicht en niet aan zijn- kennelijk door hen beleefde- oppervlakkigheid. Deze reactie doet mij denken aan iemand die alleen van de Rolling Stones houdt en vervolgens een symfonie van Beethoven meent te kunnen beoordelen.
Er is kennelijk ook weinig weet van Freds geschiedenis. Alleen al zijn enthousiasme en geestdrift om mensen mooi en bijzonder theater te bieden, te inspireren, jeugd met theater kennis te laten maken, is van een onbetaalbare betekenis.
Ik heb alle voorstellingen van Fred een of meerdere malen gezien. Iedere keer weer wist hij me te boeien, ontdekte ik nieuwe aspecten die mij de vorige keer niet waren opgevallen. Hoezo geen gelaagdheid? Hij zet je juist aan het denken! Hij prikkelt de fantasie, is geestig en ontroert. Hij houdt van taal en dat is goed te merken aan zijn virtuoze, inhoudsvolle teksten. Het is geen wonder dat veel mensen meerdere malen dezelfde voorstelling bijwonen.
Hij heeft in mijn tijd als lerares veel voor mijn leerlingen betekend. Hij kwam op school uitleggen wat hij deed, hoe hoe hij werkte en waarom hij dat op die manier deed. Velen werden door zijn uitleg en voorstellingen gegrepen.
Zijn enthousiasme is ook voelbaar aan de manier waarop hij jong talent wil stimuleren en promoten. Hij is theaterman in hart en nieren, en heel uniek. Waarom wordt zijn belang dan niet erkend? Een onbegrijpelijk misverstand.
In plaats van trots te zijn op zo’n unieke theaterman, wordt hij weggezet als iemand die niet voldoet aan de eisen van mensen die kennelijk nauwelijks inzicht hebben in wat hij doet en gedaan heeft.
De zelfbenoemde cultuurpolitie die meent haar mening te kunnen objectiveren met gatenkazerige argumentatietjes zou karakter tonen indien zij dit rapport zou intrekken. Een Atheneum-4 leerling had ik hier overigens wel een 6 voor gegeven. Je moet de jeugd immers stimuleren
Het poppen- en beeldend spel brengt kunst, verbeelding, magie en verwondering naar het theater. Een bijzondere theatervorm die bijdraagt aan de diversiteit in het aanbod.
Met zijn unieke talent, vakmanschap en ruime ervaring brengt Fred Delfgaauw poppen en objecten op magische en virtuoze wijze tot leven. In King Lear bewijst Fred het spel nog altijd niet verleerd te zijn. Naast zelf te spelen, geeft hij zijn vak ook op succesvolle wijze door aan jong talent, waarvan Ida van Dril (die inmiddels haar sporen ruimschoots verdiend heeft) en Eva van den Bosch goede voorbeelden zijn.
Draai de poppen en leerschool niet de nek om, maar houd ze in leven!! Ze verdienen dat podium!!
Ik steun Fred Delfgaauw
omdat ik niet begrijp dat een zo bevlogen theatermaker niet de subsidie krijgt waar hij, mijns inziens, recht op heeft. Waarom wordt hij beoordeeld op zijn laatste theaterprogramma en niet op wat hij in de loop van zijn carrière heeft opgebouwd?
Zijn theaterprogramma’s
zijn uniek te noemen en hij heeft daarmee in de loop der
jaren een heel eigen publiek opgebouwd. Veel liefhebbers van dit unieke genre zijn door deze commissie erg teleurgesteld, zo ook ik. Fred Delfgaauw is een bevlogen en zeer getalenteerde podiumkunstenaar waar er in Nederland maar weinig van zijn. Het zou toch echt een verlies zijn als we, na de ellende van de corona crisis, ook niet meer naar de mooie voorstellingen van Fred Delfgaauw kunnen gaan.
GAM van den Berg.
