Afgelopen editie van het Theaterfestival cureerde ik in samenwerking met Kunsten ‘92 een programma over Fair Practice tijdens Nieuwe Grond op TF. In de aanloop daarvan was ik kritisch over het tempo en de aanpak van Fair Practice. Ik vond dat het na drie jaar praten weleens praktisch mocht worden en ook dat er weleens met een vuist op tafel mocht worden geslagen voor meer fondsen om de nobele fair practice waarden uit te kunnen drukken. Het was me een doorn in het oog dat Kunsten wel 400.000 euro van de Minister kreeg om het Fair Practice discours vorm te geven, maar dat meer geld voor de podiumkunsten onbespreekbaar leek. Mij werd diplomatiek duidelijk gemaakt dat alhoewel de kritiek misschien terecht was, we op dit moment als sector eendracht moesten uitstralen. Verdeeldheid kon de zaak alleen maar schaden. Jong en onbezonnen als ik was nam ik het advies aan en presenteerde het Fair Practice programma zonder enige wanklank. Dat blijkt nu een vergissing te zijn geweest, waarvoor bij deze mijn excuses.

Of verdeeldheid de Fair Practice-zaak inderdaad had geschaad, valt achteraf niet vast te stellen. Maar dat de stilzwijgende, wankele eenheid die onze sector ten aanzien van Fair Practice tentoonspreidde weinig goed gedaan heeft is nu wel overduidelijk. De plannen van Minister Van Engelshoven veroorzaakten voor de zomer het genre brieven waar onze theatersector zo in uitblinkt: Dat van de verlate brandbrief.

Van Orkater tot de FPK-gezelschappen die genomineerd zijn op het Theaterfestival, tot de VSCD, men blonk uit in deemoedig verzet. Onze collectieve houding als sector werd misschien nog het best belichaamd door Jan Zoet die in het rondetafel-gesprek met de Minister nederig aangaf dat het misschien toch wel enigszins anders zou moeten. Too little Jan, too late.

In het plan van de Minister staan twee grote veranderingen:

De eerste is de verandering die we als sector wilden: Het wordt verplicht om mensen fatsoenlijk te betalen. Als er geen extra geld bij komt, zullen er minder mensen worden vergoed. Dat is pijnlijk, maar het maakt wel een einde aan een onhoudbare situatie.

Op de andere verandering zat niemand te wachten, of toch niet openlijk. Er wordt 15,8 miljoen van FPK instellingen naar de BIS verschoven. Dit zorgt voor een nog grotere aristocratisering van de podiumkunsten iets dat naar ik meen niet tot de Fair Practice waarden behoort.  

De Theaterkrant vatte het eerder al aardig samen: ‘Kortom: het Fonds Podiumkunsten gaat een kwart van zijn budget inleveren, wat waarschijnlijk gaat betekenen dat het budget voor de meerjarige regeling gaat halveren. En van dat geld kunnen minder instellingen worden ondersteund dan nu, omdat de fair practice-verplichting betekent dat theatergroepen, muziekensembles en festivals méér geld nodig hebben voor lonen en honoraria.’

Hadden we dit kunnen voorkomen door eerder met de vuist op tafel te slaan? Moeilijk te zeggen. Maar laten we wel constateren dat ons impliciete vertrouwen in de lobby onterecht, onverstandig en onzinnig is geweest. Kunsten ‘92, ruimhartig door het Ministerie gefinancierd, lijkt eerder de sector te hebben verdoofd voor de pijnlijke operatie die ons te wachten staat dan onze belangen te hebben gediend. Waar was ons vertrouwen op gebaseerd? If anything? 

In 2015 was ik betrokken bij de Maagdenhuisbezetting. Er waren veel kunstenaars die de bezetting artistiek vormgaven. We bouwden monumenten, veranderden de straatnaamborden op het Spui, we verspreidden door de hele stad rode vierkanten op de straatstenen en de muren. De Kift en Typhoon kwamen in het Maagdenhuis spelen. Jacques Ranciere, Gloria Wekker en David Graeber spraken. Jonas Staal en Lotte van den Berg waren er en Armand speelde er een van zijn laatste concerten. Het Crea/VU orkest speelde the ‘New World Symphony’ van Dvorak in het Atrium en we dachten inderdaad dat er een andere wereld mogelijk was. Ook als we niet zouden winnen, zouden we in ieder geval niet verliezen zonder te strijden met een rechte rug.  

Hoe anders is de sfeer in de podiumkunsten van het afgelopen decennium. Diplomatieke aanpassingen, zo goed mogelijk achter de schermen de eigen belangen behartigen, tone-policing en nu en dan een brandbrief. Meer kwam er niet aan te pas. Ach, bijna de Mars der Beschaving vergeten.

Recht uw rug Theatervrienden, laten we iets groots doen in September.


Alexander Nieuwenhuis (1984) is theatermaker, schrijver en essayist. Hij was coördinator van het verdiepingsprogramma Nieuwe Grond #5 op het voorbije Nederlands Theater Festival. Lees hier de reactie van Jan Zoet, voorzitter Kunsten ’92.