De financiële schade door de coronacrisis is nu al enorm, en het einde is nog niet in zicht. Wat zijn de verhalen achter de cijfers? Theaterkrant gaat in gesprek met zzp’ers uit de theatersector. Waar doen ze het van? Hebben ze nog werk en inkomen? En hoe gaan zij om met de onzekerheid die de coronacrisis brengt? Deze keer: zangeres en theatermaker Kim de Fuijk van muziektheatergroep De Meiden van LOS.

Toen alle speeldata van hun nieuwe voorstelling Lusten en Lasten in maart werden afgelast, waren de vier vrouwen die samen LOS vormen net uit de rode cijfers. Om een nieuwe voorstelling te kunnen maken, investeerden ze in repetities, een regisseur, lichtplan en kostuums. In maart hadden ze de try-outs gespeeld en kon het toeren beginnen. ‘Maart, april, mei en juni zijn voor ons de oogstmaanden. Daarvoor zaaien we, we geven water, wieden het onkruid. Na al dat harde werk kun je dan oogsten. Je voorstelling staat en de investering die je hebt gedaan kun je terugverdienen met spelen. We hebben de oogst dit seizoen alleen niet gehad.’

‘Doordat wij met zijn vieren op het podium staan, duurt het langer voor je de investering in een voorstelling eruit hebt. Je moet alle inkomsten immers delen. Als Stichting LOS door een gebrek aan voorstellingen geen geld binnenkrijgt, krijgen wij als makers ook geen geld. Door corona verliezen we niet alleen drie maanden aan inkomsten, maar bouwen we ook geen buffer voor de zomer op, de periode waarin we per definitie niets verdienen door de zomerstop.’

De ‘meiden van LOS’ ontmoetten elkaar tijdens hun studie op het conservatorium in Arnhem. Wat begon als optreden op familiefeestjes en bedrijfsuitjes, nam een vlucht toen de meiden in 2009 meededen aan het Amsterdams Kleinkunstfestival. Vanaf die tijd toeren ze als LOS langs de Nederlandse theaters. Ze hebben inmiddels al vijf voorstellingen gemaakt.

De Fuijk is na haar studie als zzp’er gaan werken. Deels doet ze dat voor LOS, maar ze is ook dirigent, zangeres en geeft workshops aan kinderen in de basisschoolleeftijd bij Nationale Opera & Ballet. ‘Alle inkomsten daarvan zijn weggevallen. Ik was altijd al een spaarder, ik keer mijzelf een salaris uit en de rest pot ik op. Daardoor had ik een buffer, maar die was bedoeld als pensioen. Nu word ik gedwongen ervan te leven. In april, mei en juni heb ik de TOZO gekregen, daar was ik heel blij mee. Mijn man is leraar, door zijn salaris kan ik geen aanspraak maken op de tweede TOZO-ronde.’

‘Door de anderhalvemetermaatschappij mogen er minder mensen naar binnen bij theaters, waardoor voorstellingen vaak niet rendabel zijn. Veel optredens in september, oktober en november zijn daardoor geannuleerd. Ik ben daarom heel zuinig nu.’

De coronacrisis heeft erin geresulteerd dat De Fuijk haar back-upplan, dat altijd al in haar hoofd zat voor als het zingen niet meer zou gaan, nu al ten uitvoer gaat brengen. In september start ze met een deeltijdopleiding aan de Vrije School-pabo. ‘Ik heb sterk getwijfeld of dit al het moment was, maar in onderwijsland is altijd werk. Daarom heb ik toch de knoop doorgehakt.’

Dat ging niet zonder pijn. ‘Ik heb negen jaar gestudeerd voor mijn vak. Ik houd van dit werk. Maar de coronacrisis heeft mij ook laten zien hoe kwetsbaar je bent als zzp’er in de culturele sector. Ik ben inmiddels moeder en ben dat zat. Ik ben gewoon een mens, ik wil ook weleens uit eten zonder mij druk te hoeven maken over geld.’

Doordat De Fuijk in deeltijd gaat studeren, hoeft ze niet te stoppen met LOS. ‘Op maandag ben ik de hele dag in Leiden om te studeren, dinsdagavond werk ik als dirigent en ik hoop dat het lukt om op woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag weer in het theater te kunnen staan. Dan ben ik zes avonden in de week van huis. Dat is heftig, maar ik ga er gewoon voor. Ik houd van op het podium staan, ben trots op onze voorstellingen, en ik kan er mijn geld mee verdienen naast het studeren.’

In september staat er voor LOS een reeks voorstellingen gepland in Arnhem. ‘We spelen vier voorstellingen per week, vier weken lang, voor 45 mensen per avond. Daar verdienen we minder mee dan met een reguliere voorstelling. Ik denk dat ik maximaal honderd euro per avond krijg. Maar nadat ik mijn beroep zolang niet heb kunnen uitoefenen, wil ik graag weer spelen. Ik wil mensen zien, hun energie voelen, hen laten lachen en genieten.’

Inkomsten verloren? Ja, tot in december zijn er inkomsten weggevallen.
Werk verloren? Ja, alles op één koor dat ze online kon dirigeren na.
Uitkering? In april, mei en juni de TOZO.

Foto: Eva Broekema