Ergens midden in de voorstelling komen de spelers op met grote witte vierkanten in hun handen. Uitgelicht in een onheilspellend blauw voeren ze daarmee een synchroondans op die doet denken aan zo’n congresmuur, waarop rijen gekoppelde televisies één heel groot beeld vertonen.
Het ziet er leuk uit en is mooi strak uitgevoerd, zoals vrijwel alles in Wh0dun!t$ van Club Gewalt, dat op 26 mei in het Ro Theater in première ging en vandaag nog is te zien in het Amsterdamse Theater Bellevue. Maar waarom die dans met de witte vierkanten? Waarom überhaupt een ‘R&B-opera’ op basis van The Mousetrap, de klassieker van Agatha Christie die al sinds 1952 onafgebroken draait op het Londense West End?
Want dat is wat Wh0dun!t$ is. Club Gewalt heeft alle bouwstenen uit het origineel trouw overgenomen. De acht personages. Het cheesy hotelletje waarin zij bijeenkomen, uitgebeeld in een set gedrenkt in oog-pijnigend Jordanees pluche-rood. Dat het hotel insneeuwt, waardoor zij niet meer wegkunnen. De moord in de buurt, die aan het begin via zo’n gezellige jaren-vijftig-buizenradio tot ons komt, en die niet meer dan een excuus is om de latere komst van Detective Trotter te verklaren. De moord in het hotel zelf, waar het stuk om draait. Trotter’s spectaculaire entree op ski’s.
Alles behalve de muziek, want tante Agaath deed nog niet aan R&B. Hoewel, het debuut van The Mousetrap begin jaren vijftig viel samen met het begin van de omarming van de oorspronkelijke rhythm & blues – muziek die exclusief werd gemaakt en beleefd door zwarte Amerikanen – door witte Amerikaanse tieners. Misschien zoek ik het nu te ver, maar Club Gewalt lijkt me typisch zo’n gezelschap dat het niet kan laten om dit soort surprises in zijn materiaal te verstoppen. Gewalt maakt nerdy entertainment: intelligent en ietwat hermetisch, voor een incrowd met een eigen geheimtaal en gevoel voor humor.
Aan het begin presenteren de muzikanten zich met Mickey Mouse-oren op hun hoofd, als de Three Blind Mice uit de oorspronkelijke titel van het stuk. (De schrijver van een ander, eerder verschenen toneelstuk dat ook zo heette maakte bezwaar, waarna Christie het hare omdoopte tot The Mousetrap.) Op een dreunende bas-onderstroom spelen zij hun cool-slome motieven. De liedjes bestaan uit dooreen geklutste woorden en brokken van zinnen uit Christie’s tekst die enige malen nadrukkelijk worden herhaald: ‘Nice to – Fine! – Nice to – Fine!’ Alles in heuse rapstijl, gezingzegd en begeleid door razendsnelle break-bewegingen.
Het resultaat is Christie deconstructed, een clash tussen hiphop en de dance halls die miljoenen Engelsen zestig jaar geleden hun wekelijkse uitstapje boden. The Mousetrap werd beroemd om zijn afrekening met een ijzeren wet van de traditionele whodunit. In de meeste Christie’s roept Hercule Poirot of Jane Marple aan het einde alle personages bijeen in de bibliotheek, om ze vervolgens één voor één na te lopen op hun betrokkenheid bij het slachtoffer, en als laatste de moordenaar te ontmaskeren.
The Mousetrap kreeg echter een totaal onverwachte ontknoping. Even beroemd werd de uitdrukkelijke vermaning aan het publiek, na afloop van iedere voorstelling, om deze climax niet door te vertellen. Inmiddels staat hij al lang en breed in het Wikipedia-lemma over het stuk – internet respecteert geen enkel geheim. Club Gewalt maakt de deconstructie compleet met een eigen twisted ending, op het ritme van de rap. Ook al staat deze recensie online, ik zal niet zo flauw zijn om hem hier te onthullen. Ga zelf maar kijken.
Wh0dun!t$ is goed gemaakt, want de leden van de Club zijn kundige performers. Met Annelinde Bruijs als uitschieter, wat mij betreft. Er zijn vele geestige momenten en fraaie vondsten, en sommige liedjes zijn echt goed – mijn favoriet is ‘Twirling Twirling’. Maar het tempo ligt niet hoog; de Club laat zo op het oog geen detail van het origineel ongedeconstrueerd. Wh0dun!t$ is een ver doorgevoerd spel met vormen, met theaterclichés en -conventies. Iets té ver, misschien. Als geheel vond ik het ook ietwat saai, met hoeveel vakmanschap en aanstekelijk speelplezier het ook wordt gebracht.
Foto: Salih Kilic