‘Angels in America’, het tweedelige theaterepos van de Amerikaans-Joodse auteur Kushner,, duwde het Amerikaanse publiek in 1992 met zijn neus op de aids-crisis. Maar deze ‘Gay Fantasia on National Themes’ peilde ook naar de weeffouten in de Amerikaanse droom. Daar ontleent het zijn blijvende relevantie aan. De nieuwe bewerking van Olympique Dramatique voor Toneelhuis toont echter nog maar eens dat dit stuk zich niet eenvoudig laat ensceneren. (meer…)
‘Amerika ziet zichzelf door een filter’, schreef James Baldwin. Het grootste deel van de voorstelling Democracy in America van de Italiaanse theatermaker Romeo Castellucci, kijken we door een doorschijnend scherm heen, soms zelfs door twee. Terwijl daarop jaartallen worden geprojecteerd met belangrijke gebeurtenissen in de fundering van de Amerikaanse democratie, zien we achter die schermen beelden die teruggrijpen naar wortels en rituelen van de democratie in zowel Amerika als Europa. Erg toegankelijk is de voorstelling door die schermen en de complexe symboliek niet altijd, maar de rijkdom aan ideeën maakt dat je altijd wel weer ergens een aanknopingspunt vindt.
Romeo Castellucci’s reflectie op de democratie is er één in een reeks die het Holland Festival presenteert. Onder meer Rufus Norris en Eric de Vroedt brengen ook voorstellingen waarin de democratie en de staat ervan wordt onderzocht. Uitgangspunt voor Castellucci en zijn zus Claudia Castellucci, die de teksten schreef, is Alexis de Tocqueville’s traktaat De la démocratie en Amèrique (1835-1840). De Tocqueville schreef over de verdiensten van de Amerikaanse democratie, maar dat hij zo profetisch is gebleken, heeft vooral te maken met de mogelijke gevaren die hij ontwaarde. Het doorgeschoten individualisme, de opkomst van het populisme. De democratie (zoals wellicht elk politiek systeem) draagt haar eigen ondergang in zich.
Castellucci is vooral geïnteresseerd in die schaduwzijde. Na een luchtige opening waarin vlaggendraagsters de titel van de voorstelling spellen en vervolgens, via een aantal komische anagrammen, refereren aan onder meer de auto-industrie en medicare, imponeert hij met de hem kenmerkende visuele vondsten waarin schoonheid nooit ver van verontrusting afligt. Zo laat hij een stel paardenbenen uit het plafond zakken die in galop over zichzelf struikelen en worden gevolgd door robotarmen die constant dezelfde bewegingen uitvoeren, terwijl een dreigende soundscape klinkt. Het is een hypnotisch mooie scène met een donkere ondertoon. Want wanneer zullen deze robotarmen beginnen te struikelen? Of zullen ze eeuwig verder rennen en ons daarbij achterlaten?
Tussen al het visuele geweld zijn er twee lange tekstuele scènes waarin de schermen worden weggeschoven. In de eerste daarvan zien we twee puriteinse aardappelboeren, het soort vergeten man en vrouw dat de Amerikaanse democratie in massa’s heeft voortgebracht. Het ideaal van de Amerikaanse democratie is dat ieder zelf verantwoordelijk is voor zijn of haar succes, maar de keerzijde is dat men ook alleen is in zijn of haar falen. De aardappelboeren zien aan het begin van de twintigste eeuw hun oogst keer op keer mislukken. Gods wil, zegt de man in berusting, maar zij vervloekt Hem stiekem in het bos, want ‘God is er meer als je hem verdoemt dan als je tot hem bidt.’ Het toneelbeeld is hier even sober als de religie die zij aanhangen. Een vierkant van licht, een riek en wat aardappelen op een verder leeg toneel. Het maakt dat alle focus naar de dialoog tussen de twee gaat. Een echte dialoog tussen twee mensen wil het nooit worden, omdat Claudia Castellucci met elk zin bezig is ideeën te formuleren; over de verhouding tussen man en vrouw, over het christelijke geloof.
Aan het einde is er nog een dialoogscène, ditmaal tussen twee Indianen die bediscussiëren of ze wel of geen Engels moeten leren om met de blanken te kunnen praten. Is de taal leren van hen die jou van je land verjagen een vorm van capitulatie of van overleving? Een aantal keer wordt een beeldhouwwerk het podium op- en afgesleept, een witte, stenen wand waar figuren zijn uitgehakt. De eerste keer zien we het terwijl we een slavenlied horen, opgenomen door steenhouwers in een gevangenis. De laatste keer wordt het beeld omgedraaid en blijkt het hol te zijn en in die holte schuilen de twee Indianen.
De Amerikaanse democratie is gebouwd op grond die doordrenkt is van het bloed van Indianen en opgetrokken door zwarte slaven. Maar voor beiden is in het finale kunstwerk, dat vrijheid en gelijkheid predikt, geen plaats. En dus zijn er nieuwe kunstwerken nodig waarin die plaats alsnog wordt opgeëist. Zoals hier het toneel wordt opgeëist door die andere groep wier rol in de geschiedenis de laatste jaren gemarginaliseerd dreigt te worden: de vrouwen, die hier alle rollen spelen.
Foto: Guido Mencari
Twee door Claudia Castellucci geschreven dialogen vormen de basis voor een verder grotendeels visuele voorstelling waarbij twee dingen opvallen. Het eerste is dat er ten opzichte van drie maanden geleden toen Democracy in America in Antwerpen te zien was én scènes zijn geschrapt én de volgorde van de overgebleven scènes is gewijzigd. We beginnen nu niet met de namen van rivieren en getallen, maar met vlaggen en letters. Dansers met een vlag met één letter erop vormen eerst de woorden DEMOCRACY IN AMERICA en gaan daarna via COCAINE ARMY MEDIOCARE naar kortere woorden met vooral namen van landen zoals IRAN.
Het tweede wat opvalt is dat niet alleen die beginscène maar dat alle scènes, zowel de gesproken als de gedanste achter het wazige scherm, veel te lang duren. Nogal wat toeschouwers, soms vanuit het midden van een rij, verlaten voortijdig de zaal. Ik zie toeschouwers die hun telefoon niet nodig hebben om te zien hoe laat het is, omdat ze een horloge dragen, daar regelmatig op kijken. Het feit dat ik genoeg gelegenheid had om dat allemaal te observeren, zegt wel genoeg denk ik.
Zie ook: http://rirotoneelrecensies.nl/
Terugkijkend op een periode vliegt de tijd in vogelvlucht aan ons voorbij. Inzoemend op een mensenleven gaat de tijd tergend langzaam voorwaarts. Voor mij was dat een groot spanningsveld tussen de dialogen en de beelden. Wie is de winnaar? Hij met het sterkste woord? Hoeveel talen zijn al opgegeten door het sterkste woord? Dat waren voor mij de essenties van dit stuk.