Op een metershoog bord staan de tien titels van de programmaonderdelen gekladderd. Na de eerste twee uiterst melige, uiterst matige stukken zijn we al een half uur op weg. De angstige gedachte dringt zich op dat The Return of the Comeback wel eens een hele lange avond kan worden. Gelukkig worden de volgende nummers wat sneller afgewerkt. (meer…)
Een man wandelt in een bos. Nou ja, bos, twéé bomen. Hij heeft geen idee hoe hij hier is beland. Hij verdwaalt. Hij loopt eindeloos van boom 1 naar boom 2, maar bedenkt dat het een stuk simpeler wordt als hij direct naar boom 2 loopt. Terwijl hij dat doet, voltrekt zich voor zijn ogen de zelfmoord van een kabouter, die met een touwtje om zijn nek van een paddenstoel springt.
Uiteraard is dit theater uit Vlaanderen. Want daar is dergelijke absurditeit op het podium diep geworteld. Cabaret zullen we de nieuwste theatersolo Sprook van Kamagurka, het alias van multikunstenaar Luc Zeebroek, niet noemen. Maar zijn voorstellingen vol onzin en verbeelding laten altijd zien dat hij een van de aartsvaders van het absurdisme is. In elk geval in de ogen van ons, de noorderburen, bij wie hij, onder meer met zijn cartoons over Cowboy Henk en dankzij radio- en tv-optredens met Herr Seele, de geesten soepel maakte voor het genre en de weg plaveide voor een groot aantal volgelingen.
Je moet er als toeschouwer en toehoorder in willen meegaan. Dat is de afspraak bij mensen als Kamagurka en Wim Helsen. Je moet het bos willen zien. Die kabouter van die paddenstoel zien springen. Je moet willen reageren, want Kamagurka wil dat je het onzichtbare en onmogelijke hardop benoemt. Dat lukt nog wel met een konijn, maar als hij beweert een gynaecoloog in een boom te zien zitten, kun je participeren tot je een ons weegt. Deze man is knettergek.
Vijf kwartier lang schuifelt hij hees fluisterend over dat lege, decorloze podium. Best geestig, maar tegelijk ook meer dan genoeg. Als hij even niks bijzonders in zijn bos ziet, komt hij met een idioot verhaal over een wolf die zichzelf opvreet of waarom een kerkuil ‘oeoeoeoe’ roept. Flauw? Nou en of. Tientallen voorbeelden draagt hij aan in de trant van ‘ware de natuur perfect, dan…’ en de meeste zijn van een ongekende meligheid. Kamagurka komt ermee weg, want zijn meligheid verspreidt zich na een tijdje als een virus door de zaal.
Nog iets raars ten slotte: wie loopt er anno 2012 nog met een handmicrofoon over het podium? Met een dráád! Dat stoort nogal. Waarschijnlijk zal hij tegenwerpen dat het net zo absurd is om met een draadloos headsetje door een bos te lopen waar hij een kabouter reanimeert en een wolf zijn eigen poten opvreet. Daar zit iets in.
(foto: Henk Treur)
Wat is er in vredesnaam storend aan een microfoon met draad? In deze voorstelling was dat juist verschrikkelijk theatraal. Daarnaast heeft deze recensent blijkbaar weinig van de voorstelling begrepen. Kan Theaterkrant de volgende keer iemand naar comedy sturen die er verstand van heeft? Microfoon met draad als storend beschouwen bewijst dat deze man er in elk geval weinig kaas van gegeten heeft.
Ik eet nooit kaas van theater. Ik beleef het. Als u een microfoon met een draad verschrikkelijk theatraal vindt, dan hebt u het anders beleefd. Mooi voor u.
Je kan een stand up show niet afrekenen op een microfoon met draad. Da’s als een groot toneelstuk afrekenen op decor.
Ik vind het leuk dat u reageert, maar dan moet u natuurlijk niet 1 regeltje over een microfoon met draad in de laatste alinea, met daarachteraan ook nog eens een tegenwerping, als een totale afrekening van deze ‘stand up (?) show’ gaan lezen. Dat vind ik, met permissie, toch raar.
Het is een bijzaak, iets dat ik op den duur storend vond en u niet. Ik zal een groot toneelstuk nooit afrekenen op een lelijk of storend decor, maar ik verwacht ook niet dat lezers lezers zo’n kanttekening tot hoofdzaak bombarderen en alleen daarop het verstand van zaken van een recencent beoordelen.