De Stadsschouwburg Amsterdam eert Jeroen Willems (1962-2012) met een portret in zijn eregalerij van schilderijen en beelden van grote Nederlandse podiumkunstenaars. Dat meldt NRC Handelsblad op 15 mei. De Hongaars-Nederlandse kunstenaar Andrea Radai schilderde zes portretten van Willems, die van 17 mei tot 29 juni te zien zijn in de tentoonstelling Twee stemmen in Galerie Reuten in Amsterdam. […]
Het zou een van de mooiste avonden in de theatergeschiedenis worden, ‘een feestelijke’ zelfs, zoals het achtuurjournaal op maandagavond 3 december 2012 berichtte. Maar het werd anders: de nieuwsuitzending opende met de plotselinge dood van acteur en zanger Jeroen Willems. Tijdens de generale repetitie die maandagochtend voor de galavoorstelling Honderdvijfentwintig jaar Carré, waarvoor 1600 bezoekers werden uitgenodigd, werd Willems onwel, kort daarna overleed hij in het OLVG-ziekenhuis aan een hartstilstand.
Voor zo goed als iedereen kwam Willems dood als een schok, het was plotseling en onverwacht. Nu tien jaar later de biografie verschijnt van de geliefde en bewonderde acteur en zanger, geschreven door classica Mieke Koenen (1965), wordt duidelijk dat Willems’ dood niet zo onverwacht kwam als gedacht.
Haar biografie heet Je lied wordt gehoord. Jeroen Willems, acteur en zanger. De titel is ontleend aan het lied ‘Jojo’ van Jacques Brel en Willems’ vertolking daarvan: ‘Al lig je diep: Jojo, je lied wordt gehoord./ Al lig je diep, je leeft nog voort.’ Dat ‘voortleven’ geldt ook voor Willems zelf: in de herinnering van publiek en van regisseurs en collega-acteurs is hij er nog steeds.
Koenens biografie is voorbeeldig. In 2015 is ze aan haar levensbeschrijving begonnen. Van de erven van Willems, vooral van zijn moeder Rieneke Willems-Reuten, kreeg ze alle medewerking, onder meer de toegang tot zijn persoonlijke archief met krantenartikelen, interviews, recensies, dvd’s en ander belangrijk materiaal. De dood van Willems riep een enorm eerbewijs op, Koenen stelt zich terecht de vraag: ‘Dat overweldigende eerbetoon roept de vraag op wie Jeroen Willems was en wat hem zo’n groot en geliefd kunstenaar maakte. Hoe laat zijn leven zich lezen nu het boek van zijn tijd is dichtgevallen?’
Om zich een beeld te vormen van wie Jeroen Willems was, sprak Koenen met vele tientallen betrokkenen, zowel familieleden als mensen uit de theaterwereld, zowel in het binnen- als buitenland. Zij deed dat in persoonlijke ontmoetingen. Afgezien van Jeroens moeder en zijn nabije familie sprak ze ook met regisseurs en theatermakers als Johan Simons en Paul Koek, oprichters van de legendarische Theatergroep Hollandia (1985-2005), Rob Ligthert die de regie deed van de Brel-vertolkingen van Willems, toneelspelers Marcel Musters, Thekla Reuten (nicht), Elsie de Brauw, Betty Schuurman en vele, vele anderen.
Nauwgezet brengt ze zijn Zuid-Limburgse jeugd in beeld, Jeroen Willems werd op 15 november 1962 in Maastricht geboren, als derde kind en kreeg de namen Jeroen Anton Albert. Zowel zijn vader Kees Willems (1925-1978) als zijn moeder Rieneke Willems-Reuten (1927) waren betrokken bij het theater in Limburg. Theater was de grote droom van Kees Willems; hij was regisseur, toneeldocent en ook toneelspeler. Op de Maastrichtse Toneelacademie leerden Jeroens ouders elkaar kennen.
Als jongetje van vier stond Jeroen al op de planken, en dat was niet zomaar een kindervoorstelling, integendeel. Zijn vader Kees regisseerde hem in De Kaukasische Krijtkring van Bertolt Brecht, een maatschappij-kritisch stuk waarin een rechter moet beslissen over de voogdij van de driejarige Michel. Dat jongetje speelde Jeroen; zijn moeder was zanger-verteller en zijn vader voerde de regie en speelde de rechter.
Dat Jeroen zelf later aan het toneel ging, was niet vreemd, hoewel hij ook nog overwoog om missionaris in Afrika te worden. Die band met het toneel werd door zijn vader gesymboliseerd. Zijn overlijden op Jeroens vijftienjarige leeftijd heeft hem, aldus de biografie, voor het leven getekend. Met psychologisch geladen begrippen als verlatingsangst, afwijzing, ontkenning, angst voor eenzaamheid, prestatiedwang, streven naar perfectionisme en kwellende onzekerheid duidt de biograaf dit verlies voor de jeugdige Jeroen, en ze tekenen zijn verdere artistieke en persoonlijke leven. Koenen betracht gelukkig grote terughoudendheid in die duiding, ze benoemt het slechts enkele malen of ze tekent het op uit de mond van mensen die hem van zeer nabij kenden, onder wie Elsie de Brauw, Gijs Naber, Thekla Reuten en Betty Schuurman.
