Ze vreest de dood, dagelijks. Dat zei de Nederlands-Servische choreografe Dunja Jocić (44) tijdens een nagesprek bij de première van Het Gras Hier Is Groener in Internationaal Theater Amsterdam, haar multidisciplinaire dansvoorstelling die nu op toer is. (meer…)
Op een desolaat erf plukt de hele familie gras om het blauw te verven. Waarom ze dat doen? Dat weten ze zelf eigenlijk ook niet. Omdat het altijd zo gaat, al generaties lang. In het zeer aanstekelijke openingsnummer zingen ze: dit is ons land, opa’s opa was hier al en van opa zelf leren we dat vroeger alles beter was. Of juist niet. Leren lezen of schrijven heeft opa in elk geval niet, en hij waait vrolijk met alle winden mee.
Zijn kleinkinderen Woody en Sue dromen van vertrekken naar de grote stad en het omtoveren van de vervallen boerderij in een moderne Woody’s – Make Woody’s great again. De moeder – door haar man Bill achtergelaten nadat hij 753 dagen geleden drop ging halen – probeert daarentegen vooral wanhopig vast te houden aan het verleden. ‘Het leven zonder jou, is als blauw gras zonder blauw’, zingt ze compleet met snik in de stem in een onvervalste tranentrekker. Maar dan duikt een vreemdeling op, die zijn tentje neerzet op hun land. Wie is hij? Wat komt hij hier doen? En wat zijn de vreemde geluiden die hij maakt? Weg met die man!
Het is het uitgangspunt voor Blauw Gras. Maar wie indringend muziektheater over vreemdelingenhaat verwacht, komt bedrogen uit. De vreemdeling met vreemde klanken en vreemde geuren wordt weliswaar niet meteen omarmd, maar opa en de kleinkinderen maken al heel snel muziek met hem. Zelfs de pogingen van de moeder om hem weg te jagen zijn halfslachtig. Zij roept wel op een hek om het huis van de vreemdeling te plaatsen, maar verliest zich even gemakkelijk in een gezamenlijke dans. Het echte conflict wordt vermeden. Nieuwsgierigheid wint het van angst voor het onbekende.
Een mooie, al te mooie boodschap. Alle personages zijn daarbij te schetsmatig. De bange moeder met een klein hartje. De verleidelijke vreemdeling. De dochter die meteen voor hem valt. De zoon die zelfs als hij spierballen wil tonen een angstige kip is. De opa die het allemaal niet meer weet.
In hoog tempo werkt de voorstelling toe naar het einde, waar allen zingen ‘Ik blijf hier, ik hoef nergens heen’. Het is zelfs voor zevenjarigen allemaal te gemakkelijk en voor volwassenen pijnlijk simplistisch. Want de ‘oorspronkelijke bewoners’ worden neergezet als trailertrash, de nieuwkomer als plagerig exotisch. Door te kiezen voor bluegrass ligt het ook muzikaal allemaal ver weg.
Het is te veilig. Dit gaat niet over ons. Niet over Amsterdam Oost, waar de première plaatsvond voor een nagenoeg blank publiek. Vreemdelingenhaat is belachelijk, dom en niet van deze tijd, de boodschap is duidelijk. Tegelijkertijd gaat de voorstelling veel te gemakkelijk voorbij aan de realiteit die zevenjarigen in heel Nederland dagelijks meemaken. Ondanks alle goede bedoelingen biedt Blauw Gras zo een al te veilige theaterbubbel voor gelijkgestemden.
Dit is vooral jammer omdat de tekst van Amarins Romkema vol komische spitsvondigheden zit, zij het met wat al te flauwe woordgrappen, de regie van Albert Klein Kranenburg vele slimme details bevat en het decor van Kees Works optimaal gebruik maakt van beperkte middelen. Voeg daarbij de grote hoeveelheid sterke bluegrassnummers en het resultaat is vijftig minuten amusant muziektheater. Maar ondanks het zichtbare plezier van de spelers, geen seconde meer dan dat.
