Balletdanseres Michaela DePrince is op 29-jarige leeftijd overleden. Dat schrijft Het Nationale Ballet, waar DePrince van 2013 tot 2022 aan verbonden was.

DePrince groeide op in het door oorlog geteisterde Sierra Leone. Op jonge leeftijd verloor ze haar beide ouders. Ze kwam in een weeshuis terecht, waar ze door haar huidaandoening vitiligo ‘duivelskind’ genoemd werd, en uiteindelijk werd geadopteerd door de Amerikaanse familie DePrince. In Amerika volgde ze haar droom om balletdanseres te worden, geïnspireerd door een foto die ze, nog in Sierra Leone, ooit zag van een Amerikaanse ballerina. Dat was geen makkelijke weg voor DePrince; meermalen werd haar verteld dat ze niet het juiste lichaamstype én niet de juiste huidskleur had voor een balletdanseres.

Vastberaden zette ze door en in 2012 kwam ze naar Europa op uitnodiging van het Haagse dansgezelschap De Dutch Don’t Dance Division, om mee te dansen in een van hun producties. Zo kwam ze ook in aanraking met Het Nationale Ballet en in augustus 2013 voegde ze zich bij de eerste lichting van de Junior Company. In 2014 maakte ze de overstap naar de ‘main company’ van Het Nationale Ballet, waar ze in de jaren daarna opklom tot de rang van tweede solist.  In 2022 verliet ze Amsterdam om haar danscarrière voort te zetten bij het Amerikaanse Boston Ballet.

Van jongs af aan bleef haar bijzondere levensverhaal in combinatie met haar danscarrière niet onopgemerkt. Zo was ze onder andere te zien in de filmdocumentaire First Position, danste ze in een video van Beyoncé en kocht Madonna de filmrechten van haar autobiografie. Ook vertolkte ze de hoofdrol in de filmversie van Coppelia, in een choreografie van Ted Brandsen.

Gemotiveerd om kinderen uit oorlogsgebieden te helpen werd DePrince in 2016 ambassadeur van War Child en zette zich op allerlei manieren in om kinderen te helpen.

Foto: Michel Schnater