Al maanden zijn de hotels in Leeuwarden en omstreken voor dit weekend volgeboekt en er worden extra treinen ingezet, zo valt in de Leeuwarder Courant van donderdag 16 augustus te lezen. ‘Het is alle hens aan dek en de hele dag door’, vertelt een medewerker van een familiehotel in Wirdum me. Wanneer ik vrijdag om kwart voor acht vanuit daar naar Leeuwarden rij, kom ik in de weilanden geïmproviseerde parkeerplaatsen tegen. Zo’n dertig lijn- en excursiebussen staan in de rij te wachten om bezoekers van en naar het centrum van de Friese hoofdplaats te vervoeren: de ongeveer 100.000 inwoners tellende stad staat op scherp om de verwachte 400.000 bezoekers dit weekend te verwelkomen.

Eenmaal aangekomen in de stad is het nog rustig. De overal aanwezige verkeersregelaars, politie, EHBO-medewerkers en vrijwilligers van Leeuwarden-Fryslân 2018 verkeren in de stilte voor de storm. De reuzen van het Franse straattheatergezelschap Royal de Luxe is vanaf gisteren drie dagen lang in de smalle straatjes van Leeuwarden te zien en dat is een eer. Directeur en creatief brein achter het gezelschap Jean-Luc Courcoult bezocht de stad jaren geleden al om te bepalen of de Leeuwarder straten en ambiance een passend decor vormen voor zijn straattheater. ‘Ik zag in Friesland een wilde, woeste tederheid en eenzaamheid. Die uitstraling heb je niet overal. Het voelt alsof je aan het einde van de wereld bent’, vertelde hij eerder tijdens een persconferentie in Madurodam. ‘Het klikte. En dat moet ook, anders kan ik niet werken.’

Verschillende malen kwam hij terug om te werken aan de Friese editie van het reuzenverhaal, dit keer uitgevoerd door de Duiker, het Meisje en Xolo, de hond van het meisje: de Duiker werd lang geleden door de goden naar Friesland gezonden om de strijd tegen de zee aan te gaan. Hij deed dat door bergen op te pakken en neer te smijten als dijken en terpen. In een sneeuwstorm verdween hij echter. Nu, anno 2018, komt het Meisje naar Leeuwarden om haar vader, de Duiker in de straten van de stad te zoeken.

’s Nachts slapen de reuzen. Het Meisje is gisteren als eerste ontwaakt, om tien uur in de ochtend. Op de kruising tussen de Sophialaan en de Lange Marktstraat staat een uur van tevoren het publiek al acht rijen dik achter de hekken gedromd te kijken hoe ze slaapt, met het hondje op haar schoot. Dat hondje, Xolo, is drie meter hoog. Het achthonderd kilo wegende meisje zit nog, maar als ze opstaat is ze 5,5 meter hoog. De hond snurkt en droomt in Frans gemompel. Om tien over tien is het zo ver. Een band begint in een open truck een fris ochtenddeuntje te spelen en er klinkt gejuich vanuit het publiek. De lakeien in rood veloursen livreien komen in volle ernst en onder luid applaus ten tonele. Iedereen wacht in spanning op het hoogtepunt waar zorgvuldig naartoe gewerkt wordt: dat het Meisje gaat leven.

Er wordt heen en weer geschoven met de pers, en crew-members met oranje lint zorgen voor de ruimte die de machinerie achter de poppen nodig heeft om te kunnen manoeuvreren. Want de hekken zijn op bepaalde plaatsen noodzakelijk, maar langs het parcours zijn ze nergens te vinden om voor zowel het publiek als de uitvoerders de sfeer en de beleving zo hecht en intens mogelijk te maken. Het Meisje wiegt langzaam met haar hoofd heen en weer en wanneer zij haar ogen opent, gaat er een zucht van vertedering door de massa. Haar zachte blik onthult een lieflijk en wijs karakter. De hond ontwaakt en het meisje staat op, waarna ze een douche nemen. De tientallen lakeien die haar mechanisch bedienen, zijn ogenschijnlijk niet meer dan haar bedienden: ze leeft écht. Als ze met haar verzorging bezig zijn en haar kleding aantrekken, kijkt het Meisje gemoedelijk naar hun bezigheden en naar het publiek. Ze wacht geduldig tot de lilliputters (zoals ze zichzelf noemen) klaar zijn, zodat ze kunnen gaan lopen.

