In een uitgebreide reconstructie van NRC blijkt dat ITA intern heeft laten weten dat medewerkers die zich schuldig hebben gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag, niet geschorst of ontslagen zullen worden. De krant is in het bezit van een geluidsopname van een ingelaste personeelsbijeenkomst op 9 juli, waarin de resultaten van twee recente onderzoeken naar sociale veiligheid worden gedeeld. (meer…)
Een danseres uit de productie Fidelio van De Nationale Opera heeft anderhalve week voor de première in juni dit jaar, aangifte gedaan tegen gastregisseur Andriy Zholdak wegens aanranding. Dat schrijft Het Parool in een uitgebreide reconstructie van de totstandkoming van de productie. In een schriftelijke reactie geeft De Nationale Opera toe dat er sprake is geweest van onacceptabel, grensoverschrijdend gedrag.
Uit de reconstructie van de krant rijst een beeld van een onvoorspelbaar en grensoverschrijdend werkklimaat onder de omstreden Oekraïense operaregisseur. Tijdens de audities en in het daaropvolgende repetitieproces van zeven weken zou de regisseur een schrikbewind hebben gevoerd. Auditanten zou hij commentaar op hun uiterlijk hebben gegeven. Ook vroeg hij hen onaangekondigd zich deels te ontkleden. Gedurende het maakproces verbood hij iemand gebruik te maken van het toilet en viel hij verbaal uit tegen figuranten die een handeling vergaten.
Bovendien zou hij ter plekke scènes uit het script herschrijven en die vervolgens een seksueel getint karakter meegeven, zonder daar de bedoeling van duidelijk te maken. Bij de productie was geen intimiteitscoördinator betrokken. Het Parool schrijft dat een figurant tijdens een repetitie onverwacht seksuele handelingen moest uitbeelden ten overstaan van de groep. Later werd een danseres ongevraagd door Zholdak op haar heup en billen betast toen ook zij plots expliciet seksuele handelingen moest uitbeelden. Volgens de krant barstte zij na afloop in huilen uit en diende ze een klacht in.
Twee dagen later stuurt een andere figurant een brandbrief naar operadirecteur Sophie de Lint. Hij dreigt zijn medewerking aan de productie te staken als de onveilige werkomgeving niet door de de directie erkend wordt.
De directie zou de regisseur vervolgens tijdelijk de toegang tot het theater hebben ontzegd om in gesprek te gaan met alle solisten, figuranten en direct betrokken productiemedewerkers. Op basis van deze gesprekken werd besloten dat voortzetting van het repetitieproces alleen mogelijk was onder strikte voorwaarden: Zholdak mocht niet meer zelf rechtstreeks met de zangers en acteurs repeteren, alleen nog vanuit het auditorium (in plaats van op het toneel) aanwijzingen doorgeven aan de assistent-regisseur en er moest altijd iemand van de directie aanwezig zijn bij de repetities. Bovendien moest hij excuses voor zijn gedrag aanbieden aan de direct betrokkenen.
De danseres die ongewenst door de regisseur betast werd, stapte na deze mededeling van de directie definitief op en deed aangifte bij de politie. Het Openbaar Ministerie heeft inmiddels naar aanleiding van haar aangifte besloten om Zholdak niet te vervolgen, omdat er ‘volgens de getuigen geen sprake was van een seksuele context’. De danseres onderzoekt of ze via een andere weg alsnog een strafrechtelijke vervolging kan afdwingen.
Op de website geeft De Nationale Opera toe dat er sprake is geweest van een grensoverschrijdend gedrag bij Zholdak. ‘Het ging met name om impulsief, onredelijk, ongerijmd en/of intimiderend gedrag en om fysieke aanraking in repetitieverband zonder dat eerst toestemming is gevraagd.’ De instelling laat weten dat Zholdak niet zal terugkeren voor nieuwe samenwerkingen.
Ook schrijft de instelling dat aanvankelijk werd overwogen om een onafhankelijk extern feitenonderzoek in te stellen, naar aanleiding van de eerdergenoemde melding van deze danseres. ‘Na een aanvankelijke toezegging liet zij weten geen medewerking aan dit onderzoek te verlenen. Omdat het onderzoek daarmee bij voorbaat onevenwichtig zou worden, besloten we om ervan af te zien.’
Zholdak zelf ging niet in op verzoeken van Het Parool om te reageren op de gebeurtenissen rondom Fidelio.
