Alweer ’n jaar geleden! Denk nog vaak terug aan Diane! Aan Casa Doro Aan de bibliotheek,die ze zo mooi had laten maken! Aan ’t inrichten ervan. Aan de heerlijke lunches,die ze ,klimmend als’n berggeit,langs ’t smalle pad boven bracht! Aan ’t heerlijke eten,dat ze bereidde voor haar gasten! Aan haar passie voor koken en haar gastvrijheid! Aan Mario,de onmisbare! Aan alles,wat ’t verblijf in Vinazza kleurde! Ja,zelfs aan Waldo,die rondsprong en elke gast herkende! Wat zou Vinazza zonder Diane zijn?
Goed stuk Ab, dank. De ‘bijdrage aan de discussie’ van Melle Daamen heb ik met verbazing en afschuw gelezen. De kunstensector wordt de keel dicht geknepen en hij pleit voor een vcrstard bestel, waarin elke vorm van diversiteit verdwenen zal zijn. Fijn dat je een helder tegengeluid laat horen.
Wij zijn trouwe bezoekers van de meervaart , We zaten middenin een rij,en wilde de rest niet storen om eruit te gaan,maar anders waren we weg gelopen,wij vonden het goor,vies en minderwaardig,dat een goede acteur zich zo kan vernederen. We hebben u vaker zien spelen en hebben er altijd van kunnen genieten.Hoogachtend J.Blommestein
Fascinerend! Na een wat (te) lang monotoon gesproken introductie word je meegezogen in het prachtig gespeeld spel met een oersterke tekst. Ik kon mijn ogen niet van het prachtig gevormde gezicht van Sarah Moeremans loslaten. Mooi beeld van de huidige prestatie maatschappij, met nog gelukkig veel wensen maar ook teleurstellingen. Muziek, piano gepingel vaak irritant. Gezien 20 december, vaste bezoeker (Gerda) lunchtheater.
Betreffende mijn geplaatste reactie ( heden 12.57) Haastige spoed is zelden goed: er is een foutje ingeslopen….het moet zijn: het balletechtpaar veegt de vloer aan (…en niet vegen….)
Tonny EYK Geplaatst op 21 december 2013 om 12:57 | Permalink Marc-Jan Trapman geeft de opinie-onzin van Melle Daamen voortreffelijk (maar iets te vriendelijk) weer. Onbegrijpelijk dat zijn opmerkingen en reacties niet op deze pagina zijn gepubliceerd, maar al weer in de prullenbak liggen !! Ze zijn weg gemoffeld. Bovendien is het triest dat de NRC op schandelijke wijze de vele negatieve reacties op Melle Daamen’s teksten niet kan ( wil?) publiceren, met uitzondering van de regels die Han Ebbelaar en Alexandra Radius kregen toegewezen. Het balletechtpaar vegen de vloer aan met de visie en opinie een grote amateur uit de Nederlandse Theaterwereld. Jammer dat velen de mond worden gesnoerd.
– See more at: http://www.theaterkrant.nl/nieuws/daamen-ziet-teveel-kunst/#sthash.kbkLfmAL.dpuf
Marc-Jan Trapman geeft de opinie-onzin van Melle Daamen voortreffelijk (maar nog iets te vriendelijk) weer…..jammer dat de NRC op schandelijke wijze de vele negatieve reacties niet kan ( wil?) publiceren, met uitzondering van de regels die Han Ebbelaar en Alexandra Radius kregen toegewezen. Ze vegen de vloer aan met een grote amateur uit de Nederlandse Theaterwereld. Jammer dat de NRC velen de mond heeft gesnoerd.
‘k Was aanwezig bij het muziektheater op 12 december en heb in het verleden ook bijna alle voorstellingen van BEWTH gezien. Helemaal eens met de conclusie in bovenstaande recensie! Deze theatervoorstelling is nog blijven steken in het experiment, maar heeft wel veel potentie. Meer verstilling zal het resultaat goed doen. Het erfgoed voor zichzelf laten spreken!
