Voor Theaterkrant schrijven meer dan dertig recensenten. In een serie interviews stellen we ze voor aan onze lezers. Vandaag: theaterrecensent Anita Twaalfhoven. ‘Een voorstelling die je persoonlijk niet aanspreekt kan wel vakmatige kwaliteit hebben.’
Anita Twaalfhoven schrijft onder meer voor Trouw, het Cultuurplein Magazine en verscheidene cultuurinstellingen en gemeenten, met als specialisatie cultuurbeleid en -educatie. Voor Theaterkrant schrijft ze recensies over jeugdtheater, toneel en muziektheater. Ook geeft ze schrijfles op de Theaterschool in Amsterdam.
Hoe ben je tot dit werk gekomen?
Mijn studeren ging met een grote omweg. Zo ben ik begonnen met Sociale wetenschappen, daar 2 jaar voor mijn afstuderen tijdelijk mee gestopt, en toen overgestapt naar de regieopleiding van de Theaterschool in Amsterdam. Mijn uiteindelijke afstudeerscriptie op de UvA stond in het teken van de betekenis van kunst in de ontwikkeling van kinderen. Na mijn afstuderen werd ik projectmedewerker jeugdtheater bij het voormalige Theaterinstituut Nederland. Ik werkte daar ook mee aan een tijdschrift en heb toen mijn schrijfpassie ontdekt. In het begin schreef ik vooral over kunst voor de jeugd, een tak die zich toen aan het specialiseren was. Erg leuk om over te schrijven. Daarna ben ik bij Trouw gekomen als recensent voor jeugdtheater. Het feit dat ik de theaterschool gedaan heb, heeft me erg geholpen in het schrijven over theater.
Omschrijf je jezelf als recensent of criticus?
Ik denk dat ik mezelf dan nu toch wel omschrijf als recensent. Heb eerder heel lang in de redactie van Theatermaker gezeten. Toen voelde ik me meer een criticus, omdat ik meer schreef over bredere ontwikkelingen in het vakgebied en de diepere laag onderzocht. Bij Trouw is het meer op het publiek gericht. Hier past de term recensent wat beter bij.
Waar moet een goede voorstelling aan voldoen?
Het allerbelangrijkste is dat de voorstelling boeiend is. Dit kan op allerlei manieren zijn, ook door verwarring op te roepen of te verbazen door het experimentele karakter. Consistentie vind ik ook belangrijk, dat je terugziet wat de makers willen overbrengen. Tekst en vormgeving kunnen daarbij elkaar versterken, of net andere lagen aanraken en een eigen verhaal vertellen. Het is natuurlijk belangrijk dat de vakmatige, artistieke kwaliteit daarbij goed is. En het liefst ga ik de zaal uit met een totaal nieuwe beleving. Dat een voorstelling verraste en mijn blik verruimde.
Wanneer was je voor het laatst verrast?
Zoiets als Het Verhaal Van Het Verhaal (Artemis) had ik nog nooit gezien. Een totaal nieuwe theatertaal, met zes metershoge billboardpoppen, veel betekenislagen en absurde wendingen. Al kan ik me voorstelen dat het voor bezoekers die het idee hebben naar een gangbare theatervoorstelling te gaan, het ook kan verwarren en tegenvallen. Ik weet dat het vernieuwend is, maar vindt het publiek dat ook? Ook de vorm van Hoe ik het talent voor het leven kreeg (Floris van Delft) was heel nieuw, vanaf het moment dat je binnenkwam, tot je weg ging. Er speelde een grote groep asielzoekers mee. Bij binnenkomst waren er al spelers die je in de rij voor de kassa aanspraken en achteraf waren er hapjes. De hele schouwburg stond op zijn kop.
Wat kun je minder waarderen?
Het staat me tegen als voorstellingen te expliciet of boodschapperig zijn. Dan is er geen ruimte voor een eigen invulling door het publiek. Beter is het om de bezoekers te prikkelen en een eigen mening te laten vormen. Of als de makers te sterk bezig zijn met hun eigen artistieke ontwikkeling en niet meer met het stuk overbrengen. Het is dan niet meer toegankelijk voor het publiek.
Wat vind je echt not done als recensent?
Kritiek in een recensie moet vakmatig zijn, niet een persoonlijke aanval. Het is not done om het uiterlijk van een acteur of zijn persoon af te kraken. Houd het gericht op het vak en word niet te aanvallend. Ik heb weleens interviews gehouden met acteurs die persoonlijk onderuit waren gehaald in een recensie. Die hadden echt moeite om het podium weer op te gaan. Kritiek moet je dus altijd vakmatig kunnen onderbouwen en ik pas op met schrijven vanuit mijn eigen smaak. Een voorstelling die je persoonlijk niet aanspreekt kan wel vakmatige kwaliteit hebben.
Heb je nog tips voor beginnende recensenten?
Als beginnende recensent is het belangrijk ook te vertrouwen op je eigen intuïtie. Schrijf vanuit de vraag of je zelf geboeid bent en niet alleen over de kwaliteit van de vakgebieden die je ziet. Uiteraard moet je deze wel meenemen, maar je eigen beleving is net zo belangrijk. Daar begint het wel een beetje.
Waarom moet een stuk toegankelijk zijn voor een publiek? Waarom mag een maker niet alleen maar met zijn eigen ontwikkeling bezig zijn? Makers durven minder naarmate recensenten gaan vertellen hoe het wel en niet moet.