Natuurlijk hoeft niet elke jeugdtheatervoorstelling uitdagend, schurend of provocerend te zijn, integendeel. Maar zo gemakkelijk ‘alles komt goed’ bevestigend, zo lief en luchtig hoeft nou ook weer niet. Aan het onderwerp en de doelgroep ligt het niet; Het Laagland maakte met Bezoek voor Beer recent voor een nog jonger publiek vele malen spannender muziektheater met hetzelfde thema. Wie Walvis won in 2013 met Moustachio, waarin Mexicaanse muziek een grote rol speelde, terecht een Gouden Ei bij de Parade, maar Blauw Gras speelt vooral op veilig.
Foto: Ben van Duin
Met de kritiek op het ‘eind goed al goed’ kan mij enigszins vinden met de recensent: als we (kinder)theater naar de politiek willen trekken is dat helaas misschien te mooi voorgesteld. Maar het stellen dat de voorstelling een een te veilige is en dat deze enkel voor gelijkgestemden zou zijn, vind ik tamelijk makkelijke kritiek en om de woorden van de recensent te gebruiken, erg simplistisch. Natuurlijk gaat er niet een heel ‘divers’ publiek op deze voorstelling afkomen, maar dat maakt de voorstelling nog niet te ‘veilig’. Ik zou het omgekeerde willen beweren, namelijk dat de voorstelling juist een universeler thema behandelt: dat van uitsluiting en acceptatie. Geenszins te veilig voor kinderen, maar juist extreem relevant.
Het gaat de recensent erom op welke manier en met welke spanning (in plot en scenes) de thema’s wordt aangesneden. De manier waarop Wie Walvis dat doet is misschien een beetje braaf, maar als toeschouwer zijnde wordt je op een subtiele wijze met belangrijke thema’s in contact gebracht. Subtiel door middel van muziek en een simpel verhaaltje. Als recensent moet je een voorstelling naar mijn opinie beoordelen vanuit z’n eigen spectrum. Ik vind dat Drost deze voorstelling eigenlijk op een verkeerde manier heeft beoordeeld. Hij zit te veel op de boodschap die niet goed is uitgewerkt. Het is onredelijk en eigenlijk asociaal om een artistiek sterke voorstelling zo goed als volledig af te keuren, met 2 sterren, vanwege een manier van communiceren die Drost niet sprekend genoeg vind. En inderdaad de boodschap is misschien iets te rooskleurig, hij komt toch over, en dan doen ze op hun eigen manier.
De personage waren inderdaad schetsmatig. Ik was in het begin ook best sceptisch over de personage opbouw. Maar uiteindelijk werkte die schetsmatigheid van de personage juist sterk. De speelstijl paste bij het geheel van de voorstelling. Daarbij had het spel een sterk komisch karakter en kwamen de personage binnen hun schetsmatigheid echt tot leven.
Geweldig leuke, frisse & aanstekelijke voorstelling waarbij het publiek bij het eindapplaus op meer dan 3 sterren zat. Niet voor hopeloze bromberen. 👏
Recensent Henri Drost toont met met zijn recensie van Blauw Gras aan waar hij staat als recensent. Laten we in Godsnaam de kinderen van nu een “eind goed al goed” tonen en hen inspireren om in de toekomst goed te maken wat een generatie aan 47’ers in de afgelopen jaren zo zuur heeft gemaakt.
Prachtige voorstelling over de tijd van nu en hoe het ook zou kunnen. Waar muziek en theater in balans komen en jong volwassenen zelfs een mooiere kijk op de wereld krijgen.
Als publiek, niet geplaagd door kennis van toneelmoraal, heb ik genoten van de voorstelling en de kinderen die luid aan het meeleven waren. Ook onder volwassenen werd volop genoten en gelachen. Heerlijk, geen criticus te zijn!
Ik ga nagenoeg nooit, als blanke middenklasse man naar het theater, maar deze voorstelling heeft mij weer laten zien waarom het belangrijk is. Toegankelijk, met slimme vondsten en een boodschap die universeel is en een doelgroep zal aanspreken buiten de kaders van het theater (blank, westers opgevoed en met gegoede ouders). Pracht voorstelling en de recensie zegt meer over de recensent dan over de voorstelling zelf. @Wie Walvis, blijf vooral maken en geloven in de boodschap die jullie proberen uit te dragen.