Het Nederlands Theater Festival maakt vandaag bekend welke voorstellingen van het afgelopen seizoen een reprise verdienen op het festival. Naast de selecties van de Nederlandse Toneeljury en de Wijkjury Amsterdam, is er voor het eerst een keuze van een ‘Cabaret Commissie’. Die stelde een collectie samen met de meest in het oog springende cabaret- en kleinkunstvoorstellingen van het voorbije jaar. (meer…)
Om de prijzen voor acteurs ‘genderinclusief’ te maken, gaat de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) voortaan drie Theo d’Ors uitreiken. Er komt een Theo d’Or voor de meest indrukwekkende acteerprestatie in een dragende rol, een Theo d’Or voor de meest indrukwekkende acteerprestatie in een bijdragende rol en een Theo d’Or voor de meest innovatieve bijdrage aan het theaterveld. De VSCD wil zo ‘bijdragen aan betere kansen voor iedereen, ongeacht hun genderidentificatie’.
De acteursprijzen werden vanaf 1955 uitgereikt aan de beste mannelijke en vrouwelijke hoofdrol (Louis en Theo d’Or) en de beste mannelijke en de vrouwelijke bijrol (Arlecchino en Colombina) van het afgelopen seizoen. Dat klassieke binaire genderonderscheid past volgens de VSCD niet meer in deze tijd. ‘Het is tijd voor verandering.’
Afgelopen zondag werd op het Gala van het Nederlands Theater al met nostalgie afscheid genomen van de bijna zeventig jaar oude onderscheidingen. Nu blijkt in ieder geval de titel Theo d’Or toch behouden te blijven. De VSCD wil met die naam ‘aansluiten bij de geschiedenis van vrouwen in het theater en de lijn van winnaars van de Theo d’Or voortzetten.’ Het is een afgeleide van Theo Mann of Theodora Bouwmeester (1850- 1939), de geliefde actrice die onder meer decennia lang indruk maakte bij de Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel.
De nieuwe Theo d’Or voor de meest innovatieve bijdrage aan het theaterveld noemt de VSCD een ‘open categorie’. ‘Het gaat om theatervormen waarvan we nu nog niet weten dat ze kunnen bestaan en de jury kan zeker in de beginfase van deze nieuwe prijs haar eigen invulling geven aan deze categorie.’ Concreet zouden we kunnen denken aan ‘het gezamenlijk spelen van een rol, het doorbreken van genre-grenzen of het openbreken van het maakproces door makers die speler zijn en spelers die maker zijn’. Een belangrijk aspect van deze prijs is dat het criterium van ‘een minimum aantal speelbeurten op VSCD-podia’ wordt losgelaten, ‘om ook spelers in andere en kleinere producties buiten de gebaande paden een kans te geven op een nominatie’.
Veelgenoemd commentaar op genderinclusieve prijzen is dat vrouwen minder kans maken, omdat er voor hen minder mooie rollen voor het oprapen liggen. Uit onderzoek van Theaterkrant vorig jaar bleek ook dat van de niet ‘gegenderde’ theaterprijzen slechts iets meer dan een derde gewonnen wordt door vrouwen. De VSCD erkent dat ongelijke speelveld. ‘Het aantal substantiële rollen voor vrouwen bleef lang achter en ook is hun aandeel in de voorstellingen in tekst en speeltijd vaak kleiner.’ Tegelijkertijd merkt de VSCD de trend op dat er meer en grotere vrouwenrollen worden gespeeld. De vereniging wil deze trend ook zelf gaan ‘aanjagen door de sector na te laten denken over genderonderscheid en -gelijkheid en door ruimte te scheppen voor meer verscheidenheid hierin’:
De Toneelprijzen zijn het sluitstuk van de hele keten in de sector – van de schrijvers van toneelrollen tot de regisseurs die castingkeuzes maken – en de (statistische) ongelijkheid van vrouwen moet op alle niveaus worden erkend en aangepakt. VSCD geeft met het genderinclusief maken van de prijzen aan dat er gelijke kansen moeten zijn en het is aan de gehele sector om hierin te groeien.
De jury belooft ook ‘de verhoudingen tussen rollen en gender voortdurend in hun overwegingen mee te nemen’.
Op het Gala van het Nederlands Theater van 2024 worden de acteursprijzen voor het eerst in de nieuwe vorm uitgereikt. Het is nog niet bekend of de winnaars ook een portret in Internationaal Theater Amsterdam krijgen. De andere VSCD-prijzen, zoals de Krekels voor het jeugdtheater, de Dansprijzen, de Cabaretprijzen, de Mime/Performance Prijs en de Ovatie, hebben nooit een genderonderscheid gehad en blijven ongewijzigd.
Op sociale media worden de nieuwe prijzen met gemengd enthousiasme ontvangen. Voormalig politicus, bestuurder en acteur Boris van der Ham noemt de vermindering van het aantal prijzen op X en Facebook ‘echt doodzonde en het doel (inclusiviteit) niet dienend, sterker nog: verslechterend’. Volgens hem zei vrijwel iedereen in de wandelgangen van het afgelopen theatergala de afschaffing van de Louis D’Or onzinnig te vinden. ‘Maar weinigen spreken zich uit. Ik wel.’
Ook Stine Jensen noemt de verandering op X onzinnig. ‘Men blijft toch m/v tellen – zie film waar na genderneutraal 4 mannen de prijzen kregen. En ik zag dit weekend het fenomenale De Jaren – een ‘genderneutrale’ kijk daarop is absurd. Voeg dan liever categorieën prijzen toe.’
