We kunnen het niet weten, maar misschien had de librettist van Mozarts opera Don Giovanni uit 1787, Lorenzo da Ponte, zijn vingers afgelikt bij de versie die De Nationale Opera er nu van speelt. Da Ponte had geen hoge pet op van de mensen die zijn opera’s bevolken. In deze Don Giovanni bedriegen ze allemaal elkaar en zichzelf. Het zijn net mensen en dat is behoorlijk spannend. (meer…)
Na het jubelende slotkoor wordt het lijk van Don Giovanni nog eenmaal triomfantelijk voor het publiek geparadeerd. ‘Zo is het einde van wie kwaad doet!’ Meteen daarna wordt hij rücksichtslos in de kofferbak van zijn eigen aftandse auto gesmeten. Opgeruimd staat netjes en dat ruimen moeten we hier letterlijk nemen. Het is een even verrassend als geraffineerd slot van een operavoorstelling die met veel oog voor detail vanaf de eerste minuten met filmische snelheid naar dit einde toewerkt.
Geen geringe prestatie, want de meeste ensceneringen van Mozarts Don Giovanni zijn nogal traag, benadrukken vooral de loden ernst en opteren voor een somber en duister toneelbeeld. Vrijwel altijd wordt daarbij gekozen voor een amalgaam van de Praagse (1787) en Weense versie (1788) van de opera, met de latere ingevoegde aria’s en duetten en meer afstandelijke reflectie. De levensovertuiging van het hoofdpersonage indachtig, kiezen dirigent Julia Jones en regisseur Jo Davies voor louter de Praagse versie: ‘Niet denken maar doen!’
Ook het decor van Francis O’Connor draagt daar zeer behendig aan bij. Een kerk verandert in een oogopslag in een mortuarium, dat een scène later weer de kantine van een ziekenhuis is. Het publiek krijgt vrijwel nergens een kans om na een weer fraai gezongen aria te applaudisseren, want tijdens de laatste maten van de ene scène zetten figuranten en koorleden het decor voor de volgende al klaar. De voorstelling krijgt hierdoor een enorme vaart mee.
Hoe knap de razendsnelle decorwisselingen ook zijn, de ware kracht van deze enscenering schuilt in de details. Tekenend is de openingsscène, waarin Don Giovanni verkleed als Zorro probeert Anna te ‘veroveren’. We zien een suggestief bewegende auto, waaruit al snel Anna ontsnapt, met daarnaast het huis van haar vader, Il Commendatore. Het is echter geen gewone avond, maar Halloween, waarbij iedereen verkleed is en een pompoen het publiek sardonisch toegrijnst. Wanneer Il Commendatore in het gevecht dat volgt neergeschoten wordt, duikt meteen ambulancepersoneel op dat het lijk meeneemt.
In de uren die volgen, wisselt de ene verkleedpartij de andere af, compleet met een gemaskerd bal in jaren zeventig stijl dat Don Giovanni in allerijl heeft georganiseerd om het allerminst onschuldige boerenmeisje Zerlina (prachtrol van Silvia Moi) te verleiden. Vooral zijn bediende Leporello krijgt keer op keer een pak slaag. Tijdens dat bal wordt er heerlijk camp gedanst met een duidelijke knipoog naar Tarantino’s Pulp Fiction, waar die film dat al even duidelijk deed met Saturday Night Fever.
Voorafgaand aan de slotscène heeft Don Giovanni zich verstopt in het mortuarium en maakt grappen over het lijk van Il Commendatore dat daar sinds de openingsscène ligt. Waar het dramaturgisch doorgaans een probleem is hoe het mogelijk is dat er zo snel een standbeeld van Il Commendatore is opgericht mét als opschrift ‘Tegen de booswicht die mij om het leven bracht, wacht ik hier de wraak af’, kan Leporello het hier gewoon van het label aan zijn teen lezen. Wanneer het ‘lijk’ met licht- en elektronische geluidseffecten Giovanni vraagt respect te hebben voor de doden, nodigt Giovanni hem spottend uit bij hem te komen eten.
Angst heeft hij niet: ‘van lafheid zal men mij nooit kunnen betichten’. Als Il Commendatore vervolgens daadwerkelijk als ‘the walking dead’ in de ziekenhuiskantine verschijnt, toont Giovanni evenmin berouw. Waarom zou hij ook? ‘Wie aan één enkele vrouw trouw is, doet alle andere tekort’. Doodsangst kent hij evenmin, maar dan duikt uit alle ramen en deuren gemaskerd ziekenhuispersoneel op, dat de hevig tegenstribbelende Giovanni op een brancard sleurt en hem een dodelijk infuus toedient.
