In de Criticitafel van de Theaterpodcast bespreken vier critici het belangrijkste theaternieuws, de voorstellingen die ze gezien hebben en wat er verder nog ter tafel komt. Aan tafel zaten: Herien Wensink (de Volkskrant), Sander Janssens (NRC, Theaterkrant), Simon van den Berg (Theaterkrant, Theatermaker, Het Parool) en presentator Hans Smit (Het Parool, Theaterkrant). (meer…)
‘Het is aan Jou, Het is aan Mij, Het is aan Ons, Het is Aan’, was de leuze van Theater Aan Zee 2019. Daarmee duidden gastcurator van dienst Lucas De Man en ‘zijn’ Stichting Nieuwe Helden het thema van deze editie aan: betrokkenheid. Van kunstenaars, van publiek, bedrijven en verenigingen, van inwoners van Oostende én ook van de media.
Zo werd samen met het weekblad Knack een extra-uitgave ‘100 ideeën voor een betere wereld’ gemaakt. Ook regionale bladen hebben als aanloop veel aandacht besteed aan het festival en het tijdschrift voor cultuur & kritiek rekto:verso stelde een nummer samen Over Werk, een zoektocht naar betere arbeidsvoorwaarden en opvangnetten voor cultuurwerkers en andere creatievelingen. Het tijdschrift modereerde ook gesprekken op de sectordag.
Betrokkenheid is natuurlijk een breed begrip. In elke theaterproductie is er betrokkenheid tussen de maker en de toeschouwer. De betrokkenheid waar Theater Aan Zee (TAZ) op doelde, was vooral een maatschappelijke betrokkenheid, rond wereldse thema’s en ook op persoonlijk niveau.
Lucas De Man en co wilden een groter publiek dan louter theaterliefhebbers aanspreken. Zo kon iedereen tickets schenken aan anderen, aan buurtverenigingen en sociale organisaties. Meer dan duizend mensen deden mee aan de festivalopening en vormden op het strand de festivalleuze. Luid werd een lied gezongen, met onder andere de strofe: ‘wacht niet op de redding/ enkel niets doen is fout/wees niet bang om een steen te verleggen/wees het goeie soort stout.’
Ook andere mensen dan het ’theaterpubliek’ kwamen naar de reeks In search of democracy 3.0 en zochten daar gezamenlijk naar adviezen en suggesties om zoveel mogelijk mensen bij de democratie te betrekken. Yes, Please! LIVE! was dan weer totaal iets anders: maandenlang werd met een caravan rondgetrokken door de Lage Landen en konden mensen hun erotische fantasieën kwijt. Met die gedeelde verhalen werd een liveshow gemaakt met telkens een min of meer bekende Vlaming of Nederlander.
The Village van Stichting Nieuwe Helden en KAAP (Oostende) was een journalistiek en artistiek project rond armoede en ongelijkheid. Je maakte aan de andere kant van de haven een individuele wandeling van een 2,5 km, met smartphone in de hand en koptelefoon op je hoofd, langs verschillende locaties. Je liep zigzag door een ruimte met grote lappen met koppen uit kranten, tijdschriften en andere publicaties over ongelijkheid. Wat er allemaal scheef loopt, hoe geplande oplossingen geen alternatieven vormen, hoe armoede in de wereld, en ook in Oostende, Vlaanderen en Nederland toeneemt. Niet direct vrolijk stemmende citaten.
Op een andere plek kon je je hoofd in verschillende houten huisjes steken en kreeg je de onderzoeksresultaten over specifieke kinderen te horen en werd geanalyseerd wat ze zouden kunnen waarmaken van hun toekomstverwachtingen. In een andere ruimte maakten grote plakkaten de evolutie van de mens en zijn verhouding met bijvoorbeeld honden helder. De ‘fittest’ in de ‘survival of the fittest’ is niet de sterkste, maar degene die zich het beste aanpast, die empatisch en vriendelijk is. Laat de mens nu generatie na generatie steeds wat vriendelijker worden, zo was wetenschappelijk vastgesteld. Op lange termijn is er dus hoop, halleluja!
