Hoe schrijf je een theatertekst, zodat het publiek die ene goede grap doorheeft? Hoe houd je nerveuze spelers vlak voor de première in bedwang? Wat is het verschil tussen werken voor theater en film? En wat doen de kevers onder het gras? (meer…)
‘Toneelgroep Maastricht, de tent is dicht’, staat met viltstift op een briefje dat eind maart 2020 in de hal van de Borderhal in Maastricht hangt, thuishonk van Toneelgroep Maastricht. Maar het gezelschap zat niet stil: er werden voorstellingen gemaakt en hernomen op Zoom, een film uitgebracht met producent Pupkin en een webserie op YouTube. En onlangs verscheen bij Uitgeverij TIC een bundeling columns van Servé Hermans en Michel Sluysmans.
Daarin zijn de radiocolumns opgenomen die Servé Hermans en Michel Sluysmans – artistiek leiders van Toneelgroep Maastricht – afwisselend uitspraken tussen 21 maart 2020 en 20 maart 2021, in het programma L1 Cultuurcafé. Het is een verzameling korte reacties op de verwarrende tijd, de maatschappelijke onrust en hun persoonlijke beslommeringen. Elke column is vernoemd naar een liedje, dat na het uitspreken van de column werd gedraaid.
Verhalen over de afgelopen coronatijd zijn onderhevig aan een ingewikkelde paradox: het is een ontzettend ingrijpende periode geweest die het dagelijks leven per definitie totaal op zijn kop heeft gezet – dus zo gezien dankbare stof voor verhalen. Maar het probleem is: iedereen heeft het meegemaakt. In zijn voorstelling Niemand anders vergeleek Micha Wertheim verhalen over corona treffend met ‘klagen over de zwaartekracht’: we hebben er allemaal voortdurend op min of meer dezelfde manier mee te maken, dus je moet van goeden huize komen er iets nieuws of wezenlijk interessants over te melden.
In een hink-stap-sprong van lockdown naar lockdown, komt de kenmerkende dramaturgie van dat coronajaar mooi tot uiting: van de verbazing van de situatie waarin we ons bevinden en de daaraan inherente spanning en veerkracht, via somberte, gewenning, valse hoop, naïviteit, ergernis naar een voorzichtig hopen.
De bundel boogt in dat opzicht vooral op een grote mate van herkenning: iedereen heeft toch vrijwel diezelfde boog gemaakt, al zijn sommigen halverwege afgebogen naar angstige woede, agressie of ontkenning. (Daarover citeert Sluysmans toneelschrijver Bertolt Brecht: ‘Wie de waarheid niet kent, is gewoon een dwaas. Maar wie haar kent en haar een leugen noemt, is een crimineel’. Een uitspraak die volgens Sluysmans ’75 jaar na dato nog niets aan belang heeft ingeboet’.)
Blijven lopen is een uitwaaierende verzameling observaties die soms heel persoonlijk is, soms (voorzichtig) politiek en soms existentieel. Corona raakt gaandeweg op de achtergrond (zoals dat gaat met zwaartekracht), waardoor ook de focus verdwijnt: dan gaat het over de presidentsverkiezingen, de pietendiscussie of de decemberweemoed. De columns zijn doorgaans nog geen twee pagina’s, waardoor interessante gedachtegangen (en dat zijn met name die over waarde van theater en kunst) steevast net niet de diepgang krijgen die ze verdienen.
Als radiocolumn midden in de coronatijd is dit waarschijnlijk een waardevollere poging om grip op de tijd te krijgen, dan als gepubliceerd naslagwerk om die periode te duiden. Blijven lopen is het meest indringend als de corona-insteek samenvalt met de persoonlijke: op de momenten dat de schrijvers zichzelf positioneren als vader (Sluysmans) en aanstaande vader (Hermans), en met die op de toekomst gerichte bril op deze tijd reflecteren.
In zijn column van 27 juni schrijft Sluysmans: ‘Het verleden is bijna altijd mooier dan het echt was, ik weet het. En de toekomst is beangstigend, dat is ze altijd geweest, ook daar ben ik me van bewust. Maar ik ben zo bang dat zij sinds tijden niet zo beangstigend is geweest als nu.’
Een kleine drie maanden later meldt Hermans dat hij vader wordt. Daarin zit het grootste potentieel van deze bundel: hoe verhouden een vader en een aanstaande vader zich tot de toekomst in een periode waarin ‘het oude normaal’ hevig onder druk staat en de toekomst angst inboezemt?
Blijven lopen, 52 lockdown verhalen van Servé Hermans & Michel Sluysmans, Toneelgroep Maastricht, 118 bladzijdes, € 14,90. Foto: Stephan Vanfleteren
gaap