TOPBALLET kun je tegenwoordig ook uit Petersburg laten invliegen…aldus Schouwburgdirecteur Melle Daamen
Arme Joop Daalmeijer, je zal toch maar als voorzitter van de Raad van Cultuur, zo’n ijdeltuit als Melle Daamen in je bestuur hebben, de directeur van de Amsterdamse Stadsschouwburg die o.m. bekend is als verzamelaar van bestuursfuncties in de kunstwereld (pas op Joop: mogelijk loert hij ook op voorzitterschappen).
Gelukkig is Daamen met zijn visie in de N.R.C. betreffende de kunstbezuinigingen in Nederland door de mand gevallen. En hoe….. Zijn gewauwel en de losse flodders die hij loslaat bewijzen duidelijk dat de man totaal geen visie heeft op de toekomst van de Kunst in Nederland. Wat goedkoop om een discussie voor bezuinigingen aan te zwengelen en hierbij het Nationale Ballet te misbruiken. “Topballet kun je ook uit Petersburg laten invliegen….”, staat er als kop boven zijn tekst in de N.R.C. en daar heeft hij gelijk in, maar hij moet toch maar eens praten met Henk van der Meijden of Jacques Senf, geen schouwburgdirecteuren, maar ondernemers die hier ervaring mee hebben. De pas overleden Wout van Liempt, jaren de manager van Wim Kan, die veel buitenlandse dansgezelschappen naar Nederland heeft gehaald, zei mij altijd: “ Eerst rekenen, dan tekenen!”. Een beetje schouwburgdirecteur maakt eerst een optelsommetje betreffende het onderbrengen van dansers, orkestleden, toneelmeesters, kleedsters en begeleiders in hotels, dan hebben we nog de vliegtickets, vervoer van decors, lunches, diners en séjours! Voila….daar kan een Nederlands dansgezelschap maanden van leven!
Nu nog de vraag: zitten wij anno 2014 in Nederland wel te wachten op een Russisch balletgezelschap? Maar wat schrijft Daamen: Men kan zich afvragen of die eigenstandige ballettraditie per se in Nederland verankerd moet zijn .Kan de ballettraditie , in ambachtelijke en museale zin, niet beter in bijvoorbeeld Parijs en Petersburg verankerd zijn?. Wat een onvoorstelbaar ge- O-H, de man weet niets van de balletgeschiedenis in Nederland en wat er nu is bereikt. Een belediging van een kunstbarbaar! De oprichtster van het Nederlands- en later het Nationale Ballet, Sonia Gaskell zal zich met de oerdomme opmerkingen van Daamen omdraaien in haar graf. Het Nationale Ballet behoort tot de wereldtop, daar is meer dan een halve eeuw voor geknokt, bovendien heeft Ted Brandsen aangetoond een geweldige leider te zijn, de man op de juiste plaats, de groep, maar ook de choreografen o.m. Hans van Manen (…of hij moet tegen mij jokken) zijn zeer tevreden met hem . Tja…en dan heb je buitenlandse solisten die daar dansen, maar dat hoort nu eenmaal bij de tijd van nu en indien je met de wereldtop wil meedoen zal dat niet meer veranderen. De toekomst zie ik, zoals het momenteel is in de voetbalwereld gebeurt, met transfers en makelaars. In de duurste voetbalclub van de wereld Real Madrid zitten meer buitenlanders dan Spanjaarden en Ajax heeft zeven buitenlanders in het eerste elftal. Ze spelen op wereldniveau! Maar gelukkig is er in het buitenland weer grote aandacht en respect voor Nederlanders. . Zijn wij vergeten dat Alexandra Radius en Han Ebbelaar in Amerika solisten zijn geweest bij het A.B.T. en dat Henny Jurriëns solist was van het Royal Winnipeg ballet ? Nederlandse wereldsterren! Danseres Marieke Simons (jazeker….met een Nederlandse balletopleiding) was soliste van het Ballet du Capitole Toulouse en Ballet National van Marseille en Lydia Harmsen danste10 jaar bij het beroemde New York City Ballet . Inderdaad Melle, eveneens met een (zoals U het noemt) dure Nederlandse balletopleiding. Ik kan nog heel wat namen aanvullen. Gelukkig zijn de Nederlandse balletopleidingen en lessen voor al deze dansers niet voor niets geweest., de grote soliste van het Nationale Ballet Igone de Jongh bewijst dit al jaren met klasse ! Blind staren op Topballet uit Sint Petersburg is een oordeel met ouderwetse oogkleppen zonder visie. “Beste Joop Daalmeijer gooi die man uit je bestuur, het is een zegen voor toekomst van de kunst…met een groet en een kus voor Maartje! “