Mijn moeder was groot fan van Fred Delfgauw. Wij moesten mee. Ook als 50 plusser ontkom je niet aan de druk van een ouder. Poppenspel zei me niets, dat kende ik alleen van ‘poppenkast. Dat dit totaal iets anders was, werd snel duidelijk. Ongelooflijk knap zitten de voorstellingen van Fred in elkaar. Dat King Lear niet aan de artistieke maatstaven voldoet raakt me zeer. Vooral omdat mijn moeder op onnavolgbare wijze in de in het stuk verwerkt is. Ik kan niet oordelen of iets wel of niet vernieuwend is. Of nieuw ook beter is?? Het lijkt mij in ieder geval niet de juiste tijd — er is iets aan de hand in de wereld – om bestaande gezelschappen om zeep te helpen. Over de kwaliteit van de artistieke beoordeling is door het fonds is door anderen al aan de bel getrokken, lees ook https://www.nrc.nl/nieuws/2020/08/10/wende-snijders-is-beter-dan-ruim-voldoende-a4008377. Hopelijk is het nog niet te laat om tot andere besluiten te komen.
Er was eens een staatssecretaris voor de kunsten luisterend naar de naam Zijlstra (Die naam had ik verdrongen, maar kwam nu weer boven), die, niet gehinderd door kennis en kunde, de kunstwereld een zware slag toebracht. Daar moet ik aan denken, nu het Fonds Podiumkunsten meent een oordeel te hebben over voorstellingen van o.a. Fred Delfgaauw. Ook hier lijkt een compleet gebrek aan kennis en kunde een belangrijke rol te spelen. Hoe jammer! Misschien moet het Fonds over zichzelf een vergelijkbaar oordeel uitspreken en wordt het tijd voor vernieuwing.
Overigens is het een idiote gedachte, dat alle voorstellingen telkens weer vernieuwend moeten zijn. Als dat een uitgangspunt is voor de beoordeling, dan dient men zich des te meer achter de oren te krabben, wat aan die gedachte eigenlijk ten grondslag ligt.
Er is inmiddels genoeg over Fred, zijn werk, zijn theater en zijn enthousiaste opleiding gezegd. Van harte hoop ik, dat de minister zijn oor niet te luisteren legt bij de meningen van het Fonds. Dat zal wel ijdele hoop zijn. Maar Fred moet blijven en financieel ondersteund worden, laat dat duidelijk zijn!!
Fred delfgaauw/Studio Peer: gelauwerd bij pers en publiek, geridderd om artistieke prestaties van hoog niveau en nu neergesabeld door… tja, wat zal ik ervan zeggen? Een commissie die niet gehinderd wordt door enige kennis van zaken? Dat mag ik natuurlijk niet beweren, want het zijn toch achtenswaardige en integere personages in dit drama van Dagobert Duck? U weet wel, die schatrijke oom die vooral de geldkraan gesloten houdt. Dan moeten ze wel met verdomd goede argumenten komen waarom ze aan bepaalde aanvragers geen geld zullen uitgeven. Die argumenten ontstaan niet vanuit eigen ervaring, lees: bezoek aan die voorstellingen, maar ze komen van een waslijst vol variaties op afwijzingen die prominent naast de laptop ligt wanneer het oordeel geschreven moet worden. Da’s wel zo makkelijk, want o jee, je bent al een hele dag en avond kwijt als je helemaal uit Amsterdam ergens in het land iets wil gaan zien. Haarlem (waar de laatste premières van Fred Delfgaauw plaatsvonden) is al te ver.
Ik nam de moeite om alle rapporten te lezen. De meeste gezelschappen ken ik wel en zeker van zien. Ik krijg de indruk, ja zelfs stellige overtuiging dat elke afwijzing een variant is op termen uit de waslijst. Het is zo gratuit om te beweren dat producties niet vernieuwend genoeg zijn. Hoe vernieuwend moet je zijn om in aanmerking te komen voor subsidie? De beoordelingen zeggen ook iets over de armoedige staat van denken over cultuur in het algemeen en cultuurspreiding in het bijzonder. Maar het kwaad is geschied. De gezelschappen hebben gigantisch veel werk en tijd gestoken in het opstellen van de aanvraag. Om dan terug te lezen: ’dit en dat heeft dit gezelschap onvoldoende uitgelegd’. Geen kans om verdere toelichting te geven. ‘Dit is ons oordeel en daarmee zult u het moeten doen’. Punt. Een hoger beroep is niet mogelijk.
