‘We zijn helemaal niet Indisch, we zijn van de wereld’, zegt hoofdrolspeelster Winnie de Willigen aan het begin van de marathonvoorstelling De eeuw van mijn moeder. Aan het slot, vlak tegen haar naderende dood want ze is ongeneeslijk ziek, benadrukt ze nog eens dat ze van de ‘American Dream en van het westen is, van tango en jazz en bibliotheken.’ (meer…)
‘Niets is wat het lijkt’. Met deze vijf woorden eindigt Superstorm van Dijanne Italianer. De in Amerika geschoolde actrice van Groninger komaf laat in haar solo zes personages hun licht schijnen over de gebeurtenissen voor, tijdens en na een noodlottige tragedie in een morsig winkelcentrum.
‘Niets is wat het lijkt.’ Dat suggereert dat er verschillende versies bestaan van hetgeen er gebeurd is. Zes personages, zes verschillende verhalen. Een murder mystery dus? Nou nee. Eerder dan verschillende versies, zien we verschillende perspectieven. Superstorm blijkt vooral een vertelling over moedwil en misverstand, schuld en boete.
Het begint met Ronda die tamelijk koel en onbewogen haar verhaal doet. Maar vanbinnen gist en borrelt het, dat voel je. Ze voelt zich verraden. Verraden door haar man Gerard. Met één telefoontje meende hij een eind te kunnen maken aan hun relatie. Hij gaat verhuizen, zei ie. In haar onschuld meende ze eerst nog dat hij een nieuwe plek op kantoor kreeg. Hoe naïef kon ze zijn!
Gerard scharrelde al een poos met Tanya. Haar bemoeizieke buurvrouw wist dat al lang. Het is een opgewonden standje, die Yvette. Ze had ze betrapt toen ze heftig aan het zoenen waren. ’s Middags om half drie, nota bene. Dus Yvette was er als de kippen bij om Ronda aan te zetten tot actie. Ze moest verhaal gaan halen bij die trut. Terwijl de storm door de straten raast, gaan de twee vrouwen op zoek naar Tanya.
Hier neemt het verhaal een noodlottige wending. In het winkelcentrum waar Tanya werkt, wijst Yvette de verkeerde vrouw aan, een onschuldige voorbijgangster. In het handgemeen dat volgt, maakt deze een fatale val. Haar hoofd knalt op de marmeren vloer, ‘als een kegel op een bowlingbaan’. Ronda is van bedrogen echtgenote veranderd in een meedogenloze moordenares.
In een serie korte scènes laat Italianer dit verhaal vertellen door zes personages. Naast de vier genoemden zijn dat ook nog de vrouw van het slachtoffer, een huisarts bij wie Gerard op consult komt, en hun blinde dochter. Zes mensen, in een secuur geweven web onderling met elkaar verbonden. De geest van de Amerikaanse kort verhaal-schrijver Raymond Carver waait voelbaar door deze vertelling.
Superstorm is een voorstelling waarin Italianer al haar acteertalent kwijt kan. Weinig heeft ze nodig om de personages tot leven te brengen. Schijnbaar moeiteloos verglijdt ze van de een in de ander. Een licht veranderende lichaamshouding, een kleine stembuiging; het volstaat. Nergens trapt ze in de verleiding van de vlakke stereotypering, hoewel ze er met Yvette en Tanya rakelings langs scheert. In de sobere regie van Joris Smit, met slechts een enkel geluidseffect en wat noodzakelijke attributen, benut ze alle ruimte.
Sinds een paar jaar woont Italianer weer in Nederland. Met Superstorm, waarmee ze nu een korte toer maakt, geeft ze een fijn visitekaartje af. Een vrouw om in de gaten te houden.