Vanwege corona moest er een kleine aanpassing gemaakt worden aan de voorstelling van Suzanne van der Horst. Namelijk: dat de voorstelling niet doorgaat. Want zonder publiek, geen theater. Geen gedeelde empathie, geen identificatie met de performer, geen theaterwetten die worden doorbroken en geen ongemakkelijke gesprekjes in de foyer achteraf. (meer…)
Hoe ziet dat er eigenlijk uit, het maakproces van een voorstelling die nooit gemaakt is? Welk resultaat van allerlei artistieke doorbraken, emotionele strubbelingen, onderlinge toenaderingen en vetes gaan we door de coronamaatregelen niet bekijken? BonteHond toont het in de vijfdelige parodiërende mockumentary Funny Lives, naar de gelijknamige voorstelling die niet gaat spelen.
In plaats van een festivalvoorstelling op Karavaan dus een miniserie op YouTube. Funny Lives zou, ironisch genoeg, gaan over teleurstellingen, pech en dromen die niet worden ingelost. De serie opent vol hooggespannen verwachtingen en optimisme: spelers Henke Tuinstra en Floyd Koster snijden samen met regisseur René Geerlings de gebruikelijke taart (of nou ja, de tompouces dan, want beperkt budget) aan, bij wijze van feestelijke aftrap van het proces. Er is nog niks, dus het kan nog alles worden. Tuinstra en Koster verheugen zich op het ‘intuïtieve werken’ van Geerlings en de coronamaatregelen nemen ze luchtig voor lief.
Maar al snel tekenen zich – volgens de effectieve wetten van uitsluiting – de contouren uit van een verstoorde groepsdynamica. René Geerlings is vol lof over hoe Henke Tuinstra zijn associatieve improvisatie-oefeningen incasseert en omzet in ingeleefde spelimpulsen. Floyd Koster klapt dicht, de eerste verwijdering zet zich in. Mooi is dat zowel het dichtklappen van de een, als het opbloeien van de ander eenzelfde soort onzekerheid verhult: de behoefte aan bevestiging van de zich onaantastbaar wanende regisseur – die hopelijk (en waarschijnlijk) in de komende drie weken ook wordt ontmanteld als onzeker, kwetsbaar figuur die net zo hard op zoek is naar sociale bevestiging.
Om elkaar te vinden moet er eerst een hele bak aan verwachtingen worden bijgesteld of neergehaald. Toch vermoed ik dat ze, zo lang ze maar niet definitief afhaken, wel ergens in het midden uitkomen, deze drie.
Over afhaken gesproken: veel, heel veel theatermakers zijn de afgelopen maanden op uiteenlopende manieren online gegaan. Opvallend vaak werd er dan gekozen voor een soort feuilleton (op dit moment bijvoorbeeld ook Tryater, waarover later meer). Ik snap de impuls; mijn online aandachtspanne is niet vergelijkbaar met die in het theater. Tegelijkertijd zorgt het er ook voor dat ik heel veel dingen maar voor de helft heb gezien.
Waardoor ik me eens te meer realiseerde dat je in het theater niet na de eerste dip of de minste afleiding meteen kan opgeven. In het theater word je gedwongen om iets af te kijken, iets het voordeel van de twijfel of een tweede kans te geven, om soms voorbij te gaan aan je impulsen en je ergens alsnog tot te verhouden. Het heeft mij ook geleerd dat ergernis en verveling soms nodig is, dat een bepaalde scène soms pas met terugwerkende kracht op zijn plek valt of van betekenis kantelt – kortom: dat moeite doen, je eigen smaak verkennen, vertrouwen op de kunstenaar en vooral niet te snel afhaken, soms onverwacht loont.
Maar Funny Lives ga ik afkijken. Beloofd.
Gezien: Funny Lives aflevering 1 en 2 van BonteHond en Floyd & Henke op YouTube (edit: Zindzi Witte). Beeld: Herman van Bostelen met daarin een still uit Funny Lives.
“Maar Funny Lives ga ik afkijken. Beloofd.”
Dat is je geraden ook! Elke dinsdag een nieuwe!