MELLE DAAMEN MET TEKSTEN VAN DE TEGENPARTIJ In de NRC staat vandaag een interview met Melle Daamen. Het is onvoorstelbaar dat de redacteuren Daan van Lent en Herien Wansink deze man met zijn onzinnige opiniestuk (‘gedachte-experiment’ noemt hij het) weer aan het woord laten en helaas geen kunstenaars met een gezond verstand (of een Ted Brandsen, die reden heeft om zich ernstig zorgen te maken over het toekomstig beleid van de de Raad van Cultuur). Hier de slotregels van het interview: ” Sluiten mensen zich al aan bij Uw pleidooi?”, waarop Daamen reageert met: ” In elk geval zegt niemand dat de vragen die ik stel onzinnig zijn” Hoe is het mogelijk dat Melle Daamen, lid van de Raad voor Cultuur, twee pagina’s krijgt om in de NRC een paar proefballonnetjes zonder enige visie op te laten over de toekomst van de kunst in Nederland. Bij het lezen van de eerste regels van de tekst dacht ik ogenblikkelijk aan Kees van Kooten en Wim de Bie (met wie ik jaren als producer en componist heb gewerkt). Jazeker….……een vervolgparodie op het voorstel van de Tegenpartij betreffende de herindeling met nieuwe provincies van Nederland. Echter, de Malle Daamen wordt serieus genomen….het is een degradatie voor de hoofdredactie van de NRC om dit gewauwel te publiceren en het zet vraagtekens bij toekomstige adviezen van de huidige Raad voor Cultuur.
Verder had ik mijn reactie ook op de site van de schouwburg salon geplaatst, maar daar is hij verwijderd.
Ik vraag mij af wat de zin is van de ‘discussie’ is die voor a.s. zondag gepland staat. Zoals ik het zie wordt een belangrijk deel van de tijd ingenomen door de heer Daamen zelf, die van zichzelf (hij is mede-organisator) nog eens mag uiteenzetten wat hij al in zijn artikel heeft beweerd. Daarna spreken er nog een aantal kopstukken uit de kunstwereld, – en daarna is er dan ‘ruimte’ voor reacties. We kennen de gang van zaken bij dit soort bijeenkomsten inmiddels: Bezoekers – die ook nog eens toegang hebben moeten betalen – krijgen nauwelijks tijd om één opmerking te plaatsen. vervolgens rent de microfoon weer naar een ander. Over de kwaliteit van een eventueel antwoord valt niet meer te praten. Na afloop maken de heer Daamen en de NRC een ‘verslag van ‘het kunstendebat”, en dàt stuk gaat dan weer een eigen leven leiden.
Maarten Huygen, chef opinie NRC, liet me weten dat het aantal reacties op het stuk van Daamen op 7 december ‘overweldigend’ was. In plaats van die reacties te publiceren, heeft hij er voor gekozen om op 13 december nogmaaks Melle Daamen aan het woord te laten.
Voor dat ‘overweldigende’ aantal reacties hebben Daamen en het NRC dus deze vorm gekozen; naar mijn mening een totaal ongeschikt middel.
De heer Daamen noemt zichzelf Cultureel Ondernemer, maar hij ìs helemaal geen ondernemer. Hij is een werknemer die is aangesteld om bedachtzaam gemeenschapsgelden uit te geven, hij is de conciërge van de Amsterdamse stadsschouwburg. Ondernemingsgewijze gezien zou hij het beheer van de schouwburg in handen moeten geven van Joop van den Ende, het beheer van Toneelgroep Amsterdam in handen van Hummelinck Stuurman, en het beheer van ‘Expanding Theatre’ in handen van de Balie, de Rode Hoed, van Steve Austen, of van Pakhuis de Zwijger.