Om elf uur is het op de Willemskade nog veel drukker. De elf meter lange en 3000 kilo wegende Duiker wordt nu uit het water getakeld. De hele operatie en het gevaarte zelf boezemen ontzag in bij de mensen, die haast zonder uitzondering met open mond staan te kijken. Gosse, de oud-schipper van stoomboot Maarten, vanwaar ik het spektakel volg, vertelt dat er al weken wordt gerepeteerd door de groep fitte Fransen en Friesen (waaronder zijn kleinzoon) die de reuzen bedienen. Dat dat nodig is, blijkt als de Duiker gaat lopen. Vijf koppels wisselen elkaar af om op aangeven van de regisseur aan een touw vanaf de machine op straat te springen en zo een van de benen van de reus op te tillen.

‘Ik heb de eerste twee weken van de repetitie over m’n hele lijf spierpijn gehad’, vertelt Johannes Keekstra in de pauze, tijdens het middagdutje van de reuzen. ‘Inmiddels zijn mijn spieren het wel gewend.’ Keekstra is een van de Friezen die gevraagd is om mee te helpen als lakei. Ze vonden hem er wel sportief uitzien. ‘De casting ging met de Franse slag. Toen ik al bij het touw stond, kwam ik er pas achter dat ik een van de benen van de Duiker zou gaan bedienen.’ Daarna veranderde het in een strakke organisatie. ‘Eerst hebben we het lopen uitvoerig geoefend en vervolgens de scènes.’ De reuzen lópen namelijk niet alleen, maar voeren ook menselijke handelingen uit. Het meisje rijdt op een brommer en heeft af en toe een pauze, waarin ze bijvoorbeeld een plasje doet op straat en de lakeien zich discreet omdraaien. De Duiker krijgt op enig moment wat te drinken van een lakei op een hoogwerker met een brandweerslang. ‘We hebben het afnemen van zijn helm wel tien keer geoefend.’

Een verdieping boven de beenbedieners staat er aan elke kant een vijftal mensen voor het hoofd en de armen. Op de grond lopen tientallen vrijwilligers voor de reus uit de steeds naar voren kruipende toeschouwers naar achteren te manen: de machine heeft echt meer plaats nodig. De regisseur roept zijn aanwijzingen door de megafoon: ‘reeechtervoet… hop!’, ‘linkervoet… hop!’ Hij is Frans, maar door de Frans/Friese samenwerking van de afgelopen weken spreekt hij al aardig verstaanbaar Nederlands. De adrenaline is voelbaar en het publiek probeert nog snel een plaatsje op te schuiven of de beste foto te maken. Hier en daar heerst er even onmin vanwege het op de proef gestelde geduld: sommige mensen hebben hun zorgvuldig uitgezochte plekje al tweeënhalf uur geleden ingenomen. Toch hangt er over de gehele dag een gemoedelijke sfeer. Het fijne weer en de feilloze, enthousiaste organisatie helpen daaraan mee, maar de grootste verdienste hiervan ligt in de betovering die De reuzen over het publiek uitstrooit. Hoe zou het zijn als wij mensen als in het verhaal van Gulliver’s Travels de rol van Lilliputters bedeeld zouden krijgen? De reuzen van Royal de Luxe geeft een indruk die dat gevoel heel dicht benadert: het is ontzagwekkend en maakt dat je je nietig voelt.

Om zes uur arriveert de Duiker op zijn slaapplek. Het Meisje en Xolo leggen zich om zeven uur te ruste. Na een dag lang door de Leeuwarder straten te hebben gedoold, heeft ze haar vader nog niet gevonden. Morgen gaat ze nog wat vroeger uit de veren om verder te zoeken. Hopelijk vinden ze elkaar nog dit weekend.

Foto: Hendrika Lageveen