Muziektheatergroep Tafel van Vijf haakt altijd handig in op de actualiteit van historische onderwerpen. Het huidige Rembrandtjaar was aanleiding voor artistiek leider Herman van Baar om toneelschrijver Ad de Bont om een tekst te vragen over de mens achter de kunstenaar Rembrandt. Het stuk wordt meestal gespeeld in combinatie met een bezoek aan het Rijksmuseum in Amsterdam of een ander museum. Dat betekent voor de middelbareschoolleerlingen een verdieping van de kennis van de schilder, zijn meesterwerken en zijn leven. (meer…)
Majestueus stijgen de klanken van De Schilderijententoonstelling van Modest Moessorgski op boven drie uitzonderlijk grote nesten. In die nesten schrikken na elkaar drie vogels wakker die verdacht veel op prinsessen lijken. De eerste in een hemelsblauwe, de tweede in een ravenzwarte en de derde in een okergele japon. Maar prinsessen zijn het allerminst, althans niet meer. Op de beroemde suite van de Russische componist vertellen de drie vogels waarom het zo slecht is afgelopen met de drie prinsessen die ze eens waren.
In de nesten van Stella Den Haag is een poëtisch sprookje zoals alleen Hans van den Boom het kan schrijven. Onder aanvoering van de brutaalste, Kraai (gespeeld door Rosa Mee), vertelt het vogeldrietal hoe Mus (Shanti Straub) een kabouter tekende op het koninklijke behang. Dat had de schuwste en liefste prinses van allemaal beter niet kunnen doen, want het mannetje kwam op onverklaarbare wijze tot leven en bleek een boosaardige kobold met weinig sympathie voor meisjesgegiechel. Zonder pardon veranderde hij prinses Fabiola, Alagonda en Sophie in drie bij hun karakters passende vogels.
In een razend muzikaal tempo vertellen de drie actrices het ongewone sprookje. Ze zitten ruim een uur lang op hun nest, en weten met niets dan hun stemmen, de bruisende woorden en de beeldende muziek een hartverscheurend relaas tot leven te brengen. Kraai krast, krijst en beschuldigt, Raaf sust, imiteert en bemiddelt en Mus snottert, zucht en zwijgt. De absurde zijlijnen (een kamermeisje met een dochter met horizontaal groeiende tanden – hilarisch gespeeld door Victoria Osborn) en ontroerende wendingen (Mus is verliefd geworden op een ‘mussenvriendje’) stevenen wonderschoon af op een magistraal slot waarin de liefde overwint en het geluk zó overdonderend in beeld en muziek gevangen wordt, dat menig toeschouwer een traantje wegpinkt.