Op de meeste dagen is sportpark De Schutskamp in Den Bosch een verstopte uithoek van de stad, waar alleen saunabezoekers, atletiekers en aspirerende jonge profvoetballers de weg kennen. Deze week zijn op de velden echter nauwelijks sporters te bekennen. Of het moet dat peloton conditiearme theaterbezoekers zijn met de lichtgevende koptelefoons om hun nek, dat komt kijken naar het Bosch Buitenspel van Paleis voor Volksvlijt. (meer…)
Voor Ellen Dikker bestaat de wereld vooral uit haar eigen leefomgeving. Waar ze in haar vorige programma Groene vingers haar moestuin centraal stelde, gaat het nu om haar voetballende zoontje. Haar inspiratie voor voorstellingen haalt ze uit dagelijkse ditjes en datjes, wat best tot hilarische sketches zou kunnen leiden. Helaas blijft het bij voorspelbare anekdotes.
Ellen Dikker is cabaretière, maar vooral moeder. Moeder van een zoontje dat bij Ajax voetbalt. Dat vergt nogal wat incasseringsvermogen. Niet voor haar zoontje, maar voor Dikker zelf. Bijvoorbeeld als een buitenlands toernooi onverhoopt niet doorgaat, of als een brief het verschil kan maken tussen blijven of wegmoeten.
Voor Dikker zijn het tekenen van wel of geen geluk en succes, signalen die haar bestaan van jongs af aan kenmerken. Ze haalt daarbij de angst van haar ouders aan, die de kleine Ellen altijd waarschuwden voor alles wat mogelijk gevaarlijk zou kunnen zijn. Het dunne psychologische lijntje bestaat uit diezelfde angst, die ze nu projecteert op haar zoontje. Een daarvan is de angst om te falen. Om dit probleem het hoofd te bieden, besluit ze een boek te lezen dat haar kan helpen in zeven stappen gelukkig en succesvol te worden. Daarbij paradeert ze tussen de verschillende stadionstoeltjes, die in verschillende hoogten op het podium staan opgesteld. Een leuke toevoeging aan de voorstelling.
In eerste instantie neemt Dikker het boek serieus. Gaandeweg volgt het inzicht dat geluk en succes toch echt wezenlijk andere begrippen zijn. Dat voelt als een wat halfslachtige poging om het wat oppervlakkige materiaal naar een abstract niveau te krijgen. Gelukkig toont ze veel zelfspot door haar (gebrek aan) naamsbekendheid te benoemen en weet ze best onderhoudend te vertellen over haar rol als moeder. Dat maakt Dikker zeker een sympathieke cabaretière, maar het blijft ergens ook gevaarloos. Bovendien zijn grappen over haar eigen jeugd en moederschap al vaker voorbij gekomen in haar eerdere programma’s. Die blijvende zweem van nostalgie maakt het lastig om een nieuw, groter publiek te bereiken. Nu blijft de vraag voor wie de verhalen van Ellen Dikker interessant zijn. Met grappen over potjes Monopoly, bedrijfsslogans en wat publieksparticipatie brengt ze te weinig. De ironie is dat ze nog wel ergens de term out of the box laat vallen. Het zou voor haar zesde programma geen overbodige luxe zijn.
Foto: Eric van Nieuwland
‘Voor Ellen Dikker bestaat haar wereld vooral uit haar eigen omgeving.’
Kent de recensent haar dan ook buiten het podium? Foei, een voorstelling is geen pars pro toto!
‘… maar het blijft ergens ook gevaarloos.’
Is het een Wet van Meden en Perzen dat theater gevaarlijk moet zijn?
Of is dat een wens van de recensent wiens ego ( wat wij mensen nu eenmaal hebben ) verlangt dat Ellen Dikker een voorstelling naar zijn wensen maakt?
‘ De ironie is dat ze nog wel ergens de term out of the box laat vallen. Het zou voor haar zesde programma geen overbodige luxe zijn.’
Opnieuw is het hier de recensent die andermans toekomstige creatie wil kneden naar zijn voorkeur. Dat is iets wat een recensent naar mijn idee niet behoort te doen.
En dan nog: al haalt een artiest zijn materiaal uit zijn of haar eigen omgeving of uit zaken die verder weg liggen, het blijft de geest van de kunstenaar die ermee aan de slag gaat, waardoor het materiaal als vanzelf dicht bij huis komt.
Ik heb Ellen Dikker op de Uitmarkt in de Rotterdamse Schouwburg het publiek plat zien spelen. Ik presenteerde die dag en zag dat zij er in het cabaretaanbod tussenuit sprong.
Het is te betreuren dat recensies een steeds hardere toon krijgen en dat het in dit geval aan een zekere intellectuele onderbouwing ontbreekt.
Hier komen de recensent, Ellen Dikker en het cabaret geen stap verder mee, en dat in deze lastige tijden.
Ellen, ga gewoon door met datgene te maken wat jij van binnenuit moet maken!
Arie Vuyk
Ik ben, net als Arie Vuyk, geschrokken van de harde toon van de recensie over de voorstelling van Ellen. Voor mij was het een leuk avond, waar ik genoten heb van een voorstelling die goed in elkaar zit, met een mooie rode draad, en een prachtig thema: waarom toch altijd weer die rat-race. En als het allemaal niet out-of-the-box genoeg is voor de recensent of niet zijn persoonlijke smaak, dan is dat jammer. Ellen is wat mij betreft een vakvrouw die een leuke en boeiende voorstelling weet neer te zetten. Ze stelt zich, juist doordat zij uit haar persoonlijke leven put en ongelooflijk dicht bij haarzelf blijft, heel kwetsbaar op. En daar mag een recensent best wat meer bewondering of tenminste respect voor opbrengen.
Ellen, ik kom zeker naar je volgende voorstelling!
Voorstelling Buitenspel van Ellen gezien in de Hofnar te Valkenswaard. Ik vind dat ze talent heeft en vraag me af of de recensent van de theaterkrant nog wel met een open blik heeft willen kijken naar haar voorstelling. Vraag alsjeblieft voortaan naar meningen van het publiek in plaats van iemand compleet doodschrijven .