De voorbije jaren zijn de discussies over de representatie van vrouwen in het westerse – vooral door witte mannen geschreven – theaterrepertoire in een stroomversnelling gekomen. Die discussies hebben inmiddels tot evenveel verfrissende inzichten en nieuwe interpretaties als uitzichtloze ruzies en moralistische patstellingen geleid, zowel in academische kringen als rond de tafel in repetitieruimtes. (meer…)
Vandaag zou de Annie M.G. Schmidtprijs voor het beste theaterlied van het seizoen uitgereikt worden. De uitreiking moest vanwege corona helaas uitgesteld worden, maar de zes genomineerde liedjes zijn hier te beluisteren. En omdat weinig zoveel troost biedt als mooie liedjes, verzamelde Dick Zijp de beste theaterliedjes uit het huidige en vorige theaterseizoen die naast een nominatie grepen.
1. Yentl Schieman – Hogwarts
Stel, je zou een brief krijgen met de mededeling dat je toegelaten bent tot Hogwarts, de toverschool van Harry Potter. Wat zou je doen? Dat is de vraag die de verteller in dit lied krijgt van haar partner. Wat de een opvat als speels gedachte-experiment, blijkt voor de ander over verlatingsangst te gaan. Een even vervreemdend als ontroerend lied, waarin alle emotie in de subtekst schuilt. Yentl en De Boer wonnen in 2014 de Annie M.G. Schmidtprijs voor hun lied ‘Ik heb een man gekend’. ‘Hogwarts’ verscheen op de cd Nieuwe oogst van Het Nieuwe Lied.
2. Joost Spijkers – Bijna december
Peer Wittenbols schreef dit broeierige lied over een man die fantaseert over het einde van zijn relatie, en alvast zijn liefdesverdriet verwerkt: ‘Je pist op onze foto’s al mijn kille blikken warm.’ Joost Spijkers benadert de tekst met de precisie van een toneelspeler, en door slimme tempowisselingen is dit lied ook muzikaal spannend. De oud-Ashton Brother zong het in Spijkers II, een van zijn eigenzinnige theaterconcerten, met invloeden uit de gypsy jazz. Joost Spijkers werd in 2016 samen met Peer Wittenbols (tekst) en Arend Niks (compositie) genomineerd voor de Annie M.G. Schmidtprijs voor het lied ‘Alle seizoenen’.
3. Sara Kroos – Freddie
In haar voorstellingen Zonder verdoving (2017) en Verte (2019) vertelde Sara Kroos openhartig over haar depressie en opname in een psychiatrische kliniek. In die laatste voorstelling zingt Kroos dit prachtige lied over een ontmoeting met een psychotische vrouw en haar denkbeeldige alienvriendje Freddie. Kroos maakt op luchtige wijze invoelbaar dat afscheid nemen van een psychische ziekte ook afscheid nemen betekent van een wereldbeeld. Ze bezingt ook haar eigen eenzaamheid in een kliniek waarin je alleen door je eigen waanbeelden gezelschap gehouden wordt. Sara Kroos won in 2008 samen met Arthur Japin (tekst) en Martijn Breebaart (compositie) de Annie M.G. Schmidtprijs voor het lied ‘Nachtkaravaan’. Beide liedjes zijn te beluisteren op Spotify.
4. Peter van Rooijen – De werking van de zwaartekracht
Het is lastig om één lied te kiezen uit Peter van Rooijens indrukwekkende theaterconcert Liefde, dood & zwaartekracht (2018), maar dit dromerige, up-tempo nummer van de gelijknamige cd is heerlijk om thuis op repeat te zetten. In ‘De werking van de zwaartekracht’ zingt Van Rooijen over zijn eigen onzekerheid in een wereld van bèta-nerds, en verbindt hij dat aan een nostalgisch verlangen naar een wereld die hij wel bij kan benen: ‘Achter de zee was ooit een waterval / En als je je daar begaf / Viel je van de aarde af / Nu is de wereld een magnetische bal / Waar je pas van waarde bent / Als je de werking van de zwaartekracht kent.’
‘De werking van de zwaartekracht’ is te beluisteren op Spotify.
5. Jan Beuving – Ans
In de droogkomische, observerende stijl van Simon Carmiggelt schetst Jan Beuving in dit lied een aandoenlijk portret van Ans, ‘de laatste hoer van een teloorgegaan bordeel’, die nog eenmaal bezocht wordt door een trouwe klant, blinde Joost. Had ook door Wim Sonneveld gezongen kunnen worden, maar voelt toch geenszins oubollig. Mooi op muziek gezet en begeleid door Tom Dicke.
Jan Beuving zong ‘Ans’ ook bij De Wereld Draait Door.