Dit Fonds heeft het Nederlandse cultuurlandschap behoorlijk omgeploegd en aan sommige makers onherstelbare schade toegebracht. Niet alleen financieel, maar ook mentaal. Alleen maar afgebroken, nergens een goed advies gegeven of een sprankje hoop voor de toekomst. Wat moet gebeuren om dit in de toekomst te voorkomen is, dat het FPK zichzelf moet opheffen. Dat getuigt tenminste van enige zelfreflectie. Het hele systeem moet op de schop. Met meer diversiteit, spreiding en minstens een goede definitie van ‘vernieuwing’.
Met open mond en tranen in m’n ogen dit artikel gelezen…de plank gaat hier volledig mis blijkbaar heeft men geen weet van de ongekende creativiteit en kundigheid van Fred Delfgaauw. Nog steeds na jaren blijft hij verbazen, boeien, ontroeren en vernieuwen. Een onuitputtelijke bron van inspiratie en weet als geen ander publiek,jong en oud, te raken. Collega’s, theaters in nl en België spreken vol lof over zijn voorstellingen steeds weer overweldigend applaus na afloop. Het blijkt maar weer eens dat het een Amsterdams feestje moet worden…Schande voor de theater wereld hoe hier de potjes zijn verdeeld
Onvoorstelbaar dat theater Peeriscoop en in het bijzonder Fred Delfgaauw op deze wijze wordt afgeschilderd door de commissie. Zijn shows zijn van ongekende klasse en diepgang. Hij neemt je in zijn eentje mee in een verhaal met meerdere personages. Het raakt en vertelt een verhaal.
Wat een ongelooflijke onwetendheid en onkunde en vooral een mokerslag voor dit deel van de theater sector waar ziel en zaligheid wordt ingelegd door de makers en bedenkers.
Wat mij verbaast is de onderliggende motivatie bij het advies van het fonds podiumkunsten: de artistieke kwaliteit van Fred Delfgaauw wordt als zwak beoordeeld. Ik kan dan bijna niet anders dan concluderen dat de commissie bij geen enkele voorstelling aanwezig is geweest. Als je namelijk wel bent geweest, bij welke dan ook dan heb je kunnen ervaren dat de voorstellingen raken, schuren, ontroeren, verbazen, aanzetten tot denken. De voorstellingen schijnen licht op het alledaagse wat hierdoor tot leven komt en binnenloopt in mijn hart maar ik weet zeker in de harten van alle toeschouwers. Het bijwonen van de voorstellingen van Fred zijn ook confrontaties met onze dagelijkse beslommeringen, door zijn beeldend werk stijgt hij en hij neemt zijn publiek mee, boven de materie uit. Er zou een subsidiepot moeten zijn voor dit genre, het overstijgt namelijk het poppenspel en beeldend theater en is hierdoor niet te vangen in de bestaande verdeling van gelden.
Volgens het advies van het fonds van de podiumkunsten de commissie zou het bij de voorstellingen van Fred Delfgaauw ontbreken aan zeggingskracht. Ik heb het even opgezocht:
Zeggingskracht: 1. Vermogen om indruk achter te laten.
Wat je er als toeschouwer ook van mag vinden, indruk maken de magische voorstellingen van Fred Delfgaauw, met zijn alterego’s. Met studio Peer creëert hij kansen voor jonge theatermakers, heeft zijn droom theater Peeriscoop verwezenlijkt, draagt bij aan talentontwikkeling.
Het zou de commissie sieren haar advies te heroverwegen, te durven zeggen misschien hebben we wat kort door de bocht gehandeld. Dat zou getuigen van lef en lef is iets wat de podiumkunsten kunnen gebruiken, zeker nu.
