Op het podium staat, zacht zoemend, een koelkast. Ernaast, in roze neonletters: Wat als dit alles is? Even krijg je tijd te wennen aan dit eenvoudige, verwachtingloze beeld. Maar dan… Gerommel in de koelkast. Een mayonaisepot kruipt het podium over. Een pak vissticks. De schoen van Elias De Bruyne? (meer…)
De schrijver is niet zomaar een schrijver, hij is een mythomaan, hij is een Großschriftsteller, een woord dat alleen de Oostenrijkse auteur Thomas Bernhard kan bedenken. Zojuist heeft hij zijn tetralogie voltooid, zijn magnum opus over de schrijver Stieglitz. Het Vlaamse gezelschap tg STAN brengt in de Brakke Grond de Bernhard-trilogie, waarvan dit het eerste deel is. Alles is rustig heet de voorstelling, oorspronkelijk Über allen Gipfeln ist Ruh dat in 1982 in Schauspielhaus Bochum zijn wereldpremière beleefde in de regie van Claus Peymann.
Bernhard noemt het een ‘komedie’. Hoofdrolspeler is Moritz Meister die wordt geïnterviewd door juffrouw Werdenfels, een promovenda in spe. De voorstelling begint in het halfdonker van de vroege ochtend. Op het reusachtige achterdoek gloeit het berglandschap van de Voor-Alpen langzaam op. Samengedrongen op enkele vierkante meter parketvloer ontvangt mevrouw Meister de promovenda. Het is een typische Bernhard-scène: mevrouw Meister, steun en toeverlaat van haar man, neemt onophoudelijk het woord. Ze vernedert de juffrouw en zodra Werdenfels iets wil zeggen valt ze haar in de rede. Mevrouw roemt de stiptheid en de ordeningsdrang van haar man, maar het decor is eerder een kleine, rommelige uitdragerij van spullen. Het duurt enige tijd voordat de beroemde schrijver opkomt. Hij is imker. Een van zijn eerste zinnen is dat ‘Goethe niets van bijen heeft begrepen’. Goethe is het ijkpunt van Meister: alle wegen leiden naar Goethe.
Bij tg STAN is de satire van Bernhard eerder gedempt dan uitbundig, eerder met weemoed dan met de bijtende felheid die we doorgaans met Bernhard associëren. Vooral in de Duitse toneeltraditie, zoals destijds bij de wereldpremière in Bochum, overheerst de mateloze hekelende toon. De schrijver in zijn grootheidswaanzin maakt zichzelf belachelijk. Damiaan De Schrijver als Meister is, anders dan Traugott Buhre in Bochum destijds, een acteur die niet speelt op het lachwekkende maar op het weerloze van de schrijver. Dat maakt de voorstelling intrigerend. Bestaat dat meesterwerk wel? Verzint hij het niet? Het zelfbenoemde genie Meister spreekt in de citaten van zijn fictieve hoofdpersoon Stieglitz. Als hij aan het slot bij het haardvuur voorleest, is het zo duister om hem heen dat hij maar iets lijkt te verzinnen. Ook in zijn antwoorden aan de promovenda ontwijkt hij elke concrete toezegging. Sara De Roo als mevrouw Meister en Jolente De Keersmaeker als juffrouw Werdenfels wedijveren prachtig met elkaar om aandacht van de schrijver: de echtgenote is vol bezitsdrang, de promovenda zet subtiele charmes in. Uiteindelijk erkent mevrouw Meister dat haar droomhuwelijk slechts schijn is.
In de traditie van Bernhard-uitvoeringen is Alles is rustig een unicum. Wie ooit de uitvoeringen door Maatschapij Discordia van Bernhard zag, krijgt een mooi herinneringsbeeld dankzij het optreden van Matthias de Koning in de rol van postbode Smirnoff en de huishoudster, mevrouw Herta. De spelers laten zien dat zij acteurs zijn in een toneelspel. De presentatie van een hun rol krijgt een subtiele distantie. De gespeelde verlegenheid van de promovenda met blikken van verstandhouding naar het publiek is schitterend: De Keersmaeker geeft commentaar op de zelfvervuldheid van de schrijver. Sara De Roo verkruimelt in haar zekerheid naarmate de voorstelling vordert. En hoofdrolspeler De Schrijver is een zeldzaam Bernhard-personage in zijn prachtig vertolkte weerloosheid. Tg STAN speelt deze dagen meer van Bernhard, naast Alles is rustig ook waaronder Redde wie zich redden kan en Eind goed al goed. Daarna volgt de Bernhard-trilogie, zowel in De Brakke Grond, Amsterdam, als de Toneelschuur in Haarlem. De toonzetting van deze ‘over alle bergtoppen heerst rust’-voorstelling is intiem en melancholiek. Dat is misschien anders dan Bernhard het ooit schreef of bedoelde, maar dat hindert niet, integendeel, dat is juist de verrassende theatrale zeggingskracht ervan.
foto: Koen Broos