Anne Breure en Jeroen Bartelse gaan het voorzitterschap van Kunsten ’92 delen. Leden van de belangenorganisatie benoemden het duo op de Algemene Ledenvergadering van afgelopen week. Breure en Bartelse zijn de opvolgers van Jan Zoet, die na twee termijnen aftreedt. (meer…)
Anne Breure wordt per 10 november creatief directeur van Theater Utrecht. Het gezelschap was op zoek naar nieuwe leiding nadat artistiek leider Thibaud Delpeut in april dit jaar vertrok en ook algemeen directeur Anne Marie Hoogland stopte. Eerder werd al bekend dat het gezelschap een team makers krijgt bestaande uit Naomi Velissariou, Casper VandePutte en Floor Houwink ten Cate.
De Raad van Toezicht noemt Breure bij monde van voorzitter Monique Mourits ‘een visionair en een groot talent in wie veel vertrouwen is. Haar opvattingen over de rol en positie van een stadsgezelschap zijn inspirerend en opwindend’. Breure zegt te willen bouwen aan ‘aan een inclusief gezelschap dat diep lokaal geworteld is en internationaal sterk verbonden. Theater Utrecht heeft de kans gecreëerd om oprecht, volwaardig en radicaal opnieuw uit te vinden wat een stadsgezelschap in deze tijd kan en moet zijn.’ Breure wordt wel verantwoordelijk voor het artistieke en zakelijke beleid, maar de functie ‘creatief directeur’ geeft volgens haar weer dat de leiding van het gezelschap wordt vormgegeven vanuit de inhoud. ‘Ik ben geen maker, maar ik heb wel de ziel van een kunstenaar, en wil met die motor de verschillende taken en samenwerkingen van het gezelschap bij elkaar brengen.’
Anne Breure (1988) studeerde in 2011 af aan de Academie voor Theater en Dans in Amsterdam. Ze was tijdens haar studietijd voorzitter van de Jonge Democraten in Amsterdam. Van 2014 tot 2018 was ze directeur van Veem Huis voor Performance in Amsterdam, waar ze de initiator was van de Fair Practice Code. Sinds juni dit jaar is ze samen met Jeroen Bartelse (directeur TivoliVredenburg) voorzitter van Kunsten’92, de belangenorganisatie van de culturele en creatieve sector.
foto Ernst van Deursen
Ik wens Theater Utrecht alle succes maar ik vind het het merkwaardig dat dit het derde Bis-gezelschap is dat kiest voor een werkwijze die sterk lijkt op een productiehuis, Ik weet het: Wat HZT en TR doen is niet precies hetzelfde als een productiehuis, maar lijkt er op. Deze gezelschappen maken veel werk voor een vaak klein publiek en weinig producties voor de grote zaal. Theatermakers zijn daar veelal op uitgekeken. Wat vindt de Raad voor Cultuur hier nu eigenlijk van? Kan dit zomaar binnen de normen van de BIS?