Fred Delfgaauw al 40 jaar in hart en nieren een bevlogen theatermaker, vakman en een creatieve inspirator voor velen….
Dat draaien ze bij FPK met dit negatieve advies gewoon de nek om, ik heb het met verbazing gelezen en deze afwijzing mist elke aansluiting met de realiteit. Het lijkt of ze hem hiermee bewust in zijn hart hebben willen raken.
Ik onderschrijf de genuanceerde analyse van Tuur Degens en de vele steunbetuigingen aan het adres van Studio Peer / Fred Delfgaauw. Met een ongebreidelde energie maken hij en Ida van Dril prachtig diepgaand poppen/object theater met een ongekende gelaagdheid in de verhaallijnen. Deze vorm van theater is heel bijzonder en mag absoluut niet verdwijnen. De meest recente productie die voor de coronacrisis uitbrak op de planken werd gezet is KING LEAR. Een prachtige hedendaagse bewerking van een van de werken van Shakespeare . Zo vakkundig in elkaar gezet en vervolgens gespeeld dat ik de beoordeling van de commissie niet begrijp en mezelf hardop afvraag of zij de moeite hebben genomen om dit stuk in de uiteindelijke productie ook echt zelf hebben gezien.
Fred Delfgaauw is in staat om objecten te laten voelen als echte, levende personages. Doeken, poppen, objecten, alles geeft hij bezieling. Na 40 jaar theater maken is zijn publiek nog steeds betoverd door zijn fantastische solostukken waarin hij nooit alleen is. De King Lear van Delfgaauw is terug gebracht naar zijn essentie en een (van de) juweeltje(s) uit zijn rijke repertoire. Het Zaantheater boekt Fred Delfgaauw, als een van de zeer weinige artiesten, ieder jaar. Altijd uitverkocht, altijd geëmotioneerd publiek. Altijd verrijkt weer naar buiten.
Wat een schande hoe men de kunstenaar Fred Delfgauw wegzet, lovende kritieken ( al jaren ) is men überhaupt wel eens wezen kijken bij 1 van zijn producties.
Wie is de commissie en is dit een unaniem besluit geweest dan vraag ik mij af of deze mensen wel in een commissie moeten ( kunnen ) zitten waar zij beslissen over een Giga subsidiepot.
Schande schande schande.
Fred Delfgaauw ken ik niet. Wel Fred. Als groupie van het eerste uur had mijn moeder het over Fred.
Alle voorstellingen heeft ze gezien. “Nee kind, ik ga eerst naar de try-out. En dan om de paar maanden nog een keer. Dan zie je het groeien. Het is zo fantastisch wat die man doet.”
De eerste jaren knikte ik braaf, maar nadat ik een paar keer mee was geweest begreep ik het. De voorstellingen van Fred zijn meer dan bijzonder.
Het is niet zo dat ze verder nergens naartoe ging. Ze vertelde over alle voorstellingen waar ze geweest was. Maar Fred was meer. De manier waarop deze man zijn poppen tot leven brengt is niet te beschrijven.
Omdat mijn moeder King Lear niet meer zou kunnen zien, stuurde Fred haar de ruwe versie. Tijdens het versturen ging er iets fout, alles was weg, inclusief back-up. Hij heeft het volledig moeten herschrijven. Met als gevolg dat zij verweven zit in het stuk.
Zij heeft haar leven weten te rekken totdat we nog een laatste keer naar Paradijsvogels konden. Dat zegt genoeg. Ze was een Paradijsvogel.
Fred is er een.
Paradijsvogels hebben subsidie nodig.
Onvoorstelbaar! Wat heeft Fred schitterende voorstellingen gemaakt! Wat te denken van Mozart, Minder is Meer, Kronkels, Don Quichot, Paradijsvogels, King Lear enz. Hij heeft ze allemaal bij ons gespeeld. Een schande dat daar zo mee omgegaan wordt door het Fonds Podiumkunsten! Een heel bijzondere theatermaker die zelfs voor z’n werk de NRC Toneel Publieksprijs kreeg! Een theatermaker die zwaar onderschat wordt. Hopelijk kan het nog hersteld worden!!!
