In Hotel Hierwaardaar komt het hele hotel in opstand: lichtknopjes hebben een eigen wil, het lobbymeubilair verplaatst er lustig op los en ’s nachts hebben wind en mist vrij spel. Angstaanjagend, zou je denken, maar de montere hotelgasten krijgen het voor elkaar de magie met zo’n aanstekelijk plezier te omarmen, dat elk volgend hotelbezoek alleen nog maar finaal tegen kan vallen. Ouders, wees dus gewaarschuwd. (meer…)
Een jeugdtheatervoorstelling waarbij in het eerste kwartier niets gebeurt, niets wordt gezegd en alles tergend langzaam en vooral precies gaat. En dat ook nog eens met maar een acteur die zo naturel mogelijk speelt, zonder muziek en met een decor dat weliswaar uit negen tv-schermen bestaat, maar waarop – in zwart-wit – evenmin iets bijzonders is te zien. Het Filiaal theatermakers doet het gewoon en creëert juist door alle prikkels weg te nemen vanaf de eerste seconde focus op details, bij alle kinderen en ouders in de zaal. Het is ongehoord.
De nachtwaker een Pietje Precies noemen, is een understatement. Alles gaat volgens een vast patroon. Het jasje dat hij op zijn werk aandoet mag dan wel identiek zijn aan dat hij al draagt, ze moeten omgewisseld. Uiteraard kamt hij zijn haar precies zoals als op zijn pasje staat en heeft alles op zijn bureau een plaats waarvan niet kan worden afgeweken. Zelfs al kan hij daardoor nauwelijks bij het potlood dat hij nodig heeft om uiterst minutieus verslag te doen van zijn ronde door het verder verlaten gebouw dat hij bewaakt.
Ongetwijfeld is hij ook een enorme taalpurist, maar we zien niet wat hij schrijft en spreken doet hij evenmin. Sterker: in de hele voorstelling wordt geen woord gesproken. Maar met wie zou de nachtwaker ook moeten praten? Zijn domein is dat van het kijken naar wat niet gebeurt, werken in eenzaamheid en stilte.
Juist door die stilte, komen de geluidseffecten veel heftiger binnen dan in een doorsnee voorstelling, van het gepiep van zijn bureau tot het geluid van de perforator en zijn geschrijf. Omdat er geen tegenspelers zijn en van handeling aanvankelijk amper sprake is, valt elk neurotisch detail meteen op. De watercooler bijvoorbeeld, die steevast als hij erlangs loopt borrelt.
Die watercooler is echter meer dan een terugkerende grap, maar de brug naar wat volgt. Opeens blijkt een van de deuren in het gebouw open te staan en is er water op de gang. De nachtwaker gaat uiteraard meteen op onderzoek uit, dweilt de vloer, doet daar weer netjes verslag van. Maar als even later de plas water terugkeert en de deur wederom openstaat, springt de nachtwaker letterlijk en figuurlijk in het diepe.
Wat volgt is even surrealistisch als poëtisch. Op ingenieuze wijze maken we via grotendeels live gefilmd objecttheater de wonderlijke avonturen van de nachtwaker mee, waarbij met eenvoudige middelen een voortrazende trein, een merkwaardig bos en de zee worden getoond. We zien hoe gedaan wordt, maar jong en oud kijkt gefascineerd naar de theatrale werkelijkheid die ontstaat en raakt bijkans zeeziek van golven die er helemaal niet zijn.
Zijn we door zijn oersaaie en routineuze baan met de nachtwaker in slaap gesust en nu getuige van zijn dagdroom? Of zien we zijn verlangen te ontsnappen aan de dagelijkse realiteit? De nachtwaker laat het aan de toeschouwer. Wel zien we aan het eind de nachtwaker opnieuw het gebouw betreden, maar ditmaal gehaast, zonder zich nog druk te maken om welk protocol dan ook, vol verlangen naar een nieuw nachtelijk avontuur.
Wat deze voorstelling zo goed maakt, is allereerst het spel van Noël van Santen. Hij speelt de nachtwaker alsof hij jarenlang de mimiek van Edwin van der Sar heeft bestudeerd waardoor hij nu schijnbaar zonder elk charisma niet alleen een lach maar ook emotie op weet te wekken. Regisseur Ramses Gaus vermengt daarbij bijna zonder dat we het doorhebben door middel van vertragen en versnellen de realiteit met de droomwereld. Zelfs als er eigenlijk niets is te zien, roept de compositie van Gábor Tarján daarbij een enorme spanning op. Elk detail krijgt zo betekenis, maar daarover meer vertellen haalt de betovering van de voorstelling.
Dat is meer dan knap, want deze voorstelling is spannend, niet door dat echt te zijn, maar louter door suggestie, buitengewoon grappig zonder op zoek te zijn naar de lach, vol actie én ongekend statisch. De nachtwaker toont zo de dagelijkse sleur van volwassenen, mengt die met hun dagdromen én appelleert aan de kinderfantasie. Dat allemaal zonder woorden. Het is om stil van te worden.
Foto: Joris van Bennekom