Sinds 15 december zijn alle theaters in verband met de coronamaatregelen opnieuw gesloten voor publiek. Repeteren mag nog wel, maar in plaats van te gaan try-outen en in première te gaan, gaat een voorstelling nu vanuit de repetitieruimte rechtstreeks ‘de ijskast’ in. Performer Jip Warmerdam: ‘Een voorstelling wordt er niet altijd beter van als je maar door blijft repeteren.’ (meer…)
‘Holy shit’, fluistert een van de vijftienjarigen in de tot theater omgebouwde trailer op het moment dat twee spelers elkaar op minder dan een meter van hem tongzoenen. ‘Wat de fok wat was dit dan?’, vraagt een klasgenoot vol verbazing na afloop. ‘Die ene gast stond gewoon in ons gezicht te schreeuwen.’ De in your face benadering van de 12+-trailervoorstellingen van Toneelgroep Oostpool en Theater Sonnevanck laat de doelgroep overduidelijk niet onberoerd.
‘Wat zou je nou echt willen?’, vraagt Raf aan zijn vrienden, ‘zonder dat je na hoeft te denken over waarom je het wilt of hoe je het krijgt. Je weet gewoon dat je het wilt. Je moet het hebben. Maakt niet uit hoe.’ Zijn motto is dan ook: just do it, zonder na te denken over gevolgen. Vanessa wil dat iemand haar voeten likt, Tank wil dat iedereen bang voor hem is en Blondie zou wel in een videoclip willen leven. Het is een van eerste scènes van Kids, de trailervoorstelling die daarna daadwerkelijk met videoclipsnelheid het steeds verder ontsporen van vier hangjongeren toont.
Wat onschuldig begint met stoer geklets over seks, wordt na het slopen van een bushokje en het overvallen van een döner alsmaar grimmiger. Tegen de witte wanden van de trailer plakken messen, vuurwapens, bierflesjes, sigarettenpakjes en lachgasflesje – en ja, die worden allemaal gebruikt. Ook de uit Amerika overgewaaide choking challenge en het eten van vaatwasmachineblokjes hebben een plaats gekregen in de tekst van Roeland Hofman.
De voorstelling is losjes gebaseerd op de gelijknamige en controversiële film van Larry Clark uit 1995. Waar die film geen enkel commentaar levert en de gebeurtenissen op een enkele zomerdag toont, kiest Hofman voor Kim Karssen (Blondie) als verteller. Zij opent de voorstelling, kadert die in, en legt de handeling meerdere malen stil om te vertellen wat er daarna of eerder gebeurde. Daardoor zijn sprongen in de tijd mogelijk, maar het vermindert ook de impact die eerdere trailervoorstellingen als It’s my mouth I can say what I want to, Gender en Princess (winnaar van de Gouden Krekel voor de beste jeugdtheatervoorstelling van het seizoen) hadden.
Misschien is dat maar goed ook, want de voorstelling is al heftig genoeg, waarbij met name Abe Dijkman (Raf) op indrukwekkende wijze steeds manischer gaat spelen en aan het eind de Havo 4-leerlingen in de trailer nog net niet de stuipen op het lijf jaagt. Cruciaal voor deze scène is dat ook zijn medespelers al het lacherige van zich afgeschud hebben en verbijstering en angst uitstralen. Ook de soundscape van Jelle Hoekstra neemt gedurende de voorstelling in intensiteit toe, terwijl de slimme belichting van vormgever Koen Steger de snelle cuts ondersteunt.
Zo rauw en uitzichtloos als de film van Clark wordt het gelukkig niet. In de kern is Kids een tijdloze voorstelling voor en over jonge adolescenten die focust op verveling, experimenteren en opzoeken van eigen en maatschappelijke grenzen. Net als in de meer dan twintig jaar oude film zijn ouders en andere volwassenen wel afwezig, net als de film ontbreekt een duidelijke moraal. Door het sterke spel roept de voorstelling ook andere coming of age filmklassiekers als The breakfast club in herinnering, met een onzekere en zichzelf overschreeuwende Tank (Thomas van Luin) en de eigenlijk helemaal niet zo stoere Vanessa (Romy Vreden). Het eten van vaatwasmachineblokjes is nieuw, maar elke generatie worstelt op vergelijkbare wijze met volwassen worden.
Foto: Sanne Peper