Het gaat om de artistieke plannen die zijn ingediend. Blijkbaar waren die artistiek zwak. Behaalde successen in het verleden bieden nu eenmaal geen garanties voor de toekomst. Zelfs niet voor meneer Delfgauw. Soms verliest een kunstenaar, hoe pijnlijk ook, zijn relevantie, of zwakt hij artistiek af of doen anderen het simpelweg beter. Deal with it mensen. En laten we ophouden met het boze machteloze geschreeuw.
Dit is geen geschreeuw.. dit is een tegenreactie. Ook ik ben verdrietig over dit besluit. Ik ben groot geworden met de weergaloze voorstellingen van Fred Delfgaauw. Van de wolkenjas als meisje van 8 tot King Lear als vrouw van middelbare leeftijd. Juist omdat keer op keer Delfgaauw mij wist te raken en verbazen. Ik steun de roep om dit besluit te herzien.
Ik denk dat alle reacties onder dit artikel voor zich spreken.
Misschien is het tijd om het Fonds eens grondig te evalueren en kijken of er niet betere manieren zijn om de subsidies te verdelen. Of in elk geval door mensen die hun beoordelingen wel kunnen onderbouwen.
Het woord relevantie komt mij zo langzamerhand ook wel een beetje de strot uit trouwens….
Wij hebben tijdens onze theatertournee ook in de Peeriscoop gespeeld. Bij dit sfeervolle en fijn speelbaar theater hebben we ook Fred Delfgaauw leren kennen. Behalve dat we onder de indruk waren van het feit dat iemand zoveel liefde voor het vak heeft dat hij een eigen theater heeft gerealiseerd, waren we vooral gegrepen door het talent en gedrevenheid van Fred Delfgaauw. Het spel met de poppen krijgt door hem een hele andere dimensie. Ook hebben we bewondering voor het feit dat hij zijn bijzondere vakkundigheid wil delen en doorgeven aan nieuw en aankomend talent. Wij hebben op heel veel plekken op de wereld opgetreden, maar zelden zo’n bijzondere sfeer als in de Peeriscoop meegemaakt. De foyer heeft een zeer sociale functie, die ook door alleenstaanden en niet alleen theaterliefhebbers als zeer warm en welkom wordt ervaren. Waarbij ook het gastheerschap van Delfgaauw een hele belangrijke rol speelt. Het besluit van de commissie doet ons denken aan de legendarische uitspraak van Wim Sonneveld, die zei over de Paus: “Als je de sport niet beoefent, moet je je ook niet met de spelregels bemoeien”.
Het is duidelijk dat de commissie hier een onjuiste beslissing heeft genomen, die grote gevolgen heeft voor het culturele en sociale leven in Gorinchem en omstreken.
Saskia en Serge
De formulering van de nieuwe plannen geeft de commissie geen vertrouwen?
Hoe kan het zijn dat iemand die 40 jaar zeer consequent voorstellingen maakt van hoge kwaliteit, die iedereen steeds weer verrast, niet het vertrouwen van een commissie krijgt voor zijn nieuwe producties?
Formuleren van de plannen is duidelijk iets anders dan theater maken. En daarin is Delfgaauw aantoonbaar een meester. Pers en publiek geven daar goed blijk van. Dan blijft alleen nog de smaak kwestie over. Misschien hebben de 7 mensen van die commissie helemaal niks met zijn werk. Dat kan maar mag toch nooit een aanleiding zijn om iemand als Delfgaauw zo af te wijzen. Hiermee worden 7 mensen blij maar vele vele duizenden tekort gedaan.
