‘Adviseert het fonds ons nu om op te doeken? Of door te vechten?’ Theatermaker en artistiek leider Anne Maike Mertens vraagt de directeur van het Fonds Podiumkunsten in een open brief om advies. Vorige week woensdag maakte het fonds bekend de subsidieaanvraag van haar gezelschap Nineties niet te honoreren. Er werd plaats gemaakt voor vernieuwing, ten koste van meerdere gerenommeerde gezelschappen.

Beste Viktorien van Hulst,

Na het ontvangen van de beschikking voor de meerjarige projectsubsidie schrijf ik u in geëmotioneerde verwarring met een aantal vragen. Met de antwoorden hoop ik grip te krijgen op de radicale koersverandering van het fonds. Ik richt me tot u als directeur, beleidsmaker, penvoerder in media en liefhebber van de podiumkunst.

Ik ben Anne Maike Mertens, theatermaker en artistiek leider bij mijn eigen opgezette gezelschap Nineties. Afgestudeerd aan de Amsterdamse Toneelschool en Kleinkunst Academie ten tijde van de Zijlstra-bezuinigingen. Productiehuizen sloten de deuren tijdens ons afstudeerfeest, cultureel ondernemers moesten we worden. Al hadden we er geen drol verstand van, we gingen. We gingen hard. Projectsubsidies aanvragen, partners zoeken, zalen benaderen en vooral: maken, maken, maken. Collectief optrekken met medemakers en festivals bestieren.

Nineties werd in 2015 binnen de Nieuwe Makersregeling ondersteund door uw fonds. We groeiden via de huidige kunstenplanperiode door tot een structureel ondersteunde club. Het voelde als een beloning voor onze artistieke missie: er was plek voor onze voorstellingen.

De eerste twee jaar van dat kunstenplan werden we door corona on hold gezet, we hebben dus maar 2 jaar gehad (eigenlijk zelfs maar één omdat dit plan al een tijdje in de maak is en het huidige jaar nog loopt) om een organisatie op te bouwen en om onszelf te bewijzen. Nineties en velen met ons hebben noodgedwongen gewerkt met een skeleton crew. We hebben hemel en aarde bewogen, nieuwe wegen gevonden en gezocht. We zochten uit wat de grenzen zijn van live theater in online tijden. Er ontstonden nieuwe vormen en taal, en we deelden onze opgedane kennis en technologie met het veld, academies en medemakers. De collectieve zucht van opluchting, toen we weer de zalen in mochten, was zalig. We pakten onze veelvormige maakpraktijk op en maakten weer fysiek contact met ons publiek.

De inspanningen van Nineties werden tot onze vreugde ook gezien door het fonds; afgelopen december ontvingen we een tweejarig internationaal promotiebudget. Vorige week ontving Yannick Noomen, mijn Nineties partner in crime, de honorering voor een ISPA fellowship in NYC voor de komende drie jaar. Ook deze aanvraag liep via het fonds.

En toen kwam vorige week woensdag het besluit van het fonds om onze plannen voor de toekomst niet te honoreren. Een mokerslag. Een duw in het ravijn. Geen zaaglijn-uitslag maar een keiharde ‘niet honoreren’. Ik leid een groeiend gezelschap, geroemd om experiment, het veroorzaken van reuring, het verdiepen van vormen. Afgelopen Oerol nog een ‘ga bij keuzestress naar Nineties’ (NRC ****), en dan nu, na al die ondersteuning van het fonds, zonder voortekenen van een relatiebreuk een hard negatief advies?

En zodoende kom ik aan bij mijn vraag: wat is het voorstel van het fonds voor het vervolg van ons gezelschap? En ik stel deze vraag niet alleen voor ons, maar voor een hele groep makers die de middenzaal bespeelt en nu wordt weggevaagd. BOG., Black Sheep Can Fly en vele, vele anderen hebben hun sporen natuurlijk behoorlijk dik verdiend. Ze zijn van grote betekenis voor het veld, voor publiek en voor nieuwe makers. We zijn allemaal zo mid in onze career dat we nét een structuur hebben opgetuigd. Een team hebben gebouwd, na een tijd dat een groot deel van het faciliterend personeel zich tijdens corona heeft laten omscholen. We kunnen weer lange lijnen gaan lopen! We zijn geen topzwaar apparaat, we zijn beweeglijk en fluïde. Alles wat het fonds altijd zo belangrijk vond en waar het ons zo om roemde.

In de Volkskrant deze week stond een kop: ‘dit vinden de winnaars en verliezers ervan’. De taal van deze kop cringet nog na. In een zin erna wordt gesproken over ‘pechvogels’. In NRC zegt u in een interview ‘nieuw en oud moet goed nadenken over waarom ze bestaan’, en we sure did. Ons pluriforme veelvormige voorstel hebben we samen met super veel toffe partners met veel engagement opgepend.

Het fonds is altijd bereikbaar voor advies. Dat heb ik altijd te gek gevonden. Adviseert het fonds ons nu om op te doeken? Of door te vechten? Om weer een ‘winnaar’ te worden? Om onze creativiteit te gebruiken om alsnog te blijven produceren, en wel zoveel dat we volgende keer weer in kunnen stappen in de loterij? Is het mogelijk om zonder een burn-out of twee, de projectaanvragen-machine in te gaan? En hoe verhoudt al dat aanvragen zich dan tot particuliere fondsen die zich zelden richten op mid-careers? Gaan wij niet al het geld opknabbelen dat eigenlijk bedoeld is voor een nieuwe generatie makers, maar omdat wij de weg naar die fondsen al kennen en of onze naam al iets betekent? En draagt ons voortbestaan dan bij aan een versnipperd en overvol landschap waarbij alles halfhalf is en de route naar fair-pay steeds verder uit zicht raakt? Er is een hele lijn opgetuigd om makers de weg naar het fonds te laten vinden. Maar hoe zit dat met de way out? Heeft het fonds een idee hoe wij ons nu moeten verhouden tot onzepromotie in het buitenland? Wat betekent een fellowship bij ISPA als de fellow z’n company verliest? Hoe leggen we dat uit?

Ik realiseer me natuurlijk de eindigheid van de pot met geld die het fonds te verdelen heeft. Ik juich beweging toe, in het veld, in kunstvormen, in verhalen die we vertellen, ik leef ervoor. Maar de visie op het verlies van een waardevolle poot van een veld met een voorbeeldfunctie voor de nieuwe generatie is me totaal onhelder. Van veel theaters kregen we meteen een hart onder de riem. ‘We gaan er alles aan doen om wat we samen hebben opgebouwd niet verloren te laten gaan.’ Maar daarnaast uitten zij ook vooral hun zorgen over, ‘waar halen we het publiek vandaan voor alle nieuwe makers die nu gehonoreerd zijn? En wat vertellen we ons loyale publiek over het wegvallen van mid-career makers die met jullie meegegroeid zijn?’ Het NAPK tuigt na woensdag meteen een vette actie op, Laat het doek niet vallen, met dat geluid naar Den Haag, geluid voor de noodzaak en aanwezigheid voor kunst, super natuurlijk. Maar voor mij roept het eigenlijk nog meer vragen op: hoe staat het fonds hier in? Laten vallen is laten vallen toch?

Ik kijk gespannen uit naar antwoorden en advies,

Anne Maike Mertens

Foto: Julian Maiwald – Artificial By Nature van Nineties