Foto: Winnaars acteursprijzen 2023
Dus ook minder prijzen. Dit is echt heel jammer. De uitdunning zet voort. En een kans die jullie bij zo’n verandering laten liggen. Bijvoorbeeld: samenspel? Die mis ik echt. Of komt die nog?
Stel je het gezeur voor dat losbarst als volgend jaar een cis man de eerste nieuwe Theo d’Or zou winnen. Met andere woorden: gaat niet gebeuren. Met andere woorden: de spoeling wordt de helft dunner voor de genomineerden en alles wordt in één klap nog politieker. Je wordt bedankt, VSCD.
Er wordt door de tegenstanders vanuit een duidelijk perspectief gesproken. Ben benieuwd wat de tegenstanders hier als alternatief zouden zien voor bijvoorbeeld de non-binaire acteur. Zouden deze mensen voorstander zijn van een derde (of vierde) prijs? Mogen non-binaire acteurs gewoon niet meedoen? Of “moeten ze zich gewoon niet zo aanstellen”? Ik hoop dat we ons realiseren wat de implicatie is van deze gedachtegang.
Wat is het verschil tussen een mannelijke en een vrouwelijk acteerprestatie? Waarom moeten we daar onderscheid tussen maken? In wiens voordeel is dat?
Volgens mij is het zaak om afstand te nemen van het binaire m/v denken wat per definitie niet inclusief is. Dat lijkt me een enorme vooruitgang op de lange termijn. Als (en ik gebruik opzettelijk ALS) dat op de korte termijn betekent dat cis-mannen een paar keer niet in de zon staan, lijkt me dat (als cis-man) een verschrikkelijk klein offer.
Vooruitgang is eng. Rustig blijven ademhalen.
Misschien een idee om nominaties en het hele wedstrijd element af te schaffen in de kunst?
Wellicht mooi dat wie iets moois en bijzonders doet een prijs krijgt zonder dat die in een wedstrijd gezet wordt waar die niet om heeft gevraagd?
Waarom winnaars en verliezers creëren waar dat totaal onnodig is.
Als je wilt nomineren. Maak dan ruimte op de avond van het gala zelf en zorg dat de de jury openbaar in debat gaat en dan de winnaar bekend maakt. Vet spannend!
Niet per se mijn voorkeur maarja als je van een wedstrijdje houd doe het dan goed.
Maar terug naar eerste idee. Gewoon de mensen die iets moois doen een prijs geven. Ongeacht gender, kleur, whatever waar je niets aan kan doen en wat niet per se iets zegt over kwaliteit.
Het ene jaar kunnen dat er veel zijn het andere jaar wellicht wat minder want het enige wat telt is of het een bijzonder en van een grote kwaliteit is wat er ‘gepresteerd’ is.
Kan een ensemble zijn, kan individueel zijn, kan licht ontwerp zijn, kan theater vernieuwend toneelspelen zijn, etc …
Al die dingen kunnen natuurlijk ook weer onder verdeeld worden maar ja waarom eigenlijk.
Maak er een mooi feest van. Eer het theater en de mogelijkheden, stop met die hokjes.
Dank Louis, mee eens. Stoppen met die prijzen onzin.
WEG MET DE PRIJZEN SHOW!
Het Theaterfestival en het Gala, het feest der uitsluiting. Het feest van winners en verliezers. En heel duur!
Het is erg paradoxaal om aan te kondigen dat je genderneutrale prijzen in het leven roept, maar de prijs dan wilt laten bijdragen aan de geschiedenis van vrouwen in het theater.
Ik begrijp de beweging om 1 prijs aan te houden (hoewel ik dat persoonlijk jammer vind) maar inclusiviteit onderbouwen met een geheel ander politiek statement is vreemd.
Noem het dan de Bouwmeesterprijs / De Gouden Bouwmeester (achternaam van Louis en Theo), bijvoorbeeld.
Er worden heel veel zinnige dingen gezegd.
Allereerst ALS je prijzen weggeeft zou iedereen daar aanspraak op moeten kunnen maken.
Ten tweede ALS je prijzen weggeeft zouden er misschien meer mensen aanspraak moeten kunnen maken maken dan alleen één persoon die acteert in een hoofdrol en twee personen in bijrollen.
Ten derde ALS je prijzen weggeeft is het misschien wel zo transparant wat je beoordelingscriteria zijn zodat een ieder weet wat die moet doen om mogelijk voor zo’n prijs genomineerd te worden.
Ten vierde ALS je prijzen weggeeft is het misschien goed dat de jury op z’n minst net zo divers is als het theaterlandschap dat die moet beoordelen.
Ten vijfde ALS je prijzen weggeeft tijdens het Theaterfestival, programmeer en nomineer dan ook performers vanuit opera’s, musicals, ballet e.d. Ofwel alles wat vandaag de dag in een theater te vinden is.
Ten zesde WAAROM zou je nog prijzen uit willen delen als je inclusie van belang vindt, maar je door één iemand te kronen juist uitsluiting krijgt, al is het maar omdat je in beginsel niet inclusief bent omdat je bovenstaande onderdelen niet hebt overwogen. Want inclusie is niet dit neem ik wel mee en dit niet. Inclusie is alles. Iedereen. Niet dat gene wat op dat moment goede sier maakt.
Martijn Boer, amen.
Ik heb medelijden met de aankomende jury die dit salomonsoordeel moet vellen. Dat kan enkel een politieke keuze worden. Zoals alles op dit moment. Inderdaad stoppen met prijzen.
Het zijn altijd fases. Dit is nu en nu is voor nu en gaat over nu.
Maar hoe het ook gaat, de spelers van Crashtest Ibsen moeten in de prijzen van vallen. Als de jury dat niet ziet dan…(vul zelf maar aan). Dit acteerwerk in ongekend op de Nederlandse podia.