En waarom lees je in het advies niets over zijn indrukwekkende voorstelling Paradijsvogels die net als King Lear in het beoordelingskader valt. Of de drie producties die hij met Ida van Dril maakte in die zelfde periode. Geen woord. Probleem bij Delfgaauw is: je moet hem zien en meemaken. Dat is inherent aan zijn uniciteit. Schrijf dat maar eens op in een aanvraag. Dat is zeer moeilijk. Een ander vak. In dit geval zouden de rendementen uit het verleden vertrouwen moeten geven. Dan zie je Delfgaauw die zich keer op keer blijft vernieuwen. En die vernieuwing zit niet aan de buitenkant maar in de ontwikkeling van de kunstenaar zelf.
Ik vraag me af: is er bij de commissie sprake van een zeer tekortschietende kennis van het genre, afkeer van en/of ontkenning van het belang van het genre, danwel van de kwaliteit, het vakmanschap, de passie en vernieuwingsdrift van de betreffende artiest(en) of hebben we hier domweg te maken met misselijkmakende (hoofdstedelijke?) arrogantie? Ik krijg er plaatsvervangende schaamte van. De commissieleden kunnen nu nog hun lef tonen en toegeven dat ze finaal mis zitten. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Ik ben benieuwd of ze genoeg fatsoen hebben om in elk geval op een normale manier op alle reacties te reageren, en niet met de obligate dooddoeners, waarmee ze dachten weg te komen in het rapport.
Een reactie van ergernis.
Hoe is het mogelijk dat een commissie zo reactie plaatst .
Een theater als periscoop met als hoofd persoon Fred Delfgauw die met zijn voorstellingen en programma’s en daar naast starters ook de ondersteuning en de gelegenheid geeft zich te ontwikkelen .Het word tijd dat de commissie beseft dat Nederland groter is dan het eigen kringetje.
Alle zeer terechte reacties op alle fantástische voorstellingen van MEESTER theatermaker, Fred Delfgaauw, onderschrijf Ik VAN HARTE. Naast het sublieme spel van Fred Delfgaauw, is Fred ook een taalkunstenaar die je weet te raken en mee te nemen in de bijzondere wereld van het spel met poppen die echt tot leven komen. En het gáát ergens over!!! Vele malen nodigde ik theaterbezoekers uit om onbevangen eens te komen kijken naar een voorstelling van Fred. Unaniem waren ze allemaal lyrisch en zijn als vaste bezoekers steeds terug gekomen. Ik wens vooral dat dit besluit herzien wordt en deze theatervorm en -maker kan blijven.
Het oordeel van de commissie is verbijsterend en geeft weinig blijk van de tijdgeest. En dan heb ik het niet alleen over de manier waarop er met Fred Delfgauw en beeldend theater wordt omgegaan. Het is teleurstellend dat een commissie waarin een door mij zeer gewaardeerd filosoof plaats heeft, aankomt met zo’n wankel beargumenteerd epistel. Natuurlijk, er zitten ook een paar leuke nieuwe namen bij (Rose Stories), maar de vaak kleinerende kritiek in dit schrijfsel op oudgedienden voelt slap. Natuurlijk begrijp ik dat de commissie moeilijke beslissingen moet nemen, maar moet er daarom ook zo ongenuanceerd op de man worden gespeeld? Ik snap dat het een onmogelijke opgave is om een karig budget te verdelen, waar een scalpel nodig is, gebruik je toch geen machete? Ik wil er nog iets bij aantekenen, waar niemand het over heeft in cultuurnota’s, maar waar binnen de sector veel over wordt gepraat: veel cultuurmakers verlaten de grote steden, Amsterdam voorop.
Makers zijn immers vaak mensen met een laag of op z’n best een middeninkomen. In de afgelopen jaren zijn er aardig wat makers naar de provincie verhuisd, en dat zal, in de zeer nabije toekomst zijn sporen achter moeten laten in de cultuurlandschap. Ook veel in cultuur geïnteresseerde mensen zijn onderdeel van deze migratie. Deze ontwikkeling lijkt voorbij te gaan de commissie die een wat ouderwets ogend ‘Randstad advies’ formuleert. Onbegrijpelijk dat de commissie weinig oog heeft voor dit soort ontwikkelingen, zij bepalend immers grotendeels de toekomst. Ik weet niet of het de bedoeling is dat er -even plat gezegd- zoveel geld gaat naar theater voor gefortuneerde zeventigplussers, expats, studenten met rijke ouders en air bnb-gasten. Geen geld voor Overijssel en Gelderland? Steden als Deventer, Nijmegen en Nijmegen hebben van oudsher een rijk cultureel leven. En een maker als Fred Delfgauw wordt graag gezien buiten de Randstad. Met een theater in Gorinchem heeft hij een ook een mooie uitvalsbasis. Da’s in de nabije toekomst misschien heel modern.
