De financiële schade door de coronacrisis is enorm, en het einde is nog niet in zicht. Wat zijn de verhalen achter de cijfers? Theaterkrant gaat in gesprek met zzp’ers uit de theatersector. Waar doen ze het van? Hebben ze nog werk en inkomen? En hoe gaan zij om met de onzekerheid die de coronacrisis brengt? Deze keer: Uri Rapaport. (meer…)
De financiële schade door de coronacrisis is nu al enorm, en het einde is nog niet in zicht. Wat zijn de verhalen achter de cijfers? Theaterkrant gaat in gesprek met zzp’ers uit de theatersector. Waar doen ze het van? Hebben ze nog werk en inkomen? En hoe gaan zij om met de onzekerheid die de coronacrisis brengt? Deze keer: actrice en theatermaker Joske Koning van theatercollectief King Sisters.
Nog even en dan mogen ze weer: spelen voor een echt publiek. Op 12 september gaat de nieuwe voorstelling Talking Songs van de King Sisters in première op het Amsterdam Fringe Festival. Het collectief, bestaande uit de drie zussen Joske, Annelie en Marthe Koning, had het geluk dat ze door konden repeteren tijdens de lockdown. Als onderdeel van het Spr!tzl Atelier waren ze in residentie bij Silbersee. Door met elkaar in thuisisolatie te gaan, mochten ze doorwerken in de repetitieruimte. De onderzoekspresentatie die daarbij hoorde kon helaas niet doorgaan, maar in plaats daarvan liet Silbersee een film maken van het materiaal in het Van Loon Museum.
Tijdens Fringe spelen de zussen in het OBA theater, het theater bovenin de centrale bibliotheek van Amsterdam. ‘We kunnen daar een redelijk bezoekersaantal halen door twee keer op een dag te spelen’, legt Joske uit. ‘Op de begroting maken we niet veel verlies. We zijn een kleine club, en hebben als voordeel dat we niet heel veel publiek nodig hebben om uit de kosten te komen. Tijdens de coronacrisis hebben we ook nieuwe subsidies toegekend gekregen voor ons project. Het is wel spannend dat we minder publiek gaan bereiken dan we hadden aangegeven, we hopen dat de fondsen daar coulant in zijn.’
Ook persoonlijk redt Joske het met haar financiën. ‘Ik heb mazzel, ik ben stemactrice en doe ook commerciële klussen. Mijn vaste lasten zijn heel laag, omdat ik ervanuit ga dat ik weinig verdien. Momenteel heb ik wel facturen uitstaan, maar die factureer ik pas als de TOZO is afgelopen. Wel heb ik mijn camperbus verkocht om een buffer op te bouwen. Er komt nu een nieuw project en een reclameklus aan, dus voorlopig red ik het wel. Het is wel vaker zwaar weer, daar ben ik aan gewend.’
Toch was er aan het begin van de crisis een moment van ‘paniekvoetbal’, zoals ze het zelf noemt. ‘Ik heb gekeken of ik mij misschien kon omscholen tot psychotherapeut. Maar dat is een studie van tien jaar, en dus niet echt rendabel. Nu denk ik: wie dan leeft, wie dan zorgt. Ik blijf bij wat ik echt graag wil doen en doe alleen aanpassingen als het echt niet anders kan.’
‘Ik ben afgestudeerd in 2011, toen alle productiehuizen omvielen. Wanneer je niet zo’n instantie achter je hebt staan, is het lastiger om aandacht van programmeurs te genereren. Bij de eerste producties van de King Sisters was het moeilijk om speelplekken te krijgen. Ik voel een groot wantrouwen van programmeurs naar jonge makers die zich nog niet hebben bewezen. Ik hoop dat er in de toekomst meer waardering komt voor makers in de marge die vernieuwend werk maken.’
Joske pleit voor meer vrijplaatsen buiten het gesubsidieerde bestel. ‘In mijn wildste fantasie wordt kraken gelegaliseerd, waardoor er ruimtes waar plek is voor experiment worden onttrokken aan de markt.’ Anderzijds gelooft ze dat de verandering ook van binnenuit moet komen, en dat het bestel zelf meer ruimte en waardering zou moeten creëren voor het experiment.
‘Ik denk niet dat het echt goedkomt. Daarvoor is mijn beeld van wat goedkomen is te utopisch. Maar ik geloof wel in doorzettingsvermogen en veerkracht. Dankzij initiatieven als Aanvang (actieplatform voor de podiumkunsten, red.) begint de sector zich meer te verenigen en ontstaat er meer waardering voor elkaar. Het enige dat een crisis echt kan, is het doen ontstaan van solidariteit. Ik hoop dat wanneer er meer welvaart komt, dat niet wordt vergeten. Ik hoop dat het deksel nu eindelijk van de put wordt gelicht en de puist van jonge, obscure makers openbreekt. Zodat publiek en programmeurs de waanzinnig rijke, dappere en diverse scene die we hebben opnieuw gaan waarderen.’
Inkomsten verloren? Ja.
Werk verloren? Ja, meerdere voorstellingen.
Uitkering? Ja, de TOZO.
Foto: Iris Box