Collectief Walden neemt je op Oerol mee in hun associatieve ‘samenstelling’ van tekst, beeld en muziek rond het thema warmte. Dat levert boeiende bespiegelingen op, maar de vele puzzelstukken communiceren te weinig met elkaar om ons in vuur en vlam te zetten. (meer…)
De vloer ligt bezaaid met lege blikjes, stukken spons, glitters, lettervermicelli, opblaasdieren, kapotgescheurd papier en andere decorstukken en rekwisieten. Een touwladder bungelt losjes aan het grid. Daartussen doolt de eerste mens, grotesk en naakt, te midden van alle chaos. Een vogel bouwt ondertussen een nest.
Maar het relaas van Manja Topper en Wessel Schrik begint 13,7 miljard jaar eerder: bij de oerknal. Vanaf daar nemen ze ons mee naar het ontstaan van de Aarde en het eerste leven, dat zich uiteindelijk evolueert tot – onder andere – de mens, in al zijn soorten en maten: van slungels tot zeiksnorren. Ze baseerden deze jeugdvoorstelling op het gelijknamige boek van Jan Paul Schutten, dat op toegankelijke, originele wijze zo’n beetje de hele evolutie in grote lijnen toegankelijk maakt voor een jong publiek.
Topper en Schrik geven bij vlagen de biologieles zoals je die als kind het liefst zou willen. Met rare experimentjes met rokerige reageerbuizen wordt het eerste leven (aminozuren) nagebootst, met lettervermicelli op een overheadprojector wordt de werking van RNA inzichtelijk gemaakt, een spons gaat door de blender om vervolgens – wonderwel – weer in zijn geheel uit een pan water tevoorschijn te komen.
Enerzijds spelen Schrik en Topper de wetenschappers in witte laboratoriumjassen, die de materie inzichtelijk maken. Daarnaast verbeelden ze de cellen, de materie en de dieren die voorbijkomen: bijvoorbeeld een geinige dialoog tussen een uitstervend reuzenhert en een bacterie van een duizendste van een millimeter groot, of een meer poëtische bewegingssequentie tussen twee cellen. Ten slotte spelen ze een variant van zichzelf. Daarin suggereren ze zo nu en dan een klein dramatisch lijntje, een miniatuurconflictje, maar dat wordt nauwelijks uitgewerkt en raakt ondergesneeuwd in alle biologische feitelijkheden daaromheen.
Dat is jammer, want als die aanzetjes wat meer worden doorgevoerd, krijgt het een meerwaarde dat het boek als theatervoorstelling wordt gebracht. Feitelijke informatie is de stuwende kracht van deze voorstelling, de ontwikkeling zit in de ‘lesstof’, maar op de vloer heerst ondertussen een ondramatische stilstand. Door dat gebrek aan enig drama, houdt het geheel nu het midden tussen een – weliswaar uitbundige – biologieles en een haastige samenvatting van Schuttens boek. Daarin wordt het op den duur toch eentonig. Bovendien is alles ook wel heel braaf, correct en verantwoord. Vooruit, Topper maakt een kleine opmerking over seks, waar Schrik dan ook met walging op reageert.
Foto: Sanne Peper