Op de Parade – waar de rosé je tegemoet spat, de muziek uit de tenten knalt en acteurs ongegeneerd hun voorstellingen promoten – heerst er een onverwachte rust in de ‘De Luxe’. In deze festivaltent gloeien de wanden en spelen de schaduwen van takken over het doek, terwijl acteur Genio de Groot zijn publiek meevoert […]
Het doek was nog nauwelijks open voor de eerste akte van De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja of er er klonk al applaus voor De Nederlandse Opera. Een unicum in de twintig jaar dat deze recensent werkzaam is en het werk volgt van De Nederlandse Opera, een van de meest spraakmakende operahuizen in Europa.
Het vroege applaus betrof het toneelbeeld waarmee regisseur Dmitri Tcherniakov de meer dan vier uur durende opera van Rimsky-Korsakov opende: een moeraslandschap met wuivend riet en wat verdwaalde boomstammen. En naarmate de voorstelling vorderde beek alles mooi aan deze Kitesj: de regie, de muziek, het acteerwerk. En dus was het niet verwonderlijk dat na viereneenhalf uur zwaar kaliber Russische operatragiek het publiek uit zijn bol ging van enthousiasme.
De legende van de onzichtbare stad Kitesj is een zelden gespeelde opera van Rimsky-Korsakov. Er zitten nogal wat stoplappen in de partituur en de eerste akte is langdradig en niet om doorheen te komen. Maar daar staat veel tegenover: adembenemend mooie koorpassages, verleidelijke muziek, een ontroerende sterfscène: Kitesj moet je gezien en gehoord hebben. Zeker in de versie van Tcherniakov, want hij laat zien hoe je een sprookje over een belegerde stad die wordt gered door de hand van god kunt actualiseren, zonder het mystieke en sprookjesachtige geweld aan te doen.
Bij Tcherniakov vinden we geen prinsen en gouden koetsen. De tartaren zijn terroristen, of Tsjetsjenen, Russen of geesteszieken die in een inrichting thuis horen. De paradijselijke stad Kitesj is een Oostblokzaaltje met afgebladderde wanden dat doet denken aan het Rusland van de jaren zestig. Een troosteloos toevluchtsoord voor vluchtelingen. Toch houdt Tcherniakov met beelden van donkere wouden en idyllische hutjes ook het sprookje levend. Het Nederlands Philharmonisch Orkest klinkt op zijn best onder leiding van de nieuwe chefdirigent Marc Albrecht en de solistenbezetting is met een dozijn Russen perfect in balans met Svetlana Ignatovich en John Daszak als ultieme sterren.