Hoe word je jezelf? Wie ben je voor jezelf? Hoe ben je? Vragen als deze spoken door je hoofd bij het kijken naar de performance Monumental Metamorphosis van performer Milou van Duijnhoven, te zien op Festival Cement. In minder dan een uur verkent ze alle rollen en perspectieven van waaruit je haar als jonge vrouw kunt zien en pelt ze die met grote precisie binnen een heel kleine actieradius af. (meer…)
De zestiende en laatste editie van het festival Something Raw opende met de internationale co-productie Oh Magic. Vier muzikanten, een om zijn eigen as draaiende spot en een wandelende microfoon, komen samen in een wonderlijk concert. Met verstilde gebaren en ruig gedoe herschrijven Simon Mayer, Clara Frühstück, Patric Redl, Tobias Leibetseder en Manuel Wagner de geijkte verhouding tussen instrument en speler.
Machines en instrumenten verliezen hun tweederangs status als ding in een marionettenspel, waarbij de touwtjes door een elektronische afstandbediening zijn vervangen. De bewegende spot legt ons met enkele gestes de verhoudingen op scène uit, terwijl de vleugel en de drumkit een kostuum hebben gekregen, net zoals de muzikanten. Tegelijkertijd worden de muzikanten dansers, die al spelende met hun instrument proberen te versmelten. Al met al levert dit een fascinerende uitwisseling op van mensen en dingen van vel, snaar, elektrische spoeltjes en printplaten.
Terwijl de muziek steviger begint te worden en een spel met adem en tonaliteit wordt ingewisseld voor steeds vettere beats, zetten de muzikanten ook hun eigen lichaam in als instrument. Het spelen krijgt zo een hele andere dynamiek, alhoewel de muziek stevig doordendert. Armen en benen, voeten en tenen zwieren mee in wat een totale dans van de dingen lijkt te gaan worden. Vooral drummer Patric Redl gaat prachtig uit z’n dak wanneer hij als een kleine sjamaan de aanvankelijk wat donkere inzet van zanger en ‘compograaf’ Simon Mayer beantwoordt met een onnavolgbare uitbarsting van vrolijke gestes en intense klanken.
Maar gaandeweg maakt de uitwisseling tussen mens en instrument plaats voor een in vage rituelen opgenomen exhibitionisme. Zo verrassend als het dansen van de muzikanten aanvankelijk is, zo voorspelbaar worden nu de bewegingen. Aanvankelijk is het mooi om de muzikanten langzaam hun kleren te zien verliezen, net als het als bezetenen stampen en schudden, in overgave, dat daar op volgt.
Naakt, de piemeltjes vrolijk zwaaiend en de haren wild draaiend – het moet een heerlijke ervaring zijn op het podium, maar de aanblik is niet echt opwindend. De spanning van de steeds iets verlengde ouverture slaat nu om in een wezenloze stapeling van voor de hand liggende climaxen, waarbij gefingeerde seksuele opwinding nog wel samengaat met het produceren van enige muziek, al wordt het meeste nu toch overgelaten aan de apparaten. Maar van een ingenieuze, laat staan magische uitwisseling is dan geen sprake meer. Jammer, want de eerste helft van de voorstelling was redelijk uitmuntend.
Foto: Caroline Lessire