Ik heb een paar voorstellingen van hem gezien. Leuk, vermakelijk en bij vlagen ontroerend. Maar om deze man nou briljant te noemen. Is poppentheater trouwens wel echt theater?
Keer op keer weet Fred Delfgaauw, als geen ander, in zijn poppen het werkelijke leven te vangen en in theatrale vorm hun adem, stem, denken, voelen en handelen aan te scherpen en om te zetten tot een spiegel van ons aller ziel. En dat altijd vol van rijk taalgebruik, humor, zelfspot en onverwachte verhaaltwisten.
Fred doet dit al ruim 35 jaar.
Dan moet je goed zijn!
Fred Delfgaauw ís zo goed!
Zijn inspirerende werk een halt toeroepen is als stoppen met je kinderen iedere avond voor te lezen..!
En nou maar hopen dat de commissieleden inlevingsvermogen en kinderen hebben..!
Deze commisie mist de aansluiting met de realiteit. Ik volg Fred Delfgaauw al jaren. In de praktijk worden voorstellingen van hem gezien en ervaren als uniek, vernieuw(en)d en toonaangevend. Parels! Getuige de vele goede recensies en reacties van een groeiend publiek, maar ook de theaters die hem steeds weer programmeren. En wat dacht je van de vele theaterprijzen die hem zijn toegekend? Wat deze commissie betreft vergist iedereen zich, behalve zijzelf. Hoe kan zoiets. Dat er te weinig geld is, is al erg genoeg, maar waarom iemand van dit formaat een vuistslag in het gezicht geven? Corona brengt al schade genoeg. Media tilt Fred Delfgaauw helaas niet of nauwelijks op, waardoor hij onder het grote publiek minder bekendheid geniet. Hij doet immers iets heel unieks met poppen voor volwassenen. En dat hokje bestaat kennelijk in Nederland niet. Daarom is hij afhankelijk van subsidie. Zodat de kaartjes niet ineens onbetaalbaar worden. Maar Fred Delfgaauw is meer dan een unieke en briljante theatermaker. Hij heeft midden in het land, onze prachtige stad Gorinchem, een eigen theater gebouwd. Hij was daarmee zelfs deze winter een “2 voor Twaalf” vraag. Menig artiest en publiek is vol lof over zijn theater. Met daar ook nog een productiehuis met succesvolle opleidingen voor talent ontwikkeling. Maar het Fonds wil vernieuwing. Rembrandt, Shakespeare en Beethoven brengen geen vernieuwing. Mensen als Fred, die zich voortdurend laten voeden door werelds cultureel erfgoed wél. De schilderijen hangen in de musea, naar de muziek blijven we luisteren en oude verhalen blijven ons inspireren. Fred Delfgaauw mag niet uit het besteld worden weggesneden. Hij is erfgoed op zich, die omringd is door jonge mensen die hij weer inspireert. De commissie en het fonds moeten zich schamen dat zij op deze manier met ons culturele erfgoed omgaan. Draai dit terug!!!!!
Vele voorstellingen van Fred Delfgaauw heb ik een of meerdere keren gezien .
Steeds wist hij te boeien , te ontroeren met zijn unieke poppenspel .
Fred Delfgaauw , een meesterverteller met een prachtige stem !
Een groot gemis, als we niet meer naar een mooie voorstelling van
Fred Delfgaauw kunnen gaan.
Hopelijk is het niet te laat om op de genomen beslissing terug te komen.
