Belangenvereniging Kunsten ’92 heeft een brief gestuurd aan de cultuurwoordvoerders in de Tweede Kamer. Ze willen dat er tijdens het debat over de cultuurbegroting op 21 november meer geld toegevoegd wordt dan de beloofde 10 miljoen. Kunsten ’92, de belangenvereniging voor kunst, cultuur en erfgoed, schrijft onder meer dat ze blij is dat er in de conceptverkiezingsprogramma’s […]
Het beeld dat minister Bussemaker in Cultuur in Beeld 2015 van de cultuursector heeft geschetst is te positief en onvolledig, schrijven koepelorganisaties FNV Kiem, Federatie Cultuur en Kunsten ’92 in een brief aan de cultuurwoordvoerders van de Tweede Kamer. Voorafgaand aan de vergadering over de Cultuurbegroting 2016 in de Tweede Kamer op 30 november hebben zij daarom aanvullend onderzoek naar de werkelijke stand van zaken in de cultuursector laten doen.
De drie organisaties stellen vast dat met het huidige beleid en het huidige budget de culturele infrastructuur verder zal inkrimpen en nieuwe generaties minder kansen krijgen zich te ontwikkelen. Zij roepen Bussemaker op om met een brede en realistische blik naar de culturele sector te kijken en een aantal knelpunten op te lossen voordat de sector nog verder afkalft. Ze roepen op om te zorgen voor ‘een samenhangende landelijke regie, waarin zowel de functies van het bestel als de ruimte voor vernieuwing en diversiteit zijn geborgd. Daarbij gaat het om: voldoende middelen (zoals ook aangegeven door de Raad voor Cultuur), wet- en regelgeving die goed werkgeverschap mogelijk maakt, en verdienmodellen voor zzp’ers.’
Uit het aanvullende onderzoek van adviesbureau KWINK-groep, in samenwerking met de zes Rijkscultuurfondsen en de Raad voor Cultuur, blijkt onder meer dat Cultuur in Beeld geen inzicht geeft in de (verslechterde) positie van de makers, in de teruggang van incidentele subsidies en in verscholen armoede bij instellingen die alles op alles zetten om producties te blijven maken.
Ook geven de data onvoldoende inzicht in (komende) gemeentelijke bezuinigingen en in het gebrek aan samenhang tussen gemeentelijke en landelijke subsidies. Bovendien zijn de cijfers slechts een momentopname, wat de werkelijkheid kan vertekenen: vaak zijn de bezuinigingen in eerste instantie opgevangen met reserves, tijdelijke financiering of loonderving, die nu opraken. Dit geldt ook voor de fondsen. Nu zij door hun reserves heen zijn zal het aantal subsidies en/of de hoogte van subsidies verder afnemen en wordt het risico groot dat een ongewenst na-ijleffect van de bezuinigingen optreedt.
Bovendien hebben de cultuurfondsen veel te weinig budget om voor innovatie, diversiteit en spreiding in de cultuursector te zorgen, terwijl dat hun wettelijke taken zijn. Hierdoor komt de dynamiek in de culturele sector ernstig in gevaar.
Op 13 november toonde het CBS in een rapport dat er door de bezuinigingen ruim duizend arbeidsplaatsen verloren zijn gegaan. De briefschrijvers wijzen nu ook op de begin januari te verschijnen Arbeidsmarktverkenning Cultuur van de SER en de Raad van Cultuur.