Àls er dus al sprake is van overproductie in de kunsten, dan wordt die niet veroorzaakt door het gesubsidieerde deel van de cultuur, maar door de commerciële cultuur die, lerend van wat er in zijn zaal gebeurt, hem en zijn medeknuppels massaal rechts passeert. De paniek die Daamen bevangt als hij Van den Ende in DWDD, glimmend namens nota bene het Holland Festival, ziet aankondigen dat hij een afgelebberde productie die al 6 jaar wereldwijd draait (War Horse) zeven weken lang in Carré heeft gezet (40 voorstellingen) – die paniek is de achtergrond waartegen zijn gezwaai met knuppels beter te begrijpen is: het inzicht in zijn eigen, zeer beperkte, relevantie als het aankomt op Kunst en Cultuur in Nederland. Als een vampier zet hij daarom zijn tanden in de nek van Igone de Jongh: als ondode heeft hij nieuw bloed nodig, en bij Halina Rijn, slavin in zijn eigen huis, durft hij het niet.
Zo laten hij en de zijnen zich zien voor wat ze zijn: de ondoden, de vampiers van de kunst. Het wordt tijd voor knoflook en voor een houten staak, want al te lang nu beheersen zij de discussie waarvan ze stelselmatig beweren dat die er niet is. Is het nodig dat die discussie steeds weer defensief, langs de lijnen van ‘overproductie, ondernemersschap, vergrijzing, wegblijvend publiek’ wordt gevoerd? Is het nodig om steeds weer te denken in termen van destructie, zoals deze kunstbonzen nu al jaren doen?
Welnee. Een paar voorzetten, specifiek toegespitst op de heer Daamen in zijn twee functies:
1. de Raad voor Cultuur – de RvC moet worden omgebouwd. Door de opzet ervan, de onderverdeling van het veld in disciplines, onderhoudt hij scheidsmuren in het veld, onderhoudt hij een stelsel van verdeel en heers. Kunstenaars organiseren zich niet in disciplines maar, cross-disciplinair, in stromingen. Theatermensen werken samen met choreografen, schrijvers, musici, componisten, filmers. Dus ook de raad voor cultuur moet worden georganiseerd volgens een stromingenmodel, stromingen waarbinnen kunstenaars elkaar niet bevechten, maar bewonderen. -de RvC moet adviezen uitbrengen aan het kunstenveld als geheel. Na het advies mogen dan éérst de sponsoren, het mecenaat en commerciële producenten intekenen op de gezelschappen die subsidie hebben aangevraagd, en over de projecten die overblijven wordt het geld verdeeld dat door het rijk ter beschikking wordt gesteld. Deze projecten worden dan in productie genomen door de stromingen waartoe ze behoren. 2. de Schouwburg Elk theater of podium voor muziek beheert momenteel een database van gegevens die worden geoogst bij de verkoop van kaarten, waarin meer of minder duidelijk staat waar het publiek woont en waar het in is geïnteresseerd. Al die databases zijn van elkaar gescheiden, en eigenlijk onbruikbaar voor het publiek, zowel als onbruikbaar voor de scheppende en uitvoerende kunstenaars. Wij willen dat die databases bij elkaar worden gebracht en bruikbaar worden gemaakt voor zowel kunstenaars als voor publiek. Op dit moment beschouwen de theaters en podia zich als eigenaar van die data. Dat zijn ze niet; ze beheren die momenteel (slecht) namens het publiek en namens de kunstenaars. Als die data goed worden beheerd, kunnen kunstenaars en publiek kunnen elkaar vinden via een netwerk waarin podia en musea knooppunten vormen.
Voorstellen als deze zullen, indien uitgevoerd, een diepgaande invloed hebben op de wereld van kunst en cultuur. De bespreking ervan gaat het kader van deze reactie te buiten, maar ze moeten , wat mij betreft, onderwerp van de discussie over nieuwe richtingen in de cultuurpolitiek worden.
Marc-Jan Trapman is toneelschrijver, lid van het bestuur van de vakgroep theater van de FNV-KIEM en van het platform FNV-KIEM Twente. Hij schrijft deze reactie op persoonlijke titel.
Meneer Daamen zegt dat de musea moeten samenwerken, internationaal fuseren, – want dat doet het bedrijfsleven ook. De rest van de wereld begint inmiddels te brijgrijpen wat de consequenties zijn van dat internationaal fuseren, maar meneer Daamen zegt: dat is nodig omdat de prijzen van Kunst zo gestegen zijn. Hij vindt dus dat de musea moeten concurreren met het geld van Oliesjeichs en Russische maffia, met de klandizie van de Nieuwe Bijenkorf-Experience, kortom.
