Julidans verwelkomt deze zomer weer een aantal stevige dansmakers die uitdagen tot interculturele reflectie en dialoog. Zo toont het werk van de Syrische Mithkal Alzgair en de Zuid-Afrikaanse Robyn Orlin hoe het individu en het lichaam te lijden kunnen hebben onder maatschappelijke of politieke druk, zo zeer dat het de eigen vrijheid beknot.

Hoe vrij is een jonge generatie Zuid-Afrikanen ruim twintig jaar na de afschaffing van de apartheid? Die vraag werpt de Zuid-Afrikaanse choreograaf Robyn Orlin op in haar voorstelling And so you see … our honourable blue sky and ever enduring sun … can only be consumed slice by slice …. Orlin was de laatste jaren al enkele malen op Julidans te zien met haar maatschappelijk geëngageerde werk. Ditmaal werkte ze samen met de jonge performer Albert Silindokuhle Ibokwe Khoza om te laten zien dat papieren vrijheid nog geen morele vrijheid betekent.

De Syrische choreograaf Mithkal Alzgair vraagt zich in Displacement af wat migratie betekent. Alzghair volgde na zijn klassieke dansopleiding in Damascus een choreografie-opleiding in het Franse Montpellier. Een terugkeer naar huis zat er daarna niet in; het zou betekenen dat hij in het leger moest om te vechten. Zijn onvrijwillige verbanning uit zijn vaderland nam hij als uitgangspunt voor zijn productie Displacement.

In Orlins Zuid-Afrika lopen jonge mensen die zich buiten de gebaande paden begeven, zoals homoseksuelen en transgenders, het risico slachtoffer te worden van ‘corrigerende’ verkrachtingen of moord. Door de oorlog in Alzgairs Syrië is het onmogelijk zich te onttrekken aan de door godsdienst en cultuurverschillen beladen politieke realiteit. Onderwerping lijkt de enige weg.

Overgave

Op Julidans zien we dit jaar hoe beide choreografen de impact van deze extreme situaties naar het toneel vertalen. Inzet en gekozen vorm verschillen, wat hen bindt is de zoektocht naar identiteit in een complexe en veranderde wereld waarin steeds meer mensen teruggrijpen op traditionele waarden.

Displacement van Mithkal Alzgair bestaat uit twee stukken: een door hemzelf gedanste solo en een trio. Daarvoor deconstrueerde hij het erfgoed van het ‘Syrische lichaam’: de vorming van zijn lichaam onder de autoriteit van religie, politiek en leger.

Aan het begin van het trio van Displacement zijn drie mannen te zien die enigszins afwachtend naar het publiek kijken. Of is het angst? Kort daarna steken ze hun armen in de lucht. Een gebaar van overgave? De onverwachte knal die vervolgens klinkt komt niet uit een geweer, maar van twee klappende handen. Er volgt er nog een en zo ontstaat een ritme dat de mannen, met hun handen nog steeds boven het hoofd, overnemen. De verwarring die de op het eerste gezicht dreigende situatie schept, laat zien hoe meerduidig een eenvoudige beweging uitgelegd kan worden. Wat we denken te zien, kan vaak net zo goed een heel andere betekenis hebben.

Het ritme dat eerst door de klappende handen op gang komt en later in allerlei variaties van voetenwerk wordt gevangen, vormt de grondtoon van Displacement. Het zijn elementen die Alzghair aan Syrische volksdans ontleende. Die volksdans is een verbindende factor tijdens de doorgaande reis over het toneel die volgt. Soms zijn de drie mannen samen, soms dansen ze synchroon, hier en daar houdt een van hen zich in tot ze alle drie weer opgaan in dezelfde bewegingen, telkens met nieuwe plaatsbepalingen. De blikken van de mannen zijn indringend, er wordt een directe relatie met de toeschouwers gelegd, ook door soms dichterbij komen en dan weer afstand te nemen. Maar in het stramien van de dans sluipen later ook nieuwe beelden, zoals wanneer de mannen met voorovergebogen torso hun handen op de rug houden.

Het concept van Displacement is helder en de vormgeving is sober. Niets leidt af van de mannen – een verademing om na alle beelden van vluchtelingen die we vooral via de media kennen en de daaruit volgende discussies eens elkaars aanwezigheid te ervaren zonder opgedrongen frames.

Harnas

Net als de titel is de opzet van And so you see … our honourable blue sky and ever enduring sun … can only be consumed slice by slice … overvloedig. Robin Orlin maakte met Albert Silindokuhle Ibokwe Khoza een performance waarin via dans en interactie met de toeschouwer verschillende perspectieven worden geboden. Aan de hand van de zeven hoofdzonden worden Afrikaans en westers erfgoed en de verhoudingen op het wereldtoneel onder invloed van het kapitalisme onder de loep genomen. Khoza speelt, danst, teemt en tart overtuigend, en neemt en passant de toeschouwer mee in zijn transformatieproces.

