Victor Luis van Es is naar eigen zeggen nogal van het ‘halvige’. Bij zijn rijles kwam hij wel altijd braaf opdagen, maar hij deed niet echt zijn best. En hij probeert wel van alles uit in het leven en de liefde, maar gaat hij ooit ergens volledig voor? Deze levensvraag weet Van Es in zijn eerste avondvullende soloprogramma Stille strijd op een mooie manier te koppelen aan zijn afkomst en zijn seksuele geaardheid. Dat leidt tot een sterke, persoonlijke voorstelling, waarin Van Es’ talent voor het vertellen van verhalen goed tot uiting komt.

De negenentwintigjarige Van Es, die in 2016 in de finale van het festival Cameretten stond, heeft een Chileense moeder en een Nederlandse vader. De afgelopen tien jaar kwam hij er daarnaast achter dat hij zowel op mannen als op vrouwen valt. Het ‘halvige’ is voor hem dus meer dan het clichématige dertigersdilemma en juist daarom werkt het goed als kernthema voor de voorstelling. Van Es vertelt een mooi verhaal over zijn eerste date met een man, die uiteindelijk niet zo leuk blijkt te zijn, maar hem aan het eind van de avond wel probeert te zoenen. Dat leidt tot een ongemakkelijk tafereel, wat Van Es met veel humor weet neer te zetten.

Van Es is ook erg goed in het nadoen van bepaalde types, zoals de kakkers die hij tegenkomt op het feestje van een oud-klasgenoot die bankier is geworden, of de meisjes die afknappen op het feit dat hij half-Chileens is maar geen Spaans spreekt: ‘Zie je wel, ik zei je toch dat het een Turk was.’ Op dit soort momenten is hij als comedian op zijn best. Wanneer hij de humor zoekt in flauwe grappen over Turkse vrouwen met een snor, stelt hij juist teleur. Dat is uitgekauwd stand-up comedyrepertoire, en doet afbreuk aan de kracht van de voorstelling.

Sowieso valt op dat wanneer Van Es vertelt over zaken die niet direct voortvloeien uit zijn levensthema van de ‘halvigheid’, hij een stuk minder weet te raken. De verhalen over de ruzies met zijn vriendin zijn onderhoudend, maar ze voelen ook nogal dertien in een dozijn. Het bevestigt nog maar weer eens dat cabaret een persoonlijkheidskunst is. Grappen en verhalen gaan pas leven als de cabaretier ze iets echt eigens mee weet te geven.

Tot slot heeft Van Es af en toe de neiging om iets te snel te schakelen naar een volgend onderdeel van zijn voorstelling. Hij raffelt zijn verhaal dan een beetje af, waardoor je even de draad kwijt bent. Dat is jammer, omdat Van Es voor de rest een goede performer is, die stevig op het podium staat en goed contact weet te maken met de zaal. Hij moet alleen nog net iets meer rust durven nemen. Hij heeft echt iets te melden en mag er dus op vertrouwen dat het publiek daar wel naar wil luisteren.

Foto: Jesse Budel