We wandelden weer terug naar de realiteit en op een bankje met zicht op de haven kon je luisteren naar verhalen van maatschappelijk werkers in Oostende. In een grote ruimte zag je virtueel gevisualiseerd de levenskeuzes die iemand moest maken, weer ergens anders kreeg je op borden te lezen wat er onze toekomst zou kunnen zijn, als er geen veranderingen zouden zijn én als er wel acties ondernomen zouden worden. The Village was een bijzonder project, gedegen doordacht, met feiten en verhalen gestaafd, en zat technisch en esthetisch knap in elkaar.
RONJA was een muzikale theatervoorstelling over armoede en ongelijkheid die gevolgd werd door gesprekken, met eten en drinken, in verschillende Oostendse wijken. Er waren ook de Avonden van Hoop. Vijf gezelschappen (Het Zuidelijk Toneel, Kloppend Hert, ARSENAAL/LAZARUS, Het Nieuwstedelijk en Victoria Deluxe/Kopergietery) verzorgden telkens een avond met sprekers, ook uit andere sectoren dan het theater, en met veel muziek als energie voor hoop. De avond die ik meemaakte was verzorgd door Het Nieuwstedelijk dat vooral de aandacht richtte op kinderen en jeugd, meisjes aan het woord liet, en waar een drumbandje van een Leuvense buurt voor de nodige animo zorgde.
En dan waren er natuurlijk de nodige theaterproducties. Laat ik er die uithalen die het meeste indruk maakten. Het sociaal-artistiek project My gift to you (kleinVerhaal/FMDO) is een mooi voorbeeld van betrokkenheid tussen vrouwen van verschillende leeftijden, van verschillende culturele afkomsten, van gewoon verschillende individuen, elk met hun persoonlijke verhalen en achtergronden. Zij vertellen een paar verhalen uit hun kindertijd, sober, ontroerend. Er wordt altijd over de verschillen gesproken, over verschillende groepen van mensen, maar – en dat maakt de groep heel visueel – hoe zijn die verschillende groepen dan samengesteld? Het hangt gewoon af van welke criteria je neemt: leeftijd, Europese of andere afkomst, haarkleur…., scholing. Er zijn altijd verschillen, maar er zijn ook altijd overeenkomsten. Dat muziek en dans mensen samenbrengen, lijkt de boodschap te zijn. De vrouwen dansen, zij dansen samen, en veel. En ze zingen, samen met de begeleidster Kapinga Gysel (veertien jaar de zangeres geweest van Zita Swoon). Zij maakte met de groep een hartverwarmende ‘soundtrack van een kindertijd’ , sober, zonder overdaad.
Heel individueel en heel raak was Self Life Drawing van de Zuid-Koreaanse Eunkyung Jeong. In haar installatie gaat ze op zoek naar haar naam, naar het verleden van die naam, naar de verschillende betekenissen in verschillende generaties. Op de vloer liggen haar fijne, kleine tekeningen. Het zijn als het ware kleine etsen van stenen, aan de rand van de zee, van een bos, van een gebouw. Steentjes als steenmannetjes die de weg wijzen door het verleden en heden, die herinneringen stapelen en vasthouden.
Op een scherm zien we haar verhaal met oosterse draken en Koreaanse karakters. Wat is haar naam? De naam geeft ieder individu zijn eigenheid. Wie ben je zonder naam? In de Oosterse cultuur wordt er meer waarde aan de betekenis van een naam gehecht dan bijvoorbeeld hier, waar een naam vaak alleen maar mooi of zogezegd origineel of heel trendy moet klinken. Je loopt weer langs de tekeningen, je bukt je om details te kunnen zien. De band tussen steentjes en namen zit in schoonheid van fijne lijnen. Als toeschouwer word je ontroerd, gegrepen.