In And so you see … is het lichaam inzet van een duidelijk zichtbaar dubbelspel van onderwerping. Twee willekeurige toeschouwers worden uit het publiek gehaald om het lichaam van Khoza schoon te boenen. ‘Gooi je lichaam erin’ en ‘stop met aaien’, beveelt hij hen. Hij confronteert de toeschouwer met zijn eigen verleden door de rollen om te draaien. Hier staan witte toeschouwers, nazaten van westerse kolonisators, ten dienste van een zwarte man om zijn lijf te wassen – van onder zijn oksels tot tussen zijn tenen, geen plekje mag overgeslagen worden in dit reinigingsritueel. Dat is nog niet zo eenvoudig, want het kost Khoza veel moeite om zich ‘schoon’ te voelen in het doorgaande veranderingsproces dat hij ondergaat en waarin hij door telkens te transformeren ontsnapt aan ieder kader dat hem zou kunnen opsluiten.

Ook schminkt Khoza zich in de performance And so you see … als een ‘Nubian Queen’. Van oorsprong was dit de benaming voor een vrouwelijke heerser van een van de eerste beschavingen van Afrika, de laatste decennia wordt de naam gebruikt als trotse verwijzing naar een vrouw van Afrikaanse afkomst.

Door als man in een Nubian Queen te veranderen – een doodzonde in de traditionele cultuur – druist Khoza in tegen wat Robyn Orlin het ‘harnas van conservatieve verwachtingen’ noemt en waarin zij een beperkte visie van de Afrikaanse identiteit weerspiegeld ziet. Want zij signaleert ruim twintig jaar na de afschaffing van de apartheid in Zuid-Afrika opnieuw beperkingen waar het gaat om het opzoeken van de grenzen van ras en gender. And so you see … is daarom een gedurfd statement waarin twee generaties Zuid-Afrikaanse theatermakers samenkomen, en terwijl Orlin haar voorstelling een ‘requiem voor menselijkheid’ noemt, ziet Koza theater en kunst als de weg naar verandering.

Bevrijding

‘Het betreden van een maatschappij, groep of nationaliteit is het accepteren van waarden (die worden aangeleerd),’ schrijft de Franse filosoof Henri Lefebvre in zijn boek Rythmanalysis, Space, Time and Daily Life (1992), ‘[…] maar ook het zichzelf buigen (gebogen worden) naar de wegen van die maatschappij of groep.’ Hij spreekt hier over dresseren (dressage), dat heel ver kan gaan: ‘Zo ver als ademen, bewegingen, seks. […] Herhaling, misschien mechanisch in (het eenvoudige gedrag van) dieren, is geritualiseerd in mensen.’

Met die werking van rituelen in gedachten, welke waarde hebben de rituelen waarmee we zijn opgegroeid dan als het land of de maatschappij waarin we leven drastisch verandert? Zijn deze rituelen noodzakelijk of juist onhoudbaar om verder te gaan? In beide voorstellingen zien we hoe identiteit een vertrekpunt vormt voor verandering.

Lefebvre zegt ook dat de scheidslijn tussen vrijwillige overgave en afgedwongen onderwerping soms moeilijk zichtbaar is. Zo kan volksdans voor buitenstaanders een symbool van nationalisme zijn, terwijl het voor bewoners van een land een gevoel van verbondenheid kan geven. Wat gebeurt er dan als dat volk uit elkaar valt, zoals nu de Syrische bevolking zich over de wereld verspreidt? Waarvan is diezelfde volksdans dan een uiting? Dat analyseert Mithkal Alzgair zorgvuldig in Displacement.

Een aansluitende vraag: hoe bouw je een eigen identiteit als het verleden uit brokstukken bestaat of het heden een deel van je bestaan ontkent? In hoeverre kun of wil je dan authentiek overkomen? En hoe kijken we naar deze noties vanuit een ander, westers, postkoloniaal perspectief? De dreiging waarmee jonge Zuid-Afrikanen dagelijks te maken hebben, is misschien lastig in te voelen vanaf een veilige plek. Zo biedt Julidans met haar nieuwe programma niet alleen een blik op choreografen uit verschillende culturen en generaties, maar legt zij ook allerlei relevante vragen bloot.

‘Er is eigenlijk, letterlijk, fysiek, geen kunstvorm die zo dicht bij ons staat. […] Ook onze emoties uiten we fysiek. The body never lies’, zegt Julidans-programmeur Anita van Dolen over de danskunst in het Stadsschouwburgjournaal van Stadsschouwburg Amsterdam, voorjaar 2017. Over de authenticiteit van het lichaam kan lang worden gediscussieerd en er zijn in de twintigste eeuw verschillende visies gepasseerd, afhankelijk van het perspectief op danskunst of performance: persoonlijk, politiek, technisch, theatraal, als maker, als speler. Waar de makers van Displacement en And so you see … passen binnen de uitspraak van Van Dolen is dat zij allen op zoek zijn naar een eerlijk antwoord.

Foto: Dajana Lothert

Displacement van Mithkal Alzghair speelt 11 en 12 juli in de Melkweg in Amsterdam (Julidans NEXT). And so you see … van Robyn Orlin speelt 4 en 5 juli in Theater Bellevue in Amsterdam (Julidans hoofdprogramma).

Dossiers

Theatermaker zomer 2017