Negen jaar en twaalf delen heeft het Karlijn Kistemaker gekost om een theatrale vertaling te maken van het boek Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel Garcia Márquez. Met een imposante long take als afsluitend drieluik heeft Kistemaker haar artistieke zoektocht tot een prachtig einde gebracht.
(meer…)
En wederom trekt ze onverdroten voort, Karlijn Kistemaker. En waarom zou ze niet? Twee weken geleden werd bekend dat ze de Charlotte Köhler Prijs krijgt, een aanmoedigingsprijs ter grootte van 30.000 euro. ‘In de voorstellingen van Kistemaker vervaagt de grens tussen realiteit en theater en groeit het inzicht dat verbeelding en werkelijkheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn’, schreef de jury in haar rapport.
Dan deert het niet dat Marijn Lems op deze plek naar aanleiding van Missie Márquez – Aan de rand van de afgrond schreef dat ‘de omslag van dodenmars naar feestje onmogelijk te maken is, omdat Kistemaker op geen enkele manier aanleiding heeft gegeven om je op de komende delen te verheugen’. Zijn recensie wordt integraal voorgelezen in Missie Márquez – deel 7, 8 & 9, de bewuste ‘komende delen’. Want zo gaat dat bij Kistemaker: de werkelijkheid wordt bij haar theater, soms letterlijk (zoals in het geval van Lems’ recensie), vaker uitvergroot, grotesk vervormd of volledig binnenstebuiten gekeerd. Met altijd verhaallijnen uit Márquez’ Honderd jaar eenzaamheid als leidraad.
Mensen van vlees en bloed worden personages die dermate dicht bij het origineel blijven dat de scheidslijn vaak flinterdun is. Medewerkers uit haar marathonproject die ergens tijdens het proces afhaakten keren terug als personages, gespeeld door huidige medewerkers maar onder hun eigen naam. Verwarrend? Jazeker! Toen ik in de recensie van de vorige aflevering de echte naam gebruikte van vertaalster Mariolein Sabarte werd ik terstond door Kistemaker tot de orde geroepen. Waarom had ik dat gedaan? Ze had haar toch vertheatraliseerd? Gelukkig nam ze genoegen met mijn zwakke verweer dat ik de naam vanwege de beroerde akoestiek niet goed had verstaan.
Maar het roept wel een interessante vraag op: hoe ver je kan gaan in je theatrale toe-eigening van mensen en gebeurtenissen, zeker als ze nadrukkelijk herkenbaar blijven. De ‘Lowie’ uit deze voorstelling was daadwerkelijk productieleider van de vorige zes afleveringen (althans, iemand met diezelfde naam) en hij krijgt nu voor de voeten geworpen dat hij een deel van het subsidiegeld heeft vergokt tijdens hun reisje naar Colombia. Wat vindt de echte Lowie daarvan? En heeft Lems eigenlijk wel toestemming gegeven voor het gebruik van zijn recensie? Verkeren in de nabijheid van Kistemaker is, zoveel mag duidelijk zijn, niet zonder risico’s. Theaterregels zijn er om overtreden te worden.
Dit gezegd hebbend, en ook dat Kistemaker zichzelf niet spaart in haar omgang met derden, kan vervolgens alleen maar geconstateerd worden dat deel 7, 8 en 9 weer onwaarschijnlijk intrigerende nieuwe hoofdstukken toevoegen aan Kistemakers queeste om van Marquez’ million seller theater te maken. Geldperikelen, de dooretterende strijd met uitgeverij Meulenhoff, bizarre avonturen in Colombia. In een bonte carrousel trekken de anekdotes, verwikkelingen en bizarre avonturen aan ons voorbij. Met Kistemaker als de stralende directrice cq spreekstalmeesteres van dit magisch-realistische circus, waar niets is wat het lijkt en tegelijkertijd alles is wat het zou kunnen zijn.
Ze neemt er royaal de tijd voor, deze keer. Liefst driemaal bijna een uur. Je moet maar durven, in de open lucht. Maar ze heeft het op een akkoordje gegooid met de weergoden, waarschijnlijk via haar oudoom Kees die al jaren geleden is overleden maar toch nog steeds regelmatig bij Karlijn komt buurten. Zonder zijn zegen durft ze niet. Gelukkig zag Kees dat het goed was.
Foto: Bart Grietens
Ehm 30.000 GULDEN?
@Daniel, oei dat zou wel heel magisch zijn. We hebben de valuta inmiddels aangepast.
Ze zullen blij zijn, een ruime verdubbeling van het prijzengeld.