Ik herken de analyse van de commissie t.a.v. Fred totaal niet. Nu heb ik geen verstand van theater maken; ik ben slechts een bezoeker, een consument die met het kopen van een kaartje besluit welke voorstelling ik wil zien. Zo heb ik reeds vier keer genoten van een voorstelling van Fred. Hij weet mij te boeien en ontroeren met zijn poppen voorstelling. Als je bovendien meer dan 30 jaar meedraait in de top, kun je niet als professional zo maar ‘afgeserveerd worden’. Tevens bewonder ik Fred z’n passie voor amateurs en aanstormende talenten. Fred en Studio Peer verdienen meer waardering. Bij deze een oproep aan de commissie om het besluit te heroverwegen.
Fonds der podiumkunsten pleegt karaktermoord op een genre en op Fred Delfgaauw in het bijzonder. Het is nogal wat als na bijna 40 jaar succesvol in het vak je artistieke kwaliteit als zwak wordt beoordeeld en je producties (jawel, productieS) worden bestempeld met “weinig zeggingskracht”. De ervaring van mij, en met mij van vele anderen, getuige de veelzeggende reacties is totaal anders. Als ik een impressie zou moeten geven die ik telkens als ik een voorstelling van Fred Delfgaauw bezoek, beleef in de zaal dan is die als volgt: een aandachtig publiek dat zichtbaar geniet, soms een op fluisterende toon “wat geweldig he”, en als de laatste toon wegsterft is het even muisstil. Emoties komen los, mensen zijn tot tranen geroerd en een staande ovatie volgt. En dan komen de tongen los: publiek dat voor het eerst kennismaakt met de artiest Fred Delfgaauw zijn overweldigd en spreken in superlatieven. Ze pakken flyers mee en je hoort ze zeggen: “dit moet …. zien”. De trouwe fans van Fred komen weer uit een warm bad van 1,5 uur fantastisch beeldend theater. Beste Fonds der Posiumkunsten: Zou een productie met weinig zeggingskracht dit te weeg brengen? Zou een artiest die zwak is dit kunnen bewerkstelligen? Moeten we dan allemaal maar dezelfde soort producties programmeren in de theaters, net zoals we op TV moeten kijken naar spelshows met grachtengordelArtiesten die elkaar de bal toespelen en zichzelf zo waanzinnig leuk vinden? Kijk eens naar uzelf en de samenstelling van uw commissies.
Ik vind dat de theaters en het publiek meer verdienen. En ik roep dan ook alle theaterdirecteuren op om het genre waarop nu karaktermoord is gepleegd juist te programmeren om publiek echte kunst te laten beleven en diversiteit te geven.
En Fred Delfgaauw wil ik adviseren om via crowdfunding zijn producties en zijn warme theater Peeriscoop levend te houden. Als iedereen die hier een reactie heeft gegeven meedoet, is het beginnetje gemaakt.
@Denise
”Is poppentheater trouwens wel echt theater?”
Waarom zou poppentheater geen echt theater zijn? Wat is ”echt theater”?
Al jaren programmeren we deze unieke en schitterende theatervorm en elke keer groeit het publiek. En na de voorstelling vergeten de mensen hun jas… Zo mooi, zo bijzonder, ontroerend, vervreemdend, hilarisch, intelligent en met zoveel lagen. Het is jammer voor én zonde (kapitaalvernietiging) van onze publieksopbouw dat Studio Peer geen subsidie meer krijgt. Studio Peer, Fred Delfgaauw heeft ondertussen een vaste plaats verdiend. En dat geldt ook voor Gnaffel. Het is de sector onwaardig dat deze discipline zich steeds weer tot aan de tanden moet wapenen om haar bestaansrecht te bevechten. Prachtige pioniers die het metier zo manmoedig doorgeven aan volgende generaties. En al zóu er eens een mindere productie bijzitten. Soit. Ook dat hoort bij een creatief proces. Met alle respect voor de commissies, vanuit persoonlijke overwegingen én professionele: heroverweeg uw keuzes en geef ons publiek wat het verdient.