Cabaretiers Tim Fransen, Richard Groenendijk en Alex Roeka hebben vandaag een Poelifinario gewonnen. Ze maakten volgens de VSCD Cabaretjury de meest indrukwekkende cabaretprogramma’s van afgelopen seizoen. Vanavond werden ze onderscheiden op het Cabaretgala in Diligentia te Den Haag. Kirsten van Teijn werd er uitgeroepen tot Neerlands Hoop 2022. (meer…)
Pieter Verelst en Alex Ploeg hebben gisteravond respectievelijk de jury- en de publieksprijs gewonnen, op de 51e editie van het Cameretten Festival.
Nee, het gebabbel en gegrap over de eigen navel is echt geen vrouwenplaag in het hedendaagse cabaret. De finale van Cameretten was een geheel mannelijke aangelegenheid en het ging – op een enkele oprisping van publieksprijswinnaar Alex Ploeg na – over ‘ik en mij’ en hoe ‘ik mij’ verhoud tot…, ja tot wát eigenlijk?
Drie uitstekende ‘performers’, absoluut. Ga er maar aan staan een enorme bak als het Luxortheater te bespelen als je tot nu toe kleine zalen hebt gehad of comedyclubs. Alle drie fijn om naar te kijken, goede presentatie en twee finaledeelnemers met een bovengemiddeld muzikale inbreng. Met Ploegs ‘Koning van de aanleunwoning’ als hit van de avond.
Maar het is cabaret. Dat is kijken én luisteren. Na hun drie finale-optredens ben je door de overkill aan ‘relaties mislukken, relaties zoeken, Tinder, Snapchat en de nogal eenzijdige mannelijke kijk op seks (pijpen en aftrekken)’, wel klaar met ze. Terwijl de vormen waarin Alex Ploeg, Victor Luis van Es en Pieter Verelst hun programma’s hadden gegoten, toch echt wel divers waren. De laatste, een Vlaming, won de juryprijs. Een ‘absurdist’, zoals er meer van onze zuiderburen zijn. De eerste tien minuten echt grappig en daarna was de lol eraf en zakte driekwart van de zaal apathisch in de stoelen, zat mijn buurvouw amechtig te gapen en werd in de rij achter me gemopperd over ‘kunstjes’ en ‘voorspelbaarheid’.
De vijfkoppige jury zag meer. Vooruit, daar zit een jury natuurlijk ook voor. Die hoeft ook niet nog eens op te merken dat de energie de zaal uitsijpelde tijdens de parade aan gekke stemmen, driftaanvallen, shockovergangetjes, rare muziek en liedjes, idiote beschrijvingen van een walvis die door kamers zwemt en op zijn broer Maurice lijkt. Als Verelst hierin ook kwetsbaar wilde zijn en mededogen wilde oproepen – iets dat deze vorm van theater zo fraai kan maken, zoals Wim Helsen voortdurend laat zien en horen – dan ging dat verloren.
De jury meldde dat bijna alle deelnemers aan deze aflevering van Cameretten ‘dicht bij zichzelf bleven’. En: ‘zij maakten ons deelgenoot van hun vele vragen, twijfels, de vlucht, de zoektocht naar antwoorden, naar verbinding. Wie ben ik? Hoe verhoud ik mij tot mijzelf, tot de ander? Doe ik het wel goed? En wat heb ik tot nu toe gepresteerd?’ Een omschrijving die op de meeste serieuze cabaret- en kleinkunstfestivals in de plaats is gekomen van: ‘er was weer niemand die de blik op de wereld had gericht’. Dat werd ook erg vervelend. En het was vechten tegen de bierkaai. Cabaret is allang niet meer de theatervorm met Freek de Jonge, Youp van ‘t Hek, Theo Maassen en André Manuel als de enige ware standaard. Maar na de zoveelste finale met alleen ‘ik en mij’ mag je toch weleens weer vragen: joh, wat kan ons het eigenlijk schelen? Je leeft in een tijdperk waarin je struikelt over de munitie voor een programma waarin je kunt laten horen hoe je je verhoudt tot je op hol geslagen omgeving.
In die zin was de publieksprijs voor Alex Ploeg best wel een hoopgevend signaaltje: hij deed in elk geval nog wat pógingen.
Foto Pieter Verelst: Dirk Jan Gjeltema