Uit een ‘open call’ van Het Nationale Theater en Theater Bellevue zijn Max Wind en Joeri Heegstra samen verkozen als auteurs van een nieuwe lunchtheaterproductie. Hun theatertekst Exit Poll gaat in maart 2024 in première in Theater Bellevue in Amsterdam, in regie van Belle van Heerikhuizen. (meer…)
Zouden ze er in Maastricht al een beetje uit zijn? Vorig voorjaar organiseerde de Toneelacademie aldaar een debat onder de noemer ‘Performance: hype of theater van de toekomst?’, dit ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de Performance Opleiding. Blijkbaar heerste er nog steeds de nodige twijfel over het bestaansrecht van de studierichting.
De net afgestudeerde performer Joeri Heegstra en zijn studiegenoot Max Wind, al sinds hun Asser puberjaren gedreven theatermakers, delen die twijfels, zo blijkt uit een vilein zinnetje in The normal cat = success. ‘Je leert er vijf jaar lang hoe je onscherpe projecties op naakte lichamen krijgt’, of woorden van vergelijkbare strekking. Hoor ik hier iemand gemeen natrappen? In ieder geval wordt er een gangbaar vooroordeel over performancekunst mee geventileerd: doorgeschoten, hyperpersoonlijke expressie die alleen voor een ingewijd, arty-farty publiek te doorgronden is.
The normal cat = success ontkomt ook niet helemaal aan deze stereotypering, hoewel de voorstelling er tegelijkertijd de draak mee lijkt te willen steken. Een coherent verteld verhaal hoeven we sowieso niet te verwachten, blijkt al rap.
De makers wensen vooral zoveel mogelijk theaterconventies te willen tarten. Zo spelen de eerste scènes zich af in het donker. Dat vindt nog een zekere legitimiteit in hetgeen er gezegd wordt over een zon die niet meer opkomt, maar daarna schiet het werkelijk alle kanten op. De vierde wand stort in, er wordt gediscussieerd over titels van toneelstukken, een personage heeft alleen geprojecteerde tekst, iemand spreekt plots Tsjechisch.
Met een beetje goede wil zou je kunnen zeggen dat er hier van de toeschouwer wordt gevraagd eens stevig na te denken over ‘de woorden en de dingen’ of over hoe theaterbelichting onze manier van kijken manipuleert, maar dat lijkt me iets teveel eer. Eerder zie ik een stel jonge honden (de voorstelling is gemaakt met elf jongeren van twee Groninger theateropleidingen) die ontzettend veel lol gehad hebben in het maken van een tegendraadse voorstelling, een performance zo u wilt. Dat levert net zo veel goed gemaakte onzin als hilarische scènes op.
Maar vooral ook een zeer aangenaam uurtje theater waar het spelplezier van af spat. Met hier en daar de suggestie van diepgang, maar daar zou ik niet al te zwaar aan tillen.
Zoals de makers van tevoren al schreven: deze voorstelling had net zo goed een andere kunnen zijn.