Een prachtvondst. Waar het daaropvolgende jubelende slotkoor, waarin iedereen zijn plannen voor de toekomst ontvouwt, meestal overbodig aanvoelt, ontmaskeren de uitvoerders van Don Giovanni’s doodvonnis zich nu als de hele cast – op Leporello na. Wie daadwerkelijk de dodelijke injectie heeft toegediend, is niet vast te stellen. Hier wreekt daadwerkelijk de hele gemeenschap zich anoniem, want gemaskerd, op Don Giovanni.
Voorafgaand aan de première benadrukte de Reisopera dat zowel de muzikale als de artistieke leiding van de macho-opera bij uitstek ditmaal in handen van vrouwen is. Daarvan is weinig terug te zien of te horen. En dat is natuurlijk juist de boodschap: er is geen verschil: Zerlina is net zo hedonistisch als Don Giovannni, we kijken allemaal maar al te gemakkelijk weg.
Teleurstellend is dat gedurende de hele opera het voortreffelijk spelende Orkest van het Oosten de solisten te vaak overstemt, waardoor Aleš Jenis in de titelrol minder verleidelijk is dan hij getuige het intieme ‘Deh vieni alla fenestra’ wel kan zijn. En hoe indrukwekkend de dissonante akkoorden ook klinken in de finale, ze overvleugelen Lukas Jakobski als Commendatore. De finales van beide bedrijven verworden tot een geluidsbrij waarin de uitmuntend acterende cast verdrinkt. Dat de fortepiano al links op het zijtoneel is geplaatst, kan dit niet voorkomen.
Maar wacht eens even… Hebben we niet eigenlijk naar een gedramatiseerde uitbeelding van een uit de hand gelopen Halloween-feestje gekeken? Een spel met verwachtingen van de kijker dat net als in Tarantino’s From dusk to dawn een volkomen andere wending krijgt? Grijnsde die pompoen in het begin niet al spottend naar het einde van de opera? Zagen we daar al niet een Frankenstein-achtig personage? Geen wonder dat Don Giovanni triomfantelijk na het slotapplaus uit de kofferbak springt: deze voorstelling gaat verder dan het slotakkoord.
Foto: Marco Borggreve
Helemaal eens met deze recensie! Wát een mooie en in alle opzichten verrassende voorstelling. Het daverend applaus voor de cast was terecht, en ik wil hier graag pleiten voor een speciaal applaus voor Nicolas Mansfield, de man die er opnieuw in is geslaagd aan iedereen te laten zien dat je je kunt verzetten tegen populisme en alles wat daaruit voortvloeit (subsidiekorting, dedain ten opzichte van cultuur). Maar dat terzijde.
Wij zijn blij dat we in onze stad nog steeds kunnen genieten van de hoogstaande voorstellingen van de Nederlandse Reisopera!
Voorstelling gezien De romantiek van Mozart stond loodrecht tegenover het buhne beeld Ja ! een slecht mens die DonGiovannie? In ieder geval een goede weergave dat wij vrouwen ons dit niet meer laten wel gevallen.Hilarisch Jong verfrissend waar we even aan moeten wennen .
“Teleurstellend is dat gedurende de hele opera het voortreffelijk spelende Orkest van het Oosten de solisten te vaak overstemd, waardoor Aleš Jenis in de titelrol minder verleidelijk is dan hij getuige het intieme ‘Deh vieni alla fenestra’ wel kan zijn. En hoe indrukwekkend de dissonante akkoorden ook klinken in de finale, ze overvleugelen Lukas Jakobski als Commendatore. De finales van beide bedrijven verworden tot een geluidsbrij waarin de uitmuntend acterende cast verdrinkt. Dat de fortepiano al links op het zijtoneel is geplaatst, kan dit niet voorkomen”.
Sorrie, maar ik lees in deze recensie, in de kleine alinea die zowaar aan de solisten/orkest gewijd wordt, voornamelijk dat je helaas de solisten niet kon horen. De namen van de solisten Donna Anna, Donna Elvira, Masetto, Don Ottavio en Leporello worden niet eens genoemd. Wat weinig respektvol. Gatverdamme.
Geen namen van solisten, maar wel: “Tijdens dat bal wordt er heerlijk camp gedanst met een duidelijke knipoog naar Tarantino’s Pulp Fiction, waar die film dat al even duidelijk deed met Saturday Night Fever.”
De recensent is niet van de straat! Helaas ook niet van de opera.
