Hans-Thies Lehmann gaf het een naam, René Pollesch was het bewijs: een ander theater is mogelijk!
Toen mijn oude vriend Pip Simmons op 24 januari 2024 plotseling overleed, realiseerde ik me voor de zoveelste keer dat theater de meest vergankelijke kunstvorm is. Ik probeerde me voor de geest te halen wat er nu precies mét hem was verdwenen. Wat onherroepelijk weg is, is de manier waarop hij over theater dacht, over wat hij vond dat er moest gebeuren op het toneel, maar vooral wat het bij de toeschouwer teweeg moest brengen. (meer…)
Het thema van dit nummer is dicht bij huis en het begon ook dicht bij huis. Toen Theaterkrant in 2022 zijn tienjarig bestaan vierde, organiseerden we een debat over theaterkritiek, waar bleek dat het gesprek tussen het theaterveld enerzijds en de theaterkritiek anderzijds veel te lang niet gevoerd is. Natuurlijk, critici en makers praten met elkaar, maar dat gaat meestal over het werk van de makers niet over dat van de critici. (meer…)
In een kunstwereld waarin objectieve waarheid niet bestaat, beschrijven critici hun subjectieve ervaringen. Op zich waardevol, maar kritiek gaat pas echt leven als verschillende subjectieve ervaringen en perspectieven elkaar aanvullen, tegenspreken, nuanceren of met elkaar de confrontatie aangaan. Dus: hoe komen we aan meer kritiek? Een voorzet. (meer…)
Een voorstelling vertoeft na haar verschijnen in de herinnering van hen die erbij waren. Ze is immaterieel. Geen loodsen voor opslag, geen mankracht ter beheer ervan. Hoe behoud je haar? Pleidooi voor het serieus nemen van de digitale theaterkritiek als ultieme bewaarder van theater als cultureel erfgoed. (meer…)
Op welke manieren is het vak van de theatercriticus de afgelopen vijftig jaar veranderd? Theaterjournalist Sander Janssens (37) vroeg critici-coryfeeën Hanny Alkema (80) en Hein Janssen (72) naar hun visie op de ontwikkeling van de theaterkritiek. ‘De relatie tussen maker en critici is altijd gespannen geweest.’ (meer…)
Wie een poging waagt om op holistische wijze een positiebepaling op te tekenen die betrekking heeft op de grondbeginselen van waaruit een praktijk als kunstcriticus vertrekt, doet dit in de wetenschap dat dit naar alle waarschijnlijkheid een falende onderneming zal zijn. (meer…)