Niemand aan tafel zegt: Meneer Daamen, tegen de tijd dat je moet kopen bij Christies of bij Gagosian, ben je te laat. Een goed museumdirecteur is geen high-end buyer, dat is een koper die weet wat ze doet. Ze heeft een wijdvertakt netwerk onder eigentijdse kunstenaars, ze koopt uit de ateliers.
Zou iemand zulk soort dingen in zijn nabijheid zeggen, zou de heer Daamen die ongetwijfeld wegwerpen als kippengekakel, met “het was maar een voorbeeld. Waar het mij om gààt, is om de discussie. Het gaat er om dat we Keuzes moeten maken. Nu.” En het koor om hen heen roept: “ Ach! “ en “Wee!”
Alsof hij en de zijnen, zelfgeautoriseerde werpers der knuppels, die discussie niet al zestien jaar voeren, elke keer weer, als er weer eens een nieuw vier-jarenplan voor een nieuwe subsidieperiode uit de modder wordt getrokken. Want dàt is hier aan de hand: De kunstknuppels maken zich op voor de nieuwe kunstennota, de nieuwe subsidieronde. En het koor om hen heen roept: “ Ach! “ en “Wee!”, terwijl ze de inmiddels oude vertrouwde stukken weer eens op het oude vertrouwde bord zetten voor een plompe boerendans met een herdersmatje als uitkomst.
Nu wordt het, wat de kippetjes betreft, dus maar eens tijd om schoonmaak te gaan houden onder de Kunstknuppels.
Wat is er aan de hand? Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw, sinds Tomaat , Notenkraker , Kassies (laat duizend bloemen bloeien), André van Duin en het REM-eiland, is er sprake van een explosie van cultuur, hoge en lage, die Nederland tot in zijn diepste vezels heeft doordrongen. Die explosie wordt gaande gehouden door een chaotische gemeenschap van scheppende en uitvoerende kunstenaars (die elkaar, dat is waar, soms het licht in de ogen niet gunnen en daarom makkelijk tegen elkaar zijn uit te spelen) , van wetenschappers en van Internet , en van geïnteresseerde bourgeoisie waaronder enkele politici. Die laatsten laten uit de algemene middelen een relatief bescheiden stroompje (belasting)geld naar de kunsten stromen, en het is dat stroompje waar de kunstknuppels zich invreten zoals gekke mieren in elektrakastjes. Van kunst weten ze vaak nauwelijks iets, van subsidiestromen daarentegen alles.
In het debat ‘over de kunsten’ gooien ze dan, al naar het hen uitkomt, het gesubsidieerde deel van de cultuur en het geheel van de cultuur door elkaar. Als ze het hebben over ‘overproductie’, vergeten ze te vermelden dat die zogenaamde overproductie wordt veroorzaakt vanuit de niet-gesubsidieerde cultuur. Terwijl de heer Daamen een wanstaltig kippenhokje liet bouwen op de tempel die hem in beheer is gegeven, schoten en schieten de commerciële theaters om hem heen als paddenstoelen uit de grond: de Theaterfabriek, het Nieuwe de la Mar, Theater Amsterdam.
Als de kunstknuppels het hebben over het falen van subsidie ‘omdat de zalen leeg zijn’, vergeten ze te vermelden dat die zalen groot zijn om de commerciële cultuur een bestaansbasis te geven. Als ze zeggen dat het verlagen van de drempels niet werkt omdat ‘de massa’ niet naar de kunst komt vergeten ze te vermelden dat die massa massaal naar de commerciële kunst gaat, en dat subsidie niet tot doel heeft om de massa naar de kunst te dwingen, maar om de kunst toegankelijk te maken àls er iemand uit die massa naar de kunst zou willen. En dat dat ook gebeurt. Maar àls dat gebeurt roepen de knuppels dat het om uitzonderingen gaat, terwijl ze de kunstenaars, die roepen dat het hen nu juist om die uitzonderingen te dòen is, uit de discussie smoren.
