De zes rijkscultuurfondsen hebben, binnen hun bestaande budgetten, samen ruim 15 miljoen euro vrijgemaakt voor specifieke steunmaatregelen voor hun sector in coronatijd. Ze richten zich vooral op werk voor makers en daarnaast op instellingen die niet behoren tot de doelgroep van het eerder aangekondigde steunpakket van € 300 miljoen. (meer…)
Bovenop de Rijksbezuiniging op de kunsten van 200 miljoen euro komt een gemeentelijke en provinciale bezuiniging van 275 miljoen. In totaal lopen de bezuinigingen op de kunsten op tot 475 miljoen. Dit meldt de Volkskrant die samen met Bureau Berenschot een onderzoek naar de kunstbezuinigingen in de 25 grootste gemeenten instelde.
Het Rijk, de provincies en de gemeenten bezuinigen samen gemiddeld 14 procent op de kunsten. De inkomsten van de sector gaan hiermee van 5,25 miljard euro naar 4,75 miljard euro. De gemeenten gaven eerst gezamenlijk rond de 2 miljard euro aan de kunsten en vanaf 2013 zal het bedrag rond de 1,8 miljard euro liggen. De gemeenten zijn en blijven volgens Berenschot de grootste subsidieverstrekkers aan kunst en cultuur, maar korten de sector met ongeveer negen procent.
De gemeenten verdelen de bezuinigingen ongeveer evenredig. Onderzoeker Bastiaan Vinkenburg van Berenschot: ‘Ze spreiden de pijn over alle kunst en cultuur.’ Wel geeft Berenschot aan dat er grote verschillen tussen gemeenten optreden. Maastricht geeft 10 procent meer subsidie aan de sector terwijl Rotterdam met 20 procent het meest bezuinigt. Aan het begin van het jaar leek het erop dat de gemeenten meer zouden bezuinigingen dan nu het geval blijkt. De gemeenten bezuinigingen minder drastisch dan het Rijk. Aan de Volkskrant laat Jet de Ranitz, voorzitter belangenvereniging Kunsten ’92, weten dat het goed is dat een aantal gemeenten de waarde van kunst en cultuur voor hun stad blijven zien maar ze zegt ook: ‘Aan het eind van de dag gaat het ook hier over bezuinigingen en niet over investeren.’
Daarbij blijft dat de ene sector harder wordt getroffen dan de ander. Dit heeft volgens de Ranitz te maken met de ‘traditioneel gegroeide rolverdeling tussen het Rijk en de gemeenten’. De productie- en presentatiekant wordt voornamelijk door het Rijk gesubsidieerd terwijl de gemeenten de podia subsidiëren. Nu het Rijk van 990 miljoen euro naar 752 miljoen euro aan subsidies gaat wordt de productiekant zwaar getroffen. De Ranitz: ‘De subsidies van Rijk en Fonds Podiumkunsten aan 127 instellingen komen te vervallen. Daarvan zijn er 93 producerend.’
Het valt de Ranitz ook op dat juist de gemeenten op cultuureducatie bezuinigingen. Eerder berichtte theaterkrant.nl dat de staatssecretaris van Cultuur, Halbe Zijlstra, de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad heeft gevraagd een gezamenlijk advies over cultuureducatie uit te brengen. In het advies staat dat juist de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van cultuureducatie. Zij zouden een cultureel aanbod op gemeentelijk niveau moeten faciliteren dat moet zijn afgestemd op het beleid van de provincie.
Berenschot meldt dat de bezuinigingen ervoor zorgen dat de instellingen ook minder eigen inkomsten krijgen. Als gevolg van de afname van het aantal voorstellingen zullen de podiumkunsten 25 miljoen euro minder aan eigen inkomsten ontvangen.
Belangenvereniging Kunsten ’92, Paradiso en ACI (directieoverleg A’msterdamse culturele instellingen) organiseren traditioneel op zondag aan het einde van de Uitmarkt het Paradisodebat. Dan zal dit onderzoek naar de bezuinigingen op kunsten en erfgoed worden gepresenteerd. Onder leiding van Ruben Maes zal, o.a. door Halbe Zijlstra, worden gedebatteerd over hoe politici en de cultuursector willen dat Nederland er over tien jaar uitziet en welke rol kunst en cultuur daarin speelt.