Eerder schreef Mieke Koenen de biografie over dichteres Ida Gerhardt, evenals Koenen classica. Dat ze nu met een biografie komt van een van de grootste toneelspelers van deze tijd is misschien verwonderlijk, maar niet per se. Ze woonde in haar jeugd in dezelfde straat als Jeroen in het dorp Welten en ze kende hem van afstand. Ook begon haar liefde voor het toneel met voorstellingen van het Griekse drama, waarvan Theatergroep Hollandia een aantal voorstellingen bracht, met Jeroen Willems in enkele grote rollen.
Spraakmakende uitvoeringen van de Perzen van Aeschylus, gebracht in de autosloperij van Jan Smit in Westzaan, en Thyestes in de bewerking van Claus waren voor de biograaf beslissende ervaringen; haar eerste kennismaking met Jeroen Willems als acteur was in Boeren sterven van Kroetz, in 1988. Ze schrijft er boeiend over: dit fysieke, muzikale en rauwe spel op locatie was voor haar een openbaring, zo moest toneel zijn.
Bijzonder genoeg is Je lied wordt gehoord een spannende biografie. Willems’ leven wikkelt ze op minutieuze wijze af. Zijn vormende jeugdjaren, de jaren aan de Toneelacademie Maastricht en de bijzondere lesmethoden daar en vooral de glorietijd van Hollandia met hoogtepunten als Twee stemmen, La musica twee, Lulu, De val van de goden, Boeren sterven en Stallerhof. Eén aanwijzing van regisseur en muzikant Koek is voor Jeroen van grote betekenis geweest. Koek leerde de acteurs dat je altijd musiceert als je praat: ‘Ritme en dynamiek, daar gaat het om. Goede oren zijn nummer één voor een acteur.’
Wat al snel opvalt is de ongekende werkkracht, schrijf gerust: werkdrift van Willems. Terecht schrijft Koenen dat hij tenminste twee levens leidde, maar regisseur Simons memoreert in de toespraak bij de afscheidsbijeenkomst van Willems op zaterdag 8 december in de Amsterdamse Stadsschouwburg: ‘Jeroen Willems heeft meer dan honderdduizend levens in zichzelf verbrand.’
Op knappe wijze doseert Koenen die ongekende werkdrift: Jeroen speelt soms in een enkele week op het podium, voor de televisie- én filmcamera. Weliswaar zegt hij telkens tegen zichzelf, of andere wijzen hem erop, dat hij rustig aan moet doen en vooral minder roken. Het komt er niet van. Het zijn als vooruitwijzingen naar de laatste twee hoofdstukken die ‘Het noodlot slaat toe’ en ‘Het afscheid’ heten.
Er komt een kentering in Jeroens leven door de ontmoeting met de grote liefde van zijn leven, acteur Marcel Musters, geboren in Tilburg in 1959, een van de oprichters van Mugmetdegoudentand. ‘Stapelverliefd’ was Willems bij die ontmoeting in 1994. Er volgen de ‘piekjaren’ van zijn leven met grote rollen, de toekenning van de Mary Dresselhuysprijs in datzelfde jaar en grote, prachtige rollen.
Toch bleef onzekerheid knagen, altijd artistiek maar in de loop van de tijd ook persoonlijk: Musters stond ook open voor andere relaties en stelde zijn partner voor een driehoeksverhouding te beginnen. Er volgt een uiterst moeizame tijd voor Jeroen, die pijnlijk lijdt onder deze relatieproblemen. Doordat beiden zijn gefocust op hun eigen carrière zien ze elkaar nauwelijks.
Koenen beschrijft die problematiek met distantie, en daardoor des te indringender. Vanaf dat moment – het is inmiddels 2007 – is er iets geknakt in het leven van Jeroen. Hij raakt verslaafd aan het optreden voor publiek dat was als ‘een narcoticum’. De vijftig bladzijden die de levensbeschrijving nog te gaan heeft, leest als een grote worsteling van Willems met relaties, met eenzaamheid. Hij was tweemaal een veilige haven kwijt, die van een liefdesverhouding en die van Hollandia. Jeroen begon steeds harder te werken, als om te vluchten en vergetelheid te vinden. Hij boekt successen in Duitsland en speelt wereldwijd zijn glansrol Twee stemmen, zelfs in de taal van het land zelf. Tot die fatale dag van 3 december 2012.
Simons benadrukte al dat Jeroen Willems ‘als geen ander van het beroep van acteur een gevaarlijk beroep (heeft) gemaakt’. Volgens de Oostenrijkse toneelschrijfster Elfriede Jellinek, in een brief aan Simons, zijn het grote acteurs die zo sterven: ‘Das Herz zerreisst Ihnen. Sie zerspielen sich.’ Aangrijpende slotwoorden van een grootse biografie die zowel liefdevol is als objectief, en vol belangwekkende feiten. Een ongekende prestatie.
Je lied wordt gehoord. Jeroen Willems, acteur en zanger van Mieke Koenen is uitgegeven door Nijgh & Van Ditmar, 496 pagina’s, € 25,99. Schilderij: Andrea Radai (2015, olieverf op linnen)