6. Pepijn Schoneveld – Was ik daar maar bij geweest
Dit lied verwoordt het herkenbare gevoel van vervreemding en afwijzing als je je ex op social media dingen ziet doen die ze met jou nooit deed. De verteller probeert zichzelf gerust te stellen met de gedachte dat hij onmisbaar is (‘Dan hoopt ze ’s nachts in bed dat ik haar bel / En zegt: Geloof me toch, je kunt het wél’), maar de angst dat zij hem niet langer nodig heeft is niet te stillen (‘Ik ben toch niet / De cocon die jij als vlinder achterliet?’) Peter van Rooijen schreef dit aandoenlijke lied voor de voorstelling Hehoboros on Tour (2019).
Pepijn Schoneveld zong ‘Was ik daar maar bij geweest’ in het NPO2 radioprogramma ’t Wordt nu laat.
7. Thomas Acda – Ouverture
Een vintage Thomas Acda, waarin de sfeer van vroegere Acda & de Munnik-liedjes weerklinkt (mede dankzij de baspartijen van David Middelhoff). In deze mooi opgebouwde ballade besluit een man bij een drinkgelag in de woestijn om de drank voorgoed af te zweren: ‘Drinken met mij begint gezellig / Maar ik blijf altijd te lang open.’ Met speelse verwijzingen naar ‘Drie keer vallen,’ dat andere drinklied van Thomas Acda.
8. Katinka Polderman – Het leven is te kort voor idealen
Micha Wertheim morde onlangs op Twitter dat Katinka Polderman nog nooit voor de Annie M.G. Schmidtprijs genomineerd werd, terwijl zij toch de allerbeste ‘lightversedichter en -zanger’ van Nederland is. En daar heeft Wertheim een punt. Deze ironische lofzang op mensen zonder idealen brengt Polderman op de melodie van een vrolijke carnavalskraker. Des te grappiger doordat Polderman de kunst verstaat om, in goede Drs. P-traditie, in elk couplet dezelfde rijmklank aan te houden, zonder dat geforceerd te laten klinken.
9. Janneke de Bijl – We zouden toch geen kinderen
Janneke de Bijl is geen groot zangeres, maar haar teksten zijn zo goed dat dat geen moment stoort. Met haar licht-cynische observaties en vormvaste teksten doet ze denken aan Kees Torn en Hans Dorrestijn. Dit lied, hoogtepunt uit haar debuutprogramma Zonder zin kan het ook (2019), gaat over een vriendschap die verwaterde toen de een verburgerlijkte. Mooi is de poging die de verteller doet om te bepalen wanneer het precies misging: ‘Kwam na de koffie ook het kind? / Kwam na de carport ook het grind? / Was het een kwestie van één schaap over de dam? / En hoezo vind jij mij nu radicaal? / Waarom ken ik je alleen nog maar globaal?’
‘We zouden toch geen kinderen’ is te beluisteren op Spotify.
10. Theo Nijland – Na de cyberaanval
In de coronacrisis hebben de liedjes uit Theo Nijlands theaterconcert En de rest is onzin (2019) een nieuwe lading gekregen. Hij schetst hierin het beeld van een toekomstige, dystopische samenleving die verdacht veel op de onze lijkt. In ‘Na de cyberaanval’ fantaseert Nijland over het terugvinden van een geliefde in tijden van gedwongen samenzijn. Een licht-melancholisch, bitterzoet lied, zoals altijd prachtig op muziek gezet door Nijland zelf.
Theo Nijland won in 1995 als lid van The Shooting Party de Annie M.G. Schmidtprijs voor het lied ‘Kaal’. In 2010 kreeg hij de prijs nogmaals als tekstschrijver van het lied ‘Lente’ (uitvoering: Brigitte Kaandorp). Alle liedjes zijn te beluisteren op Spotify (‘Kaal’ alleen in een latere uitvoering van Nijland als solist).
Over de Annie M.G. Schmidtprijs
De Annie M.G. Schmidtprijs wordt sinds 1991 jaarlijks uitgereikt en gaat naar het beste theaterlied van het seizoen. De prijs wordt toegekend aan tekstschrijver, componist en uitvoerende(n) en makers kunnen zelf liedjes insturen. Traditioneel gaat de prijs naar liedjes uit het voorgaande seizoen. Maar, zo vertelt Dorien Haan namens het Amsterdams Kleinkunst Festival, vanaf 2020 wordt niet meer het einde van het theaterseizoen, maar het einde van het kalenderjaar aangehouden. Door deze aanpassing van de regels zijn dit jaar eenmalig liedjes uit anderhalf theaterseizoen genomineerd. Makers konden liedjes insturen tot en met december 2019. Ook voor deze alternatieve top 10 werden liedjes uit de periode september 2018 tot en met december 2019 gekozen.
Foto: Annie M.G. Schmidtprijs, Jaap Reedijk