Geen tekstuele bijdrages, geen rolstoel en geen film of fotografie, zoals in eerdere stukken van choreograaf Jasper van Luijk. In Krave keert hij terug naar de pure, fysieke dans. Er is geen decor en om drie zijdes van de kale, witte dansvloer staan stoelen. (meer…)
Hoe ziet een revolte eruit? Mensen schreeuwen met opengesperde mond, de gebalde vuisten in de lucht, het lichaam voorover hellend. DOX en danstheater AYA gebruiken dat beeld om hun jongerenvoorstelling Guerilla te openen – maar dan geluidloos en in slow motion. De elf dansers schreeuwen als in een vertraagd afgedraaide stomme film. Ze pikken het niet meer. Het klein gehouden worden, in hokjes gestopt. Het kansloos zijn omdat je een kleurtje hebt of moslim bent. Guerilla maakt de jonge toeschouwers ervan bewust dat ze zelf een keuze hebben.
De Krakeling heeft in de aanloop naar de verkiezingen een speciaal programma dat ze De week van de opstand noemen, met als ondertitel ‘Waar komen jongeren hun bed nog voor uit?’. Doel lijkt vooral de doelgroep wakkerschudden, te laten nadenken over de wereld waarin ze leeft en haar eigen positie daarin.
In dit kader gaat Guerilla in première, een coproductie van Danstheater AYA en DOX. In de Krakeling vormen groepjes schoolkinderen zelf het voorprogramma; een manier om de rumoerige scholieren bij het project te betrekken. Op het podium in de foyer brengen ze hun eigen geschreven protestteksten en danspassen ten tonele.
In de theaterzaal, voorzien van helgroen kunstgras op speelvloer en achterwand, klinkt de Pastorale van Beethoven. Die gaat over in de stem van Geert Wilders die in het Duits een van zijn populistische redes houdt. Danser Sjaan Flikweert schreeuwt er overheen: ‘De brutalen hebben de wereld. De brutalen hebben het woord.’
Guerilla is vooral een ‘boze’ voorstelling, op sommige momenten zelfs een woedende. Veel kwaaie gezichten, stampende voeten, veel vuisten en knuisten in de dans. Het levert een soort ‘geaarde’ dans op, met beide benen stevig op de grond. Wies Bloemen en Victor Mentink (choreografie en regie) hebben een sterke, expressieve groep dansers tot hun beschikking: Abdelhadi Baaddi, Laila el Bazi, Jagoda Bobrowska, Sjaan Flikweert, Deion Holwijn, Liam McCall, Lotte Rischen, Dionne Bakker, Frankly Joe Maulany, Cherella Gessel en Svea van der Togt. Van hen krijgt een aantal ook nog overtuigend een tekst over het voetlicht.
De tekst ondersteunt de dans en de dans de tekst. De teksten zijn een verzet tegen de gevestigde orde, tegen disciminatie, tegen overheersing; maar ook tegen het gebrek aan daadkracht van jongeren die zelf niets doen om de wereld te verbeteren.
De choreografie combineert moderne dans met hiphop, breakdance en vogue. Bloemen werkt veel met uitgestrekte armen en in de rondte geslingerde benen, waarmee ze een brede, uitwaaierende manier van dansen creëert. In brede diagonalen trekken de dansers over de speelvloer. Het rumoerige publiek wordt er gaandeweg stil van.
Een aantal dansers heeft een headsetje op waarmee hun spraak wordt versterkt. Op een goed moment klimmen ze het publiek in en praten met de jongeren. Dat levert een prachtig geluid op, een kakofonie van stemmen en flarden van gesprekken.
Sommige dansen vertellen een verhaal. Zo laat Jagoda Bobrowska zich tussen de dansers door op de grond vallen en is verontwaardigd omdat niemand haar opvangt. Blijkbaar is voor haar niemand te vertrouwen, maar niemand ziet ook aankomen dat ze zal vallen. Prachtig is het duet tussen de boomlange dansers Deion Holwijn en Liam McCall. Ze haken in op alle punten in elkaars lichaam waarop ze kunnen inhaken, brengen elkaar ten val en houden elkaar staande. Liam McCall is de boeiendste danser in dit gezelschap. Zijn bewegingen lijken niet opgelegd of ingestudeerd, ze komen als vanzelf voort uit zijn lichaam.
Erg jammer is dat Bloemen en Mentink de voorstelling tegen het einde laten ontaarden in chaos. Veel geschreeuw, de dansers klimmen opnieuw het publiek in, deze keer joelend. De lijn van de voorstelling wordt losgelaten, de spanning valt weg en daarmee de aandacht en concentratie van het jonge publiek. Dat is een gemiste kans: de jongeren waren juist omgevormd van giechelig en rumoerig naar serieus en betrokken. Die serieusheid is in één klap weg. Dat einde ‘trekt’ ook, waardoor het publiek een paar keer denkt dat de voorstelling al afgelopen is. Wie dat rommelige slot door de vingers ziet, kan genieten van een fraaie en maatschappelijk relevante voorstelling.
Foto: Ben van Duin