‘Dit is je mama, dit is je papa, en dit ben jij.’ Op het televisiescherm is een WhatsApp-emoticon van een gefrituurde garnaal afgebeeld. John Schleipen zingt hoe hij appt met een ongeboren baby in de buik. In Talk blinken Frank van Pamelen, Jan J. Pieterse en John Schleipen, ook bekend als de Mannen van Taal, uit in het poëtisch inzetten van de PowerPoint-presentatie. (meer…)
Ik heb gisteravond seks gehad met mijn ex. In een tent, op het Noorderzon Festival in het Groningse Noorderplantsoen. Ik dwong haar haar benen te spreiden terwijl ik nog een slokje van mijn bourbon nam. Ze mocht niet naar me kijken want ik wilde niet dat ze mijn gemaskerde gezicht zag. Door dat masker inhaleerde ik een gas om mijn seksuele genot intenser te maken.
Het publiek keek toe terwijl ik haar toebeet: ‘Don’t you fucking look at me!’
Wellicht herkent u de scène. Zij komt uit David Lynch’ Blue Velvet en het is een van de meest verwarrende, wrede en sadomasochistische scènes uit de filmgeschiedenis. Het fragment is te zien in het programma We need to talk, een collage van tientallen filmscènes van de Spaanse kunstenaar Roger Bernat. Van al die scènes, afkomstig uit alle tijden en alle culturen, heeft Bernat de gesproken dialogen verwijderd. Hij daagt het publiek uit die dialogen opnieuw in te spreken. Live, terwijl de overige toeschouwers de bewuste scène op een groot scherm zien en via een koptelefoon meeluisteren.
En zo leende ik mijn stem aan Dennis Hopper en deed mijn ex Isabella Rosselini.
Het slagveld der liefde, zo zou je het overkoepelende thema van Bernats selectie het best kunnen typeren. Volgens de samensteller begeven we ons in de bioscoop in het donker om donkere dingen te kunnen zien. Hij citeert in een interview Slavoj Žižek die zegt film als een toilet te zien: even kijken en dan zo snel mogelijk doorspoelen.
Bernat wil met zijn keuze aantonen dat filmrelaties, en dan met name die waarin sprake is van seksuele spanning in relationele sfeer, geen beperking kennen wat betreft tijd of cultuur. Al sinds de eerste filmkus (uit 1896) zijn de patronen grofweg hetzelfde.
Zou het zo zijn?
Ik wil best geloven dat de duistere kant van ieder mens zijn uitlaatklep behoeft en dat de duisternis van de bioscoop daar de ideale locatie voor is, maar dat een gevolg daarvan is dat film een invloed heeft op wat we als ‘normaal’ zien, nee. Zie onderhavige scène. Of misschien is dat juist wel hetzelfde. Iets afwijzen vanwege zijn perversie is dan gelijk aan het tegenovergestelde (wat dat ook moge wezen) als normaal te zien.
Dat maakt deze installatie zo fascinerend. Je bent verplicht je te verplaatsen in een relatie waarvan je zeker meende te weten nimmer in verzeild te raken.
Los daarvan is het ook gewoon ontzettend leuk om je stem aan Dennis Hopper te lenen. En om naar al die andere bezoekers te luisteren die de ene keer bloedserieus, de andere keer dollend de teksten inspreken. Giebelen om een bloedige moord, in We need to talk kan het.
Dat daar wellicht angst en onmacht aan ten grondslag liggen, daar moeten die insprekers het buiten de tent maar eens grondig over hebben.