Nee, alleen de namen van Zerlina, Commendatore en Don Giovanni. De overige zangers worden niet genoemd. Wel natuurlijk de regisseur, de bühnenbouwer en Dirigent.
Of ik ben kippig. Waar in de recensie zie jij de namen van de zangers van Donna Anna, Donna Elvira, Don Ottavio, Masetto en Leporello staan?
Henri, ben je de namen van de solisten vergeten te vermelden? Shame on you! http://www.reisopera.nl voor alle informatie met betrekking tot deze Don Giovanni. De reactie van mevrouw Göetjes is ietwat aan de emotionele kant, maar petje af voor iemand die opkomt voor de ‘rechten’ van zangers, geheel los van hun afkomst ook nog! :-)
Beste mevrouw Göetjes,
Wat voor zin heeft het om hier een dergelijke reactie te plaatsen zolang u deze uitvoering niet gezien heeft?
Op deze wijze heeft het er alle schijn van dat het u slechts te doen is om op vooringenomen wijze de meervoudig bekroonde Nederlandse Reisopera te beschadigen.
Een operazangeres als u onwaardig!
Ligt hier jaloezie of een ander frustratie aan ten grondslag?
U maakt uzelf op deze wijze in iedergeval niet geloofwaardig.
Met vriendelijke groet,
@BlueZonesMusic
Grappig dat u zich zo opwindt over mijn reactie meneer Buddenbőhmer. Ik ben u nog nooit ergens tegengekomen en vraag mij eerlijk gezegd af wiens echte naam hierachter schuil gaat. Dit terzijde verder.
U heeft echter gelijk dat het niet goed is om een mening van een recensie na te praten. Vanavond ben ik dus naar de voorstelling geweest, want ik vind altijd dat ik de voorstelling gezien moet hebben om er iets over te mogen zeggen. Ik sprak voor mijn beurt. Ik zal u zeggen dat dit kwam omdat ik mij zo erger(de)aan het feit dat er in de nieuwe programmerin van de Reisopera maar 1 Nederlander in een bijrol zit.
Wat betreft de prijs van Nederlandse zangers kan ik als insider inderdaad vertellen dat Nederlanders juist goedkoper zijn (op een paar uitzonderingen aan de top na) èn dat de Reisopera hele normale gages betaalt, vergelijkbaar met de middelgrote en kleinere duitse operahuizen uit hun “league”. Dat is dus een flut excuus.
Het is altijd makkelijk om mijn “lans breken voor Nederlands talent” af te doen als persoonlijke jaloezie of frustratie. Ik ga hierover niet in de verdediging schieten. Ik heb gelukkig mijn grote CV bij gerenommeerde A+/A/B huizen in Duitsland bij elkaar gezongen en daar de waardering gekregen die ik verdien(de).
Nu over de voorstelling zelf.
Over de regie ga ik weinig zeggen. Ik vond het wel leuk, sluitend en het stoorde me niet.
Wat de stemmen betreft vond ik de vrouwen duidelijk sterker dan de mannen. De mannen vond ik allemaal een tandje te licht. Bij de dames was ik blij te horen dat ze niet zo nederlands “pielden” en met hun gewone en niet een “opgelichte” stem zongen. Als dit de overweging is van meneer Mansfield om de partijen zo te bezetten kan ik dat alleen maar toejuichen. Bij Donna Anna heb ik gelukkig ook geen valse noten gehoord.
Ik roer hiermee een heel ander probleem aan waar Nederlanders mee kampen. Ze worden in de regel opgeleid om met een te licht gevoerde stem te zingen. Dat doet het op de conservatoria en in het oratorium circuit goed, maar daar lopen ze in de opera op stuk. Vaak komen ze daar pas, na een paar jaar ploeteren om aan de bak te komen (na de opleiding), langzaam achter en gaan dan op zoek naar iemand die ze op het technisch goeie pad helpt. Hebben ze het geluk dat ze iemand vinden dan duurt het zeker een jaar of 2 á 3 voordat ze deze foute techniek hebben omgebogen. Vaak zijn ze al te oud om er nog als “Anfänger” tussen te komen en intussen zo gedesillusioneerd van alle afwijzingen dat ze er een ander vak naast gaan doen (logopedie bv.) alvorens ze als solist in de opera afhaken.
Wat mij kwaad maakt is dat een operagezelschap dat de mond vol heeft van “Nederlands talent een springplank bieden” en daar ook uit het desbetreffende subsidiepotje geld voor krijgt, in de hele programmering van 2017/2018 maar 1 Nederlander in een onbelangrijke bijrol cast en de rest van de grote en kleine rollen met allemaal buitenlanders bezet, terwijl daar ook (jong) Nederlands talent voor ingezet kan worden die ze daar daadwerkelijk mee zouden helpen.
