Bijna vier maanden na de gemeenteraadsverkiezingen zijn er colleges gevormd in het grootste deel van het land; zo ook in de grote steden van de zuidelijkste regio. De colleges van Maastricht en Heerlen richten zich beide op een cultuurprofiel verankerd in de eigen regio, met de Limburgse hoofdstad als cultuurstad van internationale allure.

De verdere versplintering van het politieke landschap (uitgesproken winst van lokale partijen, opvallende winst voor zowel GroenLinks als de VVD) zorgde in veel gemeenten voor een relatief trage formatie, maar het grootste deel van de nieuwe akkoorden is gesloten. In deze reeks artikelen schetst Theaterkrant.nl in samenwerking met Kunsten ’92 een overzicht van de nieuwe bouwstenen voor het gemeentelijke kunst- en cultuurbeleid in de grotere steden voor de komende periode. In het vijfde deel een beeld van het cultuurbeleid in Nederlands zuidelijkste steden: Maastricht en Heerlen.  

Maastricht

Het college dat zich in de komende beleidsperiode over de hoofdstad van Limburg zal ontfermen bestaat uit een brede coalitie van CDA, Seniorenpartij Maastricht, GroenLinks, D66, VVD en SP. Jim Janssen van de Seniorenpartij neemt de portefeuilles Personeel en organisatie, Informatiebeleid en informatiesamenleving, Publieke dienstverlening, Participatie, Cultuur en Cultureel Erfgoed (behalve monumenten) voor zijn rekening.

De gemeente focust in haar akkoord Onbegrensd en ontspannen – dat tevens in het Engels gepubliceerd werd als Unlimited and unstrained – op de positie van Maastricht als Eurostad in een over de grenzen reikende Euregio waarin economische en culturele samenwerkingsverbanden worden gelegd met grenssteden in zowel België (Luik, Hasselt, Genk) als Duitsland (Aken). In een vergezicht in de paragraaf Aantrekkelijke stad schetst Maastricht in 2030 een nog aantrekkelijkere stad te willen zijn met een ‘geweldige balans in wonen, werken en leven’. Het college wil cultureel ondernemerschap stimuleren, en zet daarvoor onder andere in op het mogelijk maken van een ‘toegankelijke, functionele’ middenzaal in de stad. Daarnaast spreekt het de wens uit om blijvend te investeren in cultuur, zodat in 2030 een hernieuwd elan is ontstaan, en ook ‘de hele keten van cultuuronderwijs duurzaam verankerd is met een vitaal professioneel kunstklimaat’.

Om dit vergezicht te verwezenlijken stelt het college de komende beleidsperiode enkele doelstellingen die de weg richting een vitaal cultuurklimaat dienen te effenen. Over de gehele linie wil Maastricht een betere binding met stad en regio creëren, onder andere door een sterke Zuid-Limburgse programmering in Theater aan het Vrijthof en een sterkere binding tussen professionele kunst en amateurs te realiseren. Voor het laatste wil het college betaalbare en toegankelijke voorzieningen bieden. Er wordt tevens geïnvesteerd in gebouw en techniek bij Theater aan het Vrijthof, waar mogelijk ook ‘ontplooiingsmogelijkheden’ gecreëerd worden voor cultureel ondernemerschap. Met uitbreiding van de repetitieruimte dient het gebouw tevens een thuis te blijven voor de Philharmonie Zuidnederland.

Het realiseren van een nieuwe middenzaal (‘waar mogelijk binnen een bestaande voorziening’) staat ook voor deze beleidsperiode op de agenda. De gemeente wil ten slotte ‘maximaal inzetten op een aanvullend en onderling versterkend cultureel aanbod binnen de (Eu)regio, om zo te komen tot een cultureel aantrekkelijke Euregio met daarbinnen Maastricht als bruisende cultuurstad met herkenbaar profiel’. Centraal staat daarmee Maastricht als cultureel ijkpunt van (inter)nationale allure, met tegelijkertijd een duidelijke binding met de eigen regio qua aanbod en programmering.

Concreet wordt er in 2019 1,565 miljoen in het domein Aantrekkelijke stad geïnvesteerd, iets afnemend tot 1,485 miljoen vanaf 2020. De programmabegroting voor 2019 zal moeten uitwijzen wat de genoemde bedragen exact betekenen voor het cultuurprogramma; onder het domein Aantrekkelijke stad schaart het college van Maastricht namelijk ook de onderdelen Veiligheid en Gemeentelijke Communicatie, waar vanzelfsprekend een deel van deze gelden aan zal worden toegewezen. De begrote €21,8 miljoen voor kunst en cultuur in 2018 zal daarmee in ieder geval stabiel blijven, en naar waarschijnlijkheid een weinig groeien.

Heerlen

In Heerlen blijft de constellatie van het nieuwe bestuurscollege grotendeels hetzelfde met afgevaardigden van de SP, Ouderenpartij Heerlen, VVD en D66. De voorheen besturende PvdA wordt deze beleidsperiode ingewisseld voor raadsdeelname van het CDA en GroenLinks. Jordy Clemens (SP) blijft aan als wethouder voor Cultuur, met tevens de domeinen Onderwijs, Jeugd, Erfgoed en Wonen in zijn portefeuille.

Het Heerlense college legt in haar cultuurbeleid de nadruk op een breed draagvlak voor cultuur onder alle Heerlenaren, en wenst daarmee tevens op zoek te gaan naar een groter bereik. De ‘Culturele Lente’, zoals het college de opleving van het culturele klimaat van de afgelopen jaren noemt, ‘moet nu ook in onze buurten zichtbaar en aanraakbaar worden’. Om dat te bereiken wil het college het productieklimaat verstevigen: ‘Lokale talenten krijgen de ruimte en we zorgen voor een aanbod van hoog niveau om hen voortdurend te inspireren en uit te dagen. Met name op het gebied van ‘street art’, popmuziek, film, en podiumkunsten liggen de komende jaren volop kansen.’ Cultureel ondernemerschap wordt aangemoedigd, met waar mogelijk steun voor startende ondernemers. Daarnaast bestaat de wens om een kwalitatief hoogstaand filmhuis in de stad te vestigen. Het college wil actief doorbouwen op ‘het zichtbaar en beleefbaar maken van het Verhaal van Heerlen.’ Zij stelt:  ‘Nog veel vaker moeten Heerlenaren de komende jaren aanlopen tegen archeologie, monumenten en immaterieel erfgoed. Ook stimuleren we dat er de komende jaren meer kleine en onorthodoxe initiatieven komen die op allerlei manieren het verhaal van de stad vertellen.’ De gemeente wil deze connectie met de stadse historie ook waarborgen in het cultuureducatief beleid, onder andere door het jaarlijks mogelijk maken van een gratis bezoek aan een van de historische musea van Heerlen voor schoolgaande kinderen.

In de begroting van 2018 werd 13,6 miljoen uitgetrokken voor cultuur en 5,6 miljoen voor cultureel erfgoed. Wat het beleid van het nieuwe college gaat brengen zal in financieel opzicht uit de jaarbegroting voor 2019 moeten blijken.

In het volgende artikel in deze serie wordt het cultuurbeleid in de nieuwe coalitieakkoorden van Tilburg en Breda onder de loep genomen.

Lees hier de coalitieakkoorden:

Onbegrensd en ontspannen (Coalitieakkoord Maastricht 2018-2022)

Samen doorbouwen met lef (Coalitieakkoord Heerlen 2018-2022)