Andere (dans)producties hadden als thema aanranding. Het waren heel persoonlijke getuigenissen die uitgroeiden tot sterke, indrukwekkende verhalen, mede door diverse esthetische vormgevingen. The Journey van Anna Luka da Silva was zo’n dansvoorstelling. Zij won de TAZ-KBC Jongtheaterprijs.
Heel anders is de monoloog van Simone Milsdochter. In ‘What do you think of western civilization? I think it would be a good idea’ mijmert ze over haar situatie, over haar leven hier in het Westen, dat ze geluk heeft gehad. Maar hoe moet het verder? In een krachtig opgebouwd verhaal houdt ze een vurig pleidooi om de wereld, onze beschaving te veranderen. Geen gedram, geen gezeur, maar heel overtuigend weet zij te vertellen waarom wij, de geluksvogels, moeten verminderen, anders moeten gaan leven om te overleven.
De monoloog van Gorges Ocloo in Wat is de Wat riep met zijn vluchtelingenverhaal op tot empathie, en dat doet ook Een Jihad van Liefde. 22 maart 2016, de dag van de aanslagen op de luchthaven van Zaventem en metrostation Maalbeek in Brussel. Mohamed El Bachiri, Belg van Marokkaanse afkomst, moslim, inwoner van Molenbeek, verliest zijn vrouw Loubna, de liefde van zijn leven, de moeder van hun 3 kinderen. Hij deed daarna een oproep tot een samenleven in menselijkheid, tot een Jihad, niet van wraak en haat, maar van liefde en vrede. David Van Reybrouck tekende zijn boodschap en verhaal op. Hans Van Cauwenberghe (regie), Rashif El Kaoui (spel) en Amara Reta (spel) bewerkten het boekje tot theater.
De man staat op een voetstukje en verkondigt zijn boodschap, gaat naar de keuken, blikt terug op wat gebeurd is, lijdt en kan nog niet rouwen. Zijn overleden vrouw stapt de keuken in, zij vraagt: hoe heb je het de kinderen verteld? Hoe reageerden ze? Samen praten ze, over de aanslag, over vroegere blijde gebeurtenissen, ze dansen, ze hebben het over de pijn van nu. Zonder vals sentiment, maar diep en authentiek. Theater dat beklijft. (Ik heb vernomen dat er een Nederlandse versie in de maak is, met een première eind maart 2020. Wie de oorspronkelijke Vlaamse versie wil meemaken: zie http://www.rataplanvzw.be)
De Koe stond met twee producties op het festival. Met Who’s afraid of Virginia Woolf, een voorstelling die ze al brachten in 2005 en die ze nu naar aanleiding van hun dertig jarig bestaan opnieuw opvoeren. Ook brachten ze ForsterHuberHeyne, van Rebekka de Wit en Willem de Wolf, samen met Suzanne Grotenhuis van De Nwe Tijd, en Vincent Doddema, speler van Staatstheater Mainz, die Nederlands en Duits charmant vermengde. Een voorstelling over veranderingen, in het Europa van de Franse revolutie en van nu. In de typische De Koe-stijl, die ze verwoorden in het boek Koedoetboek: ‘Feitelijke en fictionele elementen verstrengelen zich tot een gedramatiseerde werkelijkheid. Kunst mag liegen zolang ze haar waarheid maakt door een poëtische schoonheid. Het theater kan geen rechtstreeks antwoord bieden op de grootste maatschappelijke crisissen van het moment . We zullen dat ook nooit proberen. Omdat we denken dat geen enkele kunst dat kan. Toch bepalen die crisissen ons dagelijks leven in denken en doen. Angst, boosheid, verdriet… de kunstenaar demonteert en monteert zijn dagelijkse pijn in een onrechtstreekse reactie van esthetische werkelijkheid. Tot meer is kunst niet in staat: de troost van de schoonheid.’
Daar valt weinig aan toe te voegen, denk ik. Veel producties die op TAZ stonden, lieten dat zien. Als een algemene conclusie van deze editie van TAZ zou je kunnen stellen: Kunsten, reageer tegen het Kwade in de wereld, predik niet het Goede, maar toon het Schone!
Foto: In Search of Democracy 3.0