Voor mij hoeven de Nederlandse gezelschappen helemaal niet persé Nederlanders in te zetten en ik heb het al helemaal niet over een volledig Nederlandse cast. (al wordt het natuurlijk wel gewaardeerd)
Ik begrijp heel goed dat er gezocht wordt naar een homogene cast en naar mensen die qua type en stem bij elkaar passen. Dat er meer haken en ogen aan zitten.
Mijn boosheid zit ‘m in de mond vol hebben van “Nederlands talent kansen bieden” en daar ook geld voor krijgen en het dan niet doen. (Leuke lunchconcertjes zijn niet wat deze zangers nodig hebben. Rollen op het CV, dát is wat ze verder helpt).
Wat mevrouw G vooral niet weet is wie er bij de Reisopera gevraagd is voor bepaalde rollen en wie niet beschikbaar was of niet wilde. Het vormen van een mening zonder in bezit te zijn van alle informatie zegt meer over de schrijver dan over de feiten. Mijn advies: wees trots op jouw Reisopera en het feit dat er mensen zijn die zich inzetten voor een mooi bedrijf die opera bereikbaar maakt voor heel Nederland.
Ik zat in Enschede eerste rij zaal -bij operabezoekers berucht vanwege beslist onvoldoende beenruimte- maar kon de klacht van de recensent over een zangers overstemmend orkest absoluut niet delen.
Ik begrijp al die lovende reacties niet goed.
Jaren geleden zag ik deze opera voor het eerst, Het was denk ik (geen groot opera kenner) een raditionele uitvoering en maakte op mij grote indruk. Daaron ging ik nu , 11 Maart, weer.
En werd teleurgesteld. De muziek en zang waren prachtig en er werd ook redelijk geacteerd maar wat een tuttige enscenering en lelijke vormgeving wb decor en kostuums. Dat is uiteraard een kwestie.van smaak maar ook al die zgn regie vondsen vond ik niets toevoegen en eerder storend in een stuk en verhaal dat universeel en tijdloos is;
liefde versus cynisme. Jammer dat de regie dacht dat het opgepimpt moest worden in een jaren zeventig sfeertje en daar bivenop het oorspronkelijk dramatische en heftige einde voor mij verknald werd doordat kerkhof, geesten, en de val van Don Giovanni, die een sterke metaforische betekenis hebben vervangen moesten worden door een ziekenzaal met medisch personeel en een dodelijk spuitje.
Waardoor de diepgang die dit stuk vanzichzelf heeft definitief gesmoord werd door gewild orgineel te willen doen.
Gisteravond met mijn dochter verwachtingsvol in Groningen de opera beluisterd en gekeken. We waren allebei zwaar teleurgesteld, net als bovenstaande Jeanine Mutsaerts. Het moordende muzikale en geregisseerde tempo, de relatief zwakke mannelijke rollen, de gehele plaatsing in een lullig en zeer onverzorgd 70-er jaren decor en kostumering,… ik heb de opera zelf een vijftal malen, met intens plezier, meegemaakt, was razend benieuwd na alle lovende recensies, en heb nog nooit zo’n misplaatste en mislukte uitvoering gezien. Van alle ondeugende gein en diepgaande muzikale vrolijkheid, diepgang en concentratie van Mozart bleef helaas niets meer over. Achter ons viel een man al snel in slaap. De zaal hield zich oeverloos verveeld kranig, maar giechelde slechts twee keer. De humor was weg, de prachtige aria’s verdwenen in een brei van nietszeggendheid. Inderdaad ‘gewild origineel’ werd het mooiste van Mozart hier compleet verwoest en om zeep geholpen. Andere regisseur was beter geweest. Met alle complimenten voor de uitvoerenden, die zich o.i. soms wel erg ongelukkig moeten hebben gevoeld. Sta je daar als Don Giovanni een aria te zingen in een namaak-telefooncel of doorgezaagde 70-er jaren caravan. De regisseuse heeft vanuit haar ‘feministisch’ perspectief zwaar tekort gedaan aan Mozart, in al zijn heerlijke geile, spannende, onzinnige maar dus ook diep gevoelde onbenulligheid van de verleider aller eeuwen. Jammer, jammer.
Wat grappig dat de meningen zo uitgesproken verschillend zijn. Ik heb genóten van het hilarische contrast in deze uitvoering. Geniale vondsten die wat mij betreft een daadwerklijke toevoeging aan de productie waren.