Hoe luidt dit eentonig lied der knuppels? “Er is overproductie in de kunsten. Het kan allemaal economischer. Er is eigenlijk geen vraag naar kunst meer. ‘Het Kunstbeleid moet beter’”. En het koor om hen heen roept: “ Ach! “ en “Wee!” Zij die steeds weer de knuppels werpen echter, zijn vreemd genoeg ook steeds degenen die zelf geacht worden vorm te geven aan dat kunstbeleid dat beter moet: zij verhouden zich dialectisch tot zichzelf. De door hen bestierde kunstenaars moeten zich van project tot project opnieuw uitvinden, maar zelf zitten ze in hun posities geroest. Het zijn bestuursleden van fondsen, van adviesraden en raden voor cultuur, het zijn ministers, en platformbouwers als Kunsten ’92 en Federatie, het zijn de mensen die aan zelfontworpen knoppen zitten als het gaat om het openen en sluiten van de subsidiesluizen, het zijn mensen die vinden dat ze ervoor hebben gestudeerd om dat te kunnen doen.
Bij elke nieuwe klap van een knuppel reageren de media als Père Ubu: Wattekak! (in de geniale vertaling van Joachim Robbrecht voor Oostpool/Sonnevanck): Zonder geheugen, zonder filosofie, alleen maar blij dat de kippetjes weer eens kakelen. Niemand die vraagt: “maar dat zeiden jullie twee jaar geleden toch ook al? Maar dat zeiden jullie zes jaar geleden toch ook al? Maar dat zeiden jullie tien jaar geleden toch ook al? Maar dat zeiden jullie veertien jaar geleden toch ook al? Hebben jullie in die tussentijd dan niets gedaan?” Niemand die bij voorbeeld vraagt “ Wat bedòel je eigenlijk met overproductie?”
Intussen blijven de kippetjes onveranderlijk terzijde van dit debat gesteld. Het zijn er immers teveel, dat is het probleem, daar is niet aan te beginnen. Want de knuppels spreken, vinden ze zelf, nàmens de kippetjes – maar ook: namens de hardwerkende Nederlanders die ‘nu eenmaal’ geen kunst meer willen. Ze spreken dus: namens Iedereen.
Dus is zit er ook niemand aan tafel die zegt: Meneer Daamen, U verwisselt oorzaak en gevolg: het Nationaal Ballet is er niet omdat er subsidie is, maar er is subsidie omdat het Nationaal Ballet er is. En het Nationaal ballet heeft zijn wereldstatus niet omdat ze subsidie hebben, maar omdat Van Danzig, Kylian, van Manen konden werken met een klassiek balletgezelschap. En Nederland heeft geen ‘dure’ balletopleiding ‘vanwege het Nationaal Ballet’, maar omdat jonge mensen in Nederland met hart en ziel kiezen voor ballet – waar dan ook ter wereld. En bij het Nationaal Ballet komen dansers uit de hele wereld, omdàt het gezelschap een topgezelschap is, en ze komen dus niet van een ‘dure Nederlandse opleiding voor het nationaal ballet’. En “Het Nationaal Ballet houdt immaterieel erfgoed in leven, zoals ook de symfonieorkesten dat doen, of de behoeders van materiaal erfgoed zoals historische binnensteden of van schilderijen zoals de Nachtwacht of de Zaaijer. “ Of “Alle kunsten die werken met moeilijk te vervangen uitvoerende kunstenaars hebben te maken met de wet van Beaumont”. Of: “Waarom mogen wij ons geen zorgen maken over Gewoon Goed Werk in de kunsten? “
Dààrom is er subsidie: omdat de kunsten er zijn, en niet andersom.
Waarom werpt de heer Daamen zich als knuppel in het hoenderhok? Op het eerste gezicht en naar eigen zeggen, omdat er naar zijn zin niet voldoende werd gereageerd op zijn vorige knuppel, in juni, die vaagweg over culturele ondernemers ging. Nu richt hij zich, “om het debat wat te prikkelen, om het debat wat minder saai te maken”, op de kippetjes van het Nationaal Ballet. Die zijn te duur, dat moet ook kunnen met plofkippetjes uit Petersburg, stelt hij. En voilà: het hele circus van kunstknuppels staat op en begint instemmend ritueel een klepperende klompendans die met zijn enkelvoudig ritme ‘de kunstwereld’, zoals zij dat noemen, doet opspringen. Een klompendans die nu al minimaal sinds het aantreden van Gitta Luiten als adviseur van Rick van der Ploeg, kort voor de eeuwwisseling, in een vierjarige cyclus, zichzelf in de staart bijt. Binnen de kortste keren zit Knuppel bij Pauw en Witteman, waar hij mag vertellen dat ‘hij natuurlijk wel weer kritiek zal krijgen’, alsof hij daarmee die kritiek heeft weersproken. En P&W? Zij knikken, enthousiast, houden de klok in de gaten voor de zapservice, en het koor om hen heen roept: “ Ach! “ en “Wee!”
