Vier performers in decoratieve kostuums – misschien zijn ze inheems, misschien een variant daarop – staan uitgelicht opgesteld op een donker podium, terwijl een elektronische soundscape de geluiden van het regenwoud suggereert. Er is tijd om te kijken. (meer…)
Void is een collage-achtige voorstelling, met verschillende bewegingsstijlen als vertrekpunt. Dayna Martinez Morales en Vincent Verburg zijn de makers van de voorstelling, en ook de eerste die we tegenkomen. Bij het binnentreden van de theaterzaal staat Martinez Morales verdekt opgesteld te dansen in het halletje dat de foyer verbindt met de zaal. Ze stampt op de grond en zwaait haar lange zwarte krullen rond in de beperkte ruimte.
Eenmaal in de zaal volgt een solo van Vincent Verburg, die gekleed in overall een uitputtingsslag levert op jazz en minimal techno, waarbij zijn bewegingstaal varieert van modern tot poppen en hij uitblinkt in onophoudelijke schokken. Hoe indrukwekkend ook, op sommige momenten sleept de solo enigszins en vraag je je af waar het precies heen gaat.
Die vraag laat je helaas niet meer los tijdens de rest van de voorstelling. Verburg krijgt gezelschap van vijf andere dansers, die met golvende gebogen ruggen een massa om hem heen vormen. Traag bewegen ze zich voort, om zo Verburg te belagen. Die laatste, nog steeds in het midden van de spotlight, beweegt zich naar de rand van het podium, waar hij zich een aantal keer overtuigend ter aarde stort, maar dan toch op gecontroleerde wijze het podium verlaat, waardoor je je afvraagt wat nu het punt is geweest van deze exercitie.
Hoewel de afzonderlijke stukken boeiend zijn om naar te kijken, wordt de voorstelling vooral gered door de sterke stijl van de individuele dansers. Zowel Irina Hüfner als Susanne Planellas Gómez hebben een sterke techniek en aandacht voor detail in hun bewegingen, maar niet alle dansers voeren de bewegingen even strak en gelijk uit. Eigenheid in stijl mag worden gezien, maar slordigheden doen afbreuk aan de kwaliteit.
Maar het echte probleem van deze voorstelling is dat de verschillende stukken nooit echt een geheel gaan vormen. Als Dayna Martinez Morales zich bij de groep dansers voegt voor haar afsluitende solo is het onduidelijk wat haar verhouding tot de groep is. De gesproken tekst bij begin en eind doet pompeus en clichématig aan, en de rol van Verburg is ook onduidelijk. Het lijkt erop dat deze voorstelling bestaat uit ruw materiaal dat nog uitgewerkt moet worden.