Foto: Altin Kaftira
Het artikel en het statement van DNO laat zien dat er gelijk gehandeld is. Ze hebben de regisseur een waarschuwing en een kans hebben gegeven. Maar dat de regisseur dus uiteindelijk niet de match met het gezelschap is.
Het tijdspad en de snelheid waarmee dit is gegaan kan op vele fronten een voorbeeld zijn hoe zelfs een de ervaring van een figurant van belang is. Daarnaast laat het ook zien hoe uitermate ingewikkeld het is om een creatief proces bij te sturen en wat de consequenties zijn als een regisseur zich niet gedraagt. Want laat je bijvoorbeeld ook de rest van de betrokken slachtoffer worden als een regisseur weggestuurd wordt en er een concertante versie uitgevoerd gaat worden?
Het is natuurlijk uitermate verschrikkelijk als iemand voor de rest van diens leven een trauma heeft door het handelen van een ander. Weet de grenzen van een ander te respecteren en vraag altijd om concent.
GEBREK AAN PROFESSIONALITEIT
In het magazine “Oper!” werd DNO-directeur Sophie de Lint geprezen, omdat zij zou aantonen “hoe haar operahuis relevant en tolerant kan zijn in een diverse, moderne samenleving”. De nu in het geding zijnde nalatigheden zetten deze woorden in een pijnlijk daglicht.
Na de meldingen van grensoverschrijdend gedrag heeft DNO getracht de situatie met lapmiddelen in de hand te houden. Er werd niet onmiddellijk adequaat gehandeld, maar men koos ervoor om de repetities door te laten gaan, met Zholdak in het auditorium, hoewel de danseres die ongewenst betast was, had aangegeven hiermee niet akkoord te gaan.
Volgens de leiding van DNO wordt er ‘altijd heel zorgvuldig vooronderzoek gedaan in de operawereld. We hebben hem niet gegoogeld.’ Net zoiets als “we hebben alle brandvoorschriften in huis, maar we lezen ze niet.” Blijbaar tolereert DNO een werksituatie waarbij een regisseur volstrekt contextloos dansers halfnaakt het podium laat bestijgen en allerlei seksscènes laat repeteren door de cast.
De Nationale Opera haalde zich met de blinde keuze van deze regisseur een scala aan problemen op de hals die nu niet alleen samenkomen, maar ook nadrukkelijk met elkaar samenhangen. Iedereen met een greintje verstand van of belangstelling voor opera was het erover eens dat DNO met Zholdaks “Fidelio” een artistieke mishap in huis had gehaald. Voor wie het zich nog herinnert: we hebben jaren geleden hetzelfde aan de hand gehad met de Salome geregisseerd door Konwitschny.
Naast de artistieke misstap zijn er nu dus ook de ernstige bestuurlijke problemen, waarover inmiddels in de Gemeenteraad van Amsterdam vragen zijn gesteld. DNO positioneert zich als Wereldkampioen Inclusie, Emancipatie, Veiligheid-op-de-werkvloer en Integratie, maar moet nu op het matje komen bij de Burgemeester om uit te leggen waarom een handtastelijke, schreeuwende regisseur niet onmiddellijk de laan wordt uitgestuurd, maar met lapmiddeltjes in het zadel wordt gehouden om toch maar in godsnaam de hele “Fidelio”-serie tot het bittere einde te laten doorgaan. Met andere woorden, de DNO-leiding heeft in dezen zo ongeveer alles verkeerd gedaan wat er maar verkeerd gedaan kon worden. Dat is ernstig.
Fouten maken kan iedereen maken maar dit totale -en consequent volgehouden- gebrek aan professionaliteit kan niet zomaar weggewimpeld worden. Terecht dat deze treurnis nu bij de Amsterdamse Gemeenteraad ligt. De minst pijnlijke en snelste oplossing zou zijn als de DNO-veantwoordelijken zelf zouden opstappen. Anders gaan zij niet langer als “relevant en tolerant operahuis in een diverse, moderne samenleving” door het leven, maar als aangeschoten wild.
Ik heb vroeger jaren als free-lancer in het koor van DNO gewerkt. Regisseurs waren – en zijn blijkbaar nog steeds- de prima donna’s van dit wereldje: op een voetstuk gezet en over het paard getild, met alle gevolgen van dien.
DNO zou, als zeer belangrijk cultureel instituut, vooraan moeten lopen wb de veranderde mores die het #metoo de wereld godzijdank heeft gebracht. Maar DNO lijkt helaas in de tachtiger jaren achtergebleven te zijn. Het is niet alleen ouderwets maar ook ontzettend plat en banaal.