Het is duidelijk: daamen en de zijnen beschouwen deze wereld als hùn wereld. Een wereld waarin niemand rechten heeft, behalve zij. Een wereld waarin kèuzes moeten worden gemaakt. Ook al zo’n embleem: èchte keuzes. Keuzes uit het verleden zijn nooit èchte keuzes. Zij bieden geen garanties voor de toekomst. Nee: Keuzes, nù. En wie gaan die keuzes maken? Welnu, natuurlijk: zij – zijne majesteits werpers der Koninklijke Knuppels, die het debat verlevendigen door schijnbaar badinerend het voortbestaan van Het Nationaal Ballet ter discussie te stellen. En wie het niet met hen eens is (en, voor de duidelijkheid, ik ben het niet met hem eens) is bij voorbaat uitgeteld, want bang voor duidelijke keuzes die nu eindelijke eens moeten worden gemaakt.
“Het cultuurbeleid in Nederland mist scherpte en kent veel te veel braafpraat” schrijft Melle Daamen in het NRC. de term ‘Braafpraat’ komt uit het boek ‘Hoe word ik een Rat’ van Joep Schrijvers, en Melle Daamen heeft dit boek kennelijk goed bestudeerd. Rat worden is hem dan ook gelukt.
Jammer dat het laatste gedeelte van uw recensie afbreuk doet aan het gene wat neergezet is, zelf ben ik een oorlogsveteraan die meerdere traumatische ervaringen heeft mogen doorstaan. Misschien is de recensist niet gehinderd door enige kennis op dit gebied van echt oorlogsgeweld (en prijs uzelf gelukkig) maar ik wil het dan toch graag even toelichten vanuit mijn optiek. Wat hier neergezet is door deze acteurs zonder enige ervaring op het gebied van oorlog en geweld is meesterlijk te noemen. In een echte oorlog zijn geen bouwstenen, maar word juist alles afgebroken, mensen worden radeloos, machteloos en gevoelsloos. Emoties vlakken af en de totale waanzin volgt. Zoals ik eerder heb gezegd neem ik mijn petje af en buig diep voor de vertolking in dit stuk, het spel was briljant, de inbeelding diep en intens, de begeleiding zeer effectief en passend. Ik was geraakt en diep ….. een staande ovatie
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze site zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van deze site, gaan we er vanuit dat je ermee instemt.
Van Derk op Jungle book (6+)
Van Anneke Favié op Actrice Diane Lensink overleden
Van Don Duyns op Nederland heeft veel te weinig gezelschappen
Van J. Blommestein op God vergeeft
Van Gerda vam Cappellen op Drive-in
Van Tonny EYK op Opiniestuk Daamen leidt tot kunstdebat
Van Tonny EYK op Opiniestuk Daamen leidt tot kunstdebat
Van Tonny EYK op Daamen pleit voor vertraging
Van Marianne Poorthuis op Het geluid van stilte, kakofonie in de kerk
Van Tonny EYK op Opiniestuk Daamen leidt tot kunstdebat
Van Tonny EYK op Opiniestuk Daamen leidt tot kunstdebat
Van Marc-Jan Trapman op Opiniestuk Daamen leidt tot kunstdebat
Van Joop Kuyvenhoven op OMG! XMAS-SHOW! WTF?
Van Erik Jager op Er zijn nog kaarten
Van Marc-Jan Trapman op Daamen pleit voor vertraging
Van Marc-Jan Trapman op Daamen pleit voor vertraging
Van Marc-Jan Trapman op Daamen pleit voor vertraging
Van Marc-Jan Trapman op Daamen pleit voor vertraging
Van Marc-Jan Trapman op Daamen pleit voor vertraging
Van Eric Bovelander op Reis naar het einde van de nacht