Op zondag 17 februari overleed de Canadees-Nederlandse choreograaf André Gingras. Het tragische bericht van zijn man Amílcar Gingras op Facebook bracht een golf van geschokte en warme reacties teweeg.

André Gingras, geboren in 1966, groeide op in Hamilton, Ontario. Hij studeerde theater, Engelse literatuur en moderne dans in Toronto, Montréal en New York City. Met een beurs kon hij zijn dansopleiding in New York City vervolgen. Daar werkte hij met Christopher Gillis, Doug Varone, Mariko Tanabe en de Doris Humprey Repertory Co. Hij werkte met Lucas Hoving en danste José Limons’ rollen in Noord-Amerika tijdens zijn werk bij de Humphrey Company. In 1996 werd Gingras één van de leden van het creatieve team van Robert Wilson.

Een onuitwisbare indruk maakte Gingras met de briljante solo CYP17, zijn debuut én doorbraak als choreograaf in 2000. Gingras ontving voor CYP17 de AanmoedingsPrijs 2001 van het Amsterdams Fonds voor de Kunsten en danser Kenneth Flack won de Bessie Award 2007 voor zijn performance. De voorstelling werd over de hele wereld gespeeld waarmee zijn naam ook in het internationale veld gevestigd was.

Gingras werd na een aantal jaren uitgenodigd om werk te creëren voor prestigieuze gezelschappen als het Nederlands Dans Theater (Mean free path, 2004) en Rambert Dance Company (Anatomica#3, 2007). Tien jaar na zijn aantreden als choreograaf werd Gingras artistiek directeur van Dance Works Rotterdam, dat voortaan Dance Works Rotterdam/ André Gingras zou heten.

Vorig jaar maakte hij The sweet art of bruising (2012), een spannend duet in een boksring. Dance Works Rotterdam is een van de groepen die vanaf 2013 geen subsidie meer ontvangt.