Een zwart gordijn, daarvoor tussen twee katheders een urn. We gaan de uitvaartdienst bijwonen van Claudine, de moeder van Herman. Zij is gestorven aan covid-19 en heeft haar laatste negen dagen zonder bezoek van haar zoon moeten lijden. Een zorgrobot mocht haar wel bijstaan: Jonathan. (meer…)
Politiek is theater. Het klinkt cliché, zoals ook al die speeches van politici vaak cliché zijn. Cliché is de behaagzucht van de politicus, de machtswellust binnen de partij, zijn zoektocht naar quotes en oneliners, zijn mediatraining, zijn spindoctor als toeverlaat, zijn privéleven dat onder al die ‘dienstbare inzet voor het volk’ lijdt. Clichés hebben een grond van waarheid, anders zouden het geen clichés zijn. Ze kunnen heel authentiek overkomen, en Valentijn Dhaenens zorgt daarvoor. Als homo politicus overtuigt hij, in zijn spel, en met de tekst die een vermaard politiek ghostwriter voor hem schreef.
Vincent Stuer was jarenlang woordvoerder van de Europese politicus Karel De Gucht en speechwriter van Europese Commissie-voorzitter José Manuel Barroso. Hij verkeerde in de hoogste politieke regionen. Een aantal jaren geleden zag hij De grote mond van Valentijn Dhaenens. Hij was onder de indruk van hoe de acteur een aantal redevoeringen uit de geschiedenis ten gehore bracht met al zijn retorische kneepjes en technieken. Hij ging meerdere malen kijken, en na Dhaenens’ monoloog De kleine oorlog, over de gevolgen van grote politieke beslissingen in de grote oorlog op de kleine mens, trok hij zijn stoute schoenen aan, en schreef een mailtje aan Dhaenens.
Hij bood aan een theaterstuk te schrijven over politieke speeches en een karakterschets van een homo politicus. Dhaenens zag dat wel zitten, en zo is de monoloog Onbezongen ontstaan. Het gaat niet over een concreet herkenbare politicus of een samenraapsel van verschillende politici, maar de homo politicus, een politicus zonder naam, herkenbaar en geloofwaardig in zijn taal, zijn manier van doen, zijn drang om het publiek te behagen, macht te veroveren, en zijn tegenstrever te verslaan. Met het woord, beleefd als het kan, slinks en brutaal als het moet.
Daar komt hij op, in strak kostuum, met een paar bananen die hij opzij klaarlegt, daar staat hij, achter de microfoon, de homo politicus. Hij speecht ons toe. Het publiek gniffelt om de herkenbare clichés die hij gebruikt, de nietszeggende termen, de kretologie. Veel holle woorden, om niets te zeggen. Hij beseft dat zelf ook, en gaat in gesprek, niet met het publiek maar met een stem achter het publiek, de stem van de spindoctor. Hij wil het publiek op zijn hand krijgen, maar het liefst met zinnige argumenten.
Dhaenens zet een karakter neer van een politicus die er goed uitziet, die zijn glimlach steeds weet te gebruiken, een politicus die charisma heeft, die succes haalt in zijn campagnes tegen zijn tegenstrever, zich steeds zelfzekerder en daardoor machtiger voelt. Maar die zich ook ongelukkig voelt op zijn hotelkamer. Videoboodschappen gaan naar zijn maîtresse, met zijn kinderen skypet hij. Hij voelt zich schuldig over zijn afwezigheid, maar dan overdondert de politieke campagnetoer hem weer. Hij trekt weer een nieuw hemd aan, hij volgt het advies van zijn spindoctor om sportiever over te komen. Hij doet zijn das af, rolt zijn mouwen op.
Onbezongen kent een mooie dosering in de afwisseling tussen het repeteren en het brengen van politieke speeches en persoonlijke ontboezemingen. In het begin oogt het decor sober, een paar planten in een bak, een microfoon, een spreekgestoelte, een scherm. Achterin liggen doeken. Naarmate het stuk vordert, des te theatraler het decor wordt. Politiek is theater, liefst wat pronkerig theater, dat al snel potsierlijk wordt.
Het doek wordt opgehesen en toont een wandvullende foto van Dhaenens in een bosrijke omgeving. Mensen vallen op het temperament en de uitstraling van een politicus, niet op diens programma, nietwaar? De muziek wordt ook theatraler, ‘Die Walküre’ van Wagner zoeven uit de boxen. Bij het neervallen van het doek en onder een disharmonische versie van het eerste pianoconcert van Tsjaichovsky zet een windmachine de storm tot de ondergang aan.
Bejubeld, bezongen, de top van de macht bereikt, dan een onbezonnen daad en onbezongen verdwijnt de homo politicus van het politieke podium. Media zijn bestormd, alles stond in het teken van bekendheid, lofzang en macht. Ondertussen was hij kwetsbaar, onderkent hij problemen met zijn eigen leven, met zichzelf. Maar hij moet scoren, scoren, de spindoctor leidt hem in zijn speeches en teksten naar de media. En als het misgaat, is het de schuld van diezelfde media. Een overwinning, een debat, een verlies, steeds, in alle omstandigheden, moet de politicus zijn woordje doen.
Een strakke dramaturgie, een overtuigende tekst, een verhaal opgebouwd als een tragedie, een welluidende en aangename stem, een spel dat je doet glimlachen en je aanzet tot mededogen, dat alles geeft Onbezongen net dat theater-extra. Het is meer dan alleen maar een inkijk in het politieke theater.
Foto: Danny Willems
Lees ook onze bespreking van de tekst van Vincent Stuer in ons dossier DeClaus Theatertekstkritiek.