Minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur, D66) gaat in 2019 2,5 procent meer uittrekken voor de culturele sector. Dat zei de minister gisteren tijdens het jaarlijkse cultuurdebat van Kunsten ’92 in Paradiso. Het gaat om een zogenaamde loon- en prijsbijstelling voor rijksgesubsidieerde instellingen (Basisinfrastructuur en Fondsen), die eerder ook al uitgekeerd werd aan ambtenaren.
Thema van het Paradisodebat van dit jaar was de Fair Practice Code, een gedragscode die door de cultuursector werd opgesteld als antwoord op uitholling na de forse bezuinigingen in 2011. Het aantal kunstuitingen bleef na de kaalslag op peil, maar de makers kregen daarvoor stukken minder betaald. De Fair Practice Code moet een kader bieden om loon naar werk mogelijk te maken.
De minister zei op de bijeenkomst te kijken of de gedragscode vanaf 2021 als voorwaarde voor rijkssubsidie kan worden gesteld. In verscheidene nieuwe college-akkoorden wordt die voorwaarde al genoemd. De minster zei op Prinsjesdag meer maatregelen te zullen aankondigen voor een eerlijke betaling.
Yolande Melsert, directeur van de Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten (NAPK), is blij met het extra geld. Ze laat weten nauwkeurig in de gaten te gaan houden of de 2,5 % ook daadwerkelijk naar de salarissen van makers gaat. ‘De verhoging zal in ieder geval een grote invloed hebben op de onderhandelingen voor de nieuwe cao die we komend voorjaar gaan voeren.’
Tijdens de bijeenkomst riepen verscheidene aanwezigen kunstenaars op om zich te verenigen en hun uurtarieven openbaar te maken. Er was tevens animo om de code per direct in de hele sector in te voeren, ook als dat – zonder extra geld – betekent dat er dan minder geproduceerd kan worden en aan een aantal subsidieverplichtingen niet meer kan voldaan worden. Volgens de minister moeten we daar dan maar genoegen meenemen. ‘Voor mij heeft